Les 5

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Die Bücher auf dem Tisch

Slide 5 - Tekstslide

Klassenplan
  • Rust/stilte in de klas (luisteren naar elkaar en de docent) ⇒ zodat jullie minder lang hoeven te luisteren en sneller zelfstandig kunnen werken :)
  • Als er goed gewerkt wordt, zal er meer ruimte komen voor huiswerk maken.
  • Uitleg afwisselen met zelfstandig/samenwerken
  • Goed werken = ruimte maken voor leuke werkvormen in een hoofdstuk (zoals kahoot of blooket etc.)
  • Extra uitleg als je iets niet snapt
  • Duidelijkheid (geef aan als iets onduidelijk is, dan kan ik deze tip meenemen)
  • Lief met elkaar omgaan.

Slide 6 - Tekstslide

Was machen wir heute?
  1. Keine Hausaufgaben
  2. Hören üben
  3. Lesen
  4. Die Hausaufgaben

Slide 7 - Tekstslide

Die Hausaufgaben besprechen/ nachsehen
/

Slide 8 - Tekstslide

Hörfertigkeit
  • Die Aufgaben 13 und 14 zu zweit machen (5Min.)
  • Aufgabe 12 zusammen machen
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Lesen
  • Die Aufgaben 15, 16 und 17 machen
- 7 Min. selbstständig arbeiten 
timer
7:00

Slide 10 - Tekstslide

Die Hausaufgaben
Die Aufgaben 15, 16 und 17 machen

Slide 11 - Tekstslide

Der-Gruppe (naamvallen)
1. Nominativ = onderwerp
3. Dativ = meewerkend voorwerp
4. Akkusativ = lijdend voorwerp

Slide 12 - Tekstslide

Der-Gruppe (naamvallen)
Ik geef een boek aan mijn moeder.
Ich gebe meiner Mutter ein Buch

onderwerp
meewerkend voorwerp
lijdend voorwerp

Slide 13 - Tekstslide

Der-Gruppe (naamvallen)






Ich gebe meiner Mutter ein Buch


Mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1. Nominativ
onderwerp
der Mann
die Frau
das kind
die Kinder
3. Dativ
meewerkend voorwerp
dem Mann
der Frau
dem Kind
den Kindern
4. Akkusativ
lijdend voorwerp
den Mann
die Frau
das Kind
die Kinder

Slide 14 - Tekstslide

Der-Gruppe (naamvallen)






d.... Polizistin gibt (+4)  d..... Frau eine Geldbuße.


Mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1. Nominativ
onderwerp
der Mann
die Frau
das kind
die Kinder
3. Dativ
meewerkend voorwerp
dem Mann
der Frau
dem Kind
den Kindern
4. Akkusativ
lijdend voorwerp
den Mann
die Frau
das Kind
die Kinder

Slide 15 - Tekstslide

Der-Gruppe (naamvallen)
Voorzetsels 3e en 4e naamval goed leren, voorbeelden:

mit, nach, bei, seit (3e naamval) -> mit d... Frau

um, gegen, für (4e naamval) -> für d.... Mann

Slide 16 - Tekstslide

Die Prüfung Reflektion
  • Op tijd beginnen met woorden en zinnen leren (min. 1 week + oefentijd)
  • Basisgrammatica en woordenschat beheersen  
  • Zinsopbouw trainen
  • kant-en-klare zinnen uit je hoofd leren!
  • Hoofdletters (wanneer wel/niet?)
  • Hulp vragen als je iets niet snapt (wordt er niks gevraagd kan ik ook niet helpen of extra hulp bieden, neem a.u.b. je verantwoordelijkheid hierin)

Let op! ⇨ Een schrijftoets is geen reproductie toets meer, je kunt dit niet even in 1 uur tijd leren en goed maken. Dit moet je vaak en serieus oefenen/leren. Niet te vergelijken met leerjaar 2 (je zit een klas hoger)

Slide 17 - Tekstslide