Schrijven Blok 4 BB

- Weet hoe je een tekst indeelt in inleiding, middenstuk, en slot
- Weet je wanneer een tekst betrouwbaar is.
- Kun je een schrijfplan maken
Nederlands
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

- Weet hoe je een tekst indeelt in inleiding, middenstuk, en slot
- Weet je wanneer een tekst betrouwbaar is.
- Kun je een schrijfplan maken
Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Schrijven Blok 4
  • Je weet hoe je een tekst indeelt in een inleiding, middenstuk en slot
  • Je kunt betrouwbare informatie van het internet selecteren
  • Je weet hoe je een schrijfplan maakt

Slide 2 - Tekstslide

Wat hoort bij een inleiding?
A
Het onderwerp van de tekst wordt verteld
B
Bestaat uit meerdere alinea's
C
Geeft een korte samenvatting
D
Staat aan het einde van de tekst

Slide 3 - Quizvraag

Wat hoort bij het middenstuk?
A
Bestaat uit meerdere alinea's
B
Vertelt de inhoud
C
Vertelt de conclusie
D
Staat aan het eind van de tekst

Slide 4 - Quizvraag

Wat hoort bij het slot?
A
Bestaat uit meerdere alinea's
B
Vertelt het onderwerp van de tekst
C
Is de laatste alinea
D
Bevat een samenvatting of een conclusie

Slide 5 - Quizvraag

Wat is waar?
De betrouwbaarheid van een tekst 

Slide 6 - Tekstslide

Weet wat je leest
Via kranten, tijdschriften en vooral internet kun je snel en makkelijk informatie vinden. Het is belangrijk om te weten of alles wat je leest ook echt waar is.

Slide 7 - Tekstslide

Waar komt de tekst vandaan?
Als je een tekst leest, kijk dan eerst waar de tekst vandaan komt (de bron). Dat kan een krant, tijdschrift of website zijn. Een tekst op een serieuze nieuwssite is vaak betrouwbaarder dan een tekst op bijvoorbeeld Facebook.
Kijk ook wanneer de tekst geschreven is. Een oude tekst is niet betrouwbaar.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het doel van de tekst?
Let ook op het doel van de tekst. Een schrijver die iets wil verkopen, kun je niet altijd geloven. Hij zal dan alleen de goede dingen vertellen en niet de minder goede.

Slide 9 - Tekstslide

Schrijver

- Beoordeel of de schrijver deskundig is.

- Een schrijver is deskundig als hij/zij zich uitgebreid in het onderwerp heeft verdiept.

Slide 10 - Tekstslide

Betrouwbaarheid van een tekst
  • Niet alles wat je leest is betrouwbaar.
  • Een betrouwbare tekst heeft controleerbare feiten. 

Slide 11 - Tekstslide

FEIT (objectief)

- Uitspraak over iets wat waar of niet waar is

- Een feit kan je controleren



Voorbeeld van een feit:

De helft van de veertienjarigen in Nederland krijgt €50,00 kleedgeld per maand.

Je kunt controleren of dit waar is door in de krant te kijken of het op internet op te zoeken.

Slide 12 - Tekstslide

MENING (subjectief)

- Wat iemand ergens van vindt

Het is niet controleerbaar

-Je kunt het eens of oneens zijn

Voorbeeld van een mening:

Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen.

Slide 13 - Tekstslide

Staat hier een feit of mening?

Nederlands is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening

Slide 14 - Quizvraag

Staat hier een feit of mening?

Ik vind 'The Cell' een spannende film.
A
Feit
B
Mening

Slide 15 - Quizvraag

Staat hier een feit of mening?

Morgen moet ik naar de tandarts.
A
Feit
B
Mening

Slide 16 - Quizvraag

Staat hier een feit of mening?

Als je te laat bent, dan moet je je melden.
A
Feit
B
Mening

Slide 17 - Quizvraag

Staat hier een feit of mening?

Ik vind het raar om docenten aan te spreken met u.
A
Feit
B
Mening

Slide 18 - Quizvraag

Staat hier een feit of mening?

Jesse Klaver moet de nieuwe minister president worden.
A
Feit
B
Mening

Slide 19 - Quizvraag

Een tekst met als titel "Red Bull is goed voor je". Geschreven door de directeur van Red Bull. Betrouwbaar of niet?
A
Betrouwbaar
B
Onbetrouwbaar

Slide 20 - Quizvraag

Een tekst over een griepepidemie geschreven door een arts. Betrouwbaar of niet?
A
Betrouwbaar
B
Onbetrouwbaar

Slide 21 - Quizvraag

Een tekst over betalen met een pinpas geschreven in 1999. Betrouwbaar of niet?
A
Betrouwbaar
B
Onbetrouwbaar

Slide 22 - Quizvraag

- Weet hoe je een tekst indeelt in inleiding, middenstuk, en slot
- Weet je wanneer een tekst betrouwbaar is.
- Kun je een schrijfplan maken
Nederlands
Maak opdracht 3, 4, 5, 6 & 7 (blok 4, schrijven)

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

- Oefenen voor de toets
- Je kunt een schrijfplan maken
Nederlands

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Maak 2x een schrijfplan: 
Kies uit de volgende onderwerpen:
  • Alcohol
  • Aandelen
  • Euro
  • Fascisme
  • Globalisering
  • Eigen onderwerp

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

- toets
- Herkansing van de schrijfopdracht 
- Je kunt een schrijfplan maken
Nederlands

Slide 32 - Tekstslide

Wat gaan we doen
  • Nabespreken toets + vb 
  • Uitleg over schrijfplan
  • schrijfplan maken (controleren)
  • Tekst schrijven (cijfer) 

Slide 33 - Tekstslide

Uitleg over
  • Wat is een schrijfplan?
  • Wat zijn alineas?
  • Wat is een onderwerp?
  • Wat is een hoofdgedachte?
  • Wat is een deelonderwerp

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Alinea
In een tekst staat niet alles door elkaar. De tekst is meestal verdeeld in stukjes. Zo'n stukje heet een alinea.

In een alinea staat informatie die bij elkaar hoort.

Slide 36 - Tekstslide

Onderwerp & Hoofdgedachte
Onderwerp = 1 woord 
Hoofdgedachte = Het belangrijkste dat de auteur (schrijver) over het onderwerp zegt, is de hoofdgedachte.

VB
Onderwerp: vleesvervangers  
Hoofdgedachte: vleesvervangers zijn beter voor het milieu en producenten zouden daarom gesteund moeten worden door de overheid.



Slide 37 - Tekstslide

Wat is een deelonderwerp?
  • Tekst heeft: inleiding, middenstuk(kern), slot. 
  • In het middenstuk: staan verschillende delen van het onderwerp -->deelonderwerp
  • Meestal aangegeven met een tussenkopje. 

Slide 38 - Tekstslide

Deel onderwerp
Onderwerp: vleesvervangers  
Hoofdgedachte:  vleesvervangers zijn beter voor het milieu en producenten zouden daarom gesteund moeten worden door de overheid.

Deelonderwerp A = Vleesvervangers zijn veel milieuvriendelijker dan vlees
 
Deelonderwerp B = Overheid moet belasting op vlees heffen, zodat meer mensen cleesvervangers gaan kopen

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Deel onderwerp
Onderwerp: vleesvervangers  
Hoofdgedachte:  vleesvervangers zijn beter voor het milieu en producenten zouden daarom gesteund moeten worden door de overheid.

Deelonderwerp A = Vleesvervangers zijn milieuvriendelijker.
Dierenleed, voedselverspilling, broeikaseffecten, gezondheid. 
Deelonderwerp B = Overheid moet belasting op vlees heffen.
Prijs van vlees, mensen kopen wat goedkoopste is. Overheid moet mileu en gezondheid steunen 

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Aan de slag
  • Kies een eigen onderwerp
  • Zoek op internet nog wat extra informatie over het onderwerp
  • Maak een schrijfplan.
  • Laat het controleren door een klasgenoot
  • Laat het controleren door Jascha 
  • Daarna schrijf je een tekst met behulp van je schrijfplan

Slide 43 - Tekstslide