Bij enkelvoudige argumentatie onderbouw je je standpunt met één argument.
Slide 4 - Tekstslide
Bij nevenschikkende argumentatie vormen twee deelargumenten samen een argument. De argumenten onderbouwen samen het standpunt.
Slide 5 - Tekstslide
Bij onderschikkendeargumentatie ondersteunt een argument een ander argument.
Slide 6 - Tekstslide
Ik stem niet op de PVV. Ik vind Wilders een slecht politicus. Hij zegt wel wat hij gaat doen, maar niet hoe.
Ik stem niet op de PVV.
[want]
Ik vind Wilders een slecht politicus.
[omdat]
Hij zegt wel wat hij gaat doen, maar niet hoe.
Dit is de stelling.
Dit is een enkelvoudig (hoofd)argument.
Dit is onderschikkende argumentatie bij het hoofdargument.
Slide 7 - Tekstslide
In duo's - maak blokjesschema's
1 De meeste leerlingen van mijn klas willen nu eenmaal bowlen, dus ik ga me daar niet tegen verzetten. Het is bovendien goedkoper dan paintballen en karten en we kunnen bij de bowlingbaan vrij goedkoop eten.
2 Politici zijn niet te vertrouwen: ze hebben immers allemaal hun eigen belangen voorop staan. Ik ga dan ook niet meer stemmen bij de volgende verkiezingen. Bovendien ben ik dan op wereldreis.
3Je kunt wel zien dat Joris’ ouders veel geld verdienen: hun huis in Nederland staat vol designmeubelen en ze hebben ook nog een chalet in Zwitserland.