Commercieel beleid 2

Commercieel beleid 1
Periode 4 Week 2
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Commercieel beleidMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Commercieel beleid 1
Periode 4 Week 2

Slide 1 - Tekstslide

Planning aankomend jaar
Aankomend jaar stappen wij in de wereld van het commercieel beleid. We gaan er elke periode dit jaar mee bezig. 

In de eerste twee periodes gaan we bezig met commercieel beleid 1 en in de laatste twee periodes gaan we bezig met commercieel beleid 2.

Slide 2 - Tekstslide

Periode 4
In periode 4 gaan we bezig met het boek commercieel beleid 1B:

Commerciële kengetallen berekenen
&
De (Vestigings)plaats


Slide 3 - Tekstslide

Wat is een kengetal?

Slide 4 - Open vraag

Kengetal
Een kengetal is een verhoudingsgetal. Het geeft een verband tussen twee soorten gegevens. 

Kengetallen geven heel nuttige informatie die je onder andere nodig hebt bij het plannen van werkzaamheden

Slide 5 - Tekstslide

Wat betekent vloerproductiviteit?

Slide 6 - Open vraag

Vloerproductiviteit
Als je een fysieke hebt, is het prettig om te weten wat die winkel opbrengt

Om de opbrengst van je winkel te vergelijken met de branche of met andere filialen, is het handig om de vloerproductiviteit te berekenen.

Slide 7 - Tekstslide

Bedrijfsplan
De theorie die je tijdens deze lessen leert pas je toe op je eigen stagebedrijf en verwerk je in je bedrijfsplan

Bedrijfsplan starten we in periode 3&4 en wordt de eindscriptie van je opleiding.

Slide 8 - Tekstslide

Agenda
Week 1: Commerciële kengetallen berekenen
Week 2: Commerciële kengetallen berekenen
Week 3: Commerciële kengetallen berekenen
Week 4:Commerciële kengetallen berekenen
Week 5: (Vestigings)plaats
Week 6: (Vestigings)plaats
Week 7: (Vestigings)plaats
Week 8: Inleveren verslag

Slide 9 - Tekstslide

Nut van deze les
Aan het einde van de les..

.. weet je wat commerciële kengetallen zijn.
.. leer je wat vloerproductiviteit is.

Slide 10 - Tekstslide

Taken van retailer

Slide 11 - Tekstslide

Commerciële kengetallen berekenen
Als retailer heb je inzicht nodig in hoe je eigen onderneming het doet. 


Om dit inzicht te verkrijgen, heb je cijfers nodig die je kunt vergelijken met andere cijfers.

Slide 12 - Tekstslide

Kengetal
Een kengetal is een verhoudingsgetal. Het geeft een verband tussen twee soorten gegevens. 

Kengetallen geven heel nuttige informatie die je onder andere nodig hebt bij het plannen van werkzaamheden

Slide 13 - Tekstslide

Indexcijfers en kengetallen

Slide 14 - Tekstslide

Commerciële kengetallen
Bij commerciële kengetallen kijk je vooral naar hoe je onderneming het doet ten opzichte van de markt. 

Slide 15 - Tekstslide

KPI's
Kengetallen worden ook wel KPI's genoemd.

Een Kritieke prestatie-indicator (KPI).

KPI's zijn de belangrijkste kengetallen die je gebruikt bij het interpreteren van de prestaties van je onderneming.

Slide 16 - Tekstslide

Gebruiken van commerciële kengetallen
Veel kengetallen voor de retail zijn openbaar en kun je vinden bij brancheorganisaties of bij retailinsiders.nl.

Met deze gegevens kan je je kengetallen vergelijken met je eigen onderneming. 

Slide 17 - Tekstslide

Kengetallen vergelijken
Door je eigen kengetallen te vergelijken met die van de branche, weet je wat jouw resultaten zijn in vergelijking met soortgelijke filialen of winkels in je branche. 

Het verschil hoeft niet perse goed of slecht te zijn. Het is wel belangrijk dat je een logische verklaring zoekt voor de verschillen.

Slide 18 - Tekstslide

Maatregelen nemen
Het is mogelijk dat je op basis van informatie uit de kengetallen, maatregelen neemt. 

Slide 19 - Tekstslide

Belangrijke kengetallen

Slide 20 - Tekstslide

Vloerproductiviteit
Als je een fysieke hebt, is het prettig om te weten wat die winkel opbrengt

Om de opbrengst van je winkel te vergelijken met de branche of met andere filialen, is het handig om de vloerproductiviteit te berekenen.

Slide 21 - Tekstslide

WVO & BVO
Met vloerproductiviteit bereken je hoeveel omzet je maakt per vierkante meter

Je hebt WVO (WinkelVloerOppervlak) 
en BVO (BedrijfsVloerOppervlak)

Slide 22 - Tekstslide

WVO = 70% van BVO
De winkelvloeroppervlakte (WVO) of verkoopvloer is gemiddeld 70% van de bedrijfsvloeroppervlakte (BVO). 

Winkels hebben toiletten, magazijn en een kantine. Het hangt ook af van het bedrijf. Een schoenenwinkel heeft in verhouding vaak een grotere magazijn als een supermarkt omdat de producten van de supermarkt voornamelijk in de schappen liggen.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Omzet per m2 winkelvloer (WVO)

Slide 25 - Tekstslide

Wat wordt denken jullie bedoelt met arbeidsproductiviteit?

Slide 26 - Open vraag

Arbeidsproductiviteit
Om te berekenen of je personeel voldoende opbrengt, kun je de arbeidsproductiviteit berekenen. 

De arbeidsproductiviteit kun je op twee manieren berekenen, namelijk: 
1. de omzet per medewerker 
2. of de omzet per fte

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Omzet per medewerker

Slide 29 - Tekstslide

Omzet per fte's

Slide 30 - Tekstslide

Loonlijst is lijdend

Slide 31 - Tekstslide

Opdracht
Maak opdracht 9 t/m 15 in je boek

Slide 32 - Tekstslide

Gemiddeld aankoopbedrag per klant
Naast de omzet per vierkante meter winkelvloer is het ook interessant te weten hoeveel een klant gemiddeld in je winkel besteedt: het gemiddelde aankoopbedrag per klant

De Engelse term is amount per transaction (APT)

Slide 33 - Tekstslide

Amout per transaction
Het kengetal van het amout per transaction (APT) kun je gebruiken om aan te geven hoeveel klanten de winkel of webshop moeten bezoeken om een bepaalde omzet te behalen

Met acties of reclames kun je meer klanten aan de winkel trekken of hun bestedingspatroon vergroten.

Slide 34 - Tekstslide

ATP formule

Slide 35 - Tekstslide

Opdracht
Maak opdracht 16 t/m 20 in je boek

Slide 36 - Tekstslide

Doelen behaald van deze les?
Aan het einde van de les..

.. weet je wat commerciële kengetallen zijn.
.. leer je wat vloerproductiviteit is.

Slide 37 - Tekstslide

Challenge week 2
Ga op onderzoek uit op stage en je boek en beantwoord de volgende vragen. 

1. Maak opdracht 9 t/m 20 in je boek
2. Bereken de arbeidsproductiviteit van je stagebedrijf.
3. Vergelijk de arbeidsproductiviteit met soortgelijke bedrijven als je stagebedrijf. Wat valt je op?
4. Berekenen de gemiddelde aankoopbedrag per klant.
5. Vergelijk de arbeidsproductiviteit met soortgelijke bedrijven als je stagebedrijf. Wat valt je op?

Slide 38 - Tekstslide

Challenge week 1
Ga op onderzoek uit op stage en je boek en beantwoord de volgende vragen. 

1. Maak opdracht 2 t/m 8 in je boek
2. Bereken de WVO van je stagebedrijf.
3. Vergelijk de WVO met soortgelijke bedrijven als je stagebedrijf. Wat valt je op?

Slide 39 - Tekstslide

Deadline .. ... 
Voorkant

 Inhoudsopgave

Challenge 1 t/m 8

Reflectie


Slide 40 - Tekstslide