Werkwoordspelling pv + ik-vorm

Welkom bij Nederlands!





Check:
  • Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
  • Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?






Op tafel ligt: 
  • Poster
  • Lesboek
  • Leesboek
  • Schrift
  • Pen


1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!





Check:
  • Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
  • Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?






Op tafel ligt: 
  • Poster
  • Lesboek
  • Leesboek
  • Schrift
  • Pen


Slide 1 - Tekstslide





  • Ga lekker zitten. 
  • Pak je boek en lees.
  • Veel plezier!
Stillezen
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

  • Poster afgemaakt
  • Werkwoorden herkennen
Vorige les

Slide 3 - Tekstslide

  • zegt wat iets of iemand doet of wat er gebeurt
  • ww

  • In een zin staat ten minste één werkwoord.
  • Meer kan ook! 
Werkwoorden

Slide 4 - Tekstslide

  • vervoegen, verschillende vormen

  • bijvoorbeeld:
  • winnen: ik win, jij wint, wij winnen, gewonnen
  • maken: ik maak, jij maakt, wij maken, gemaakt

Werkwoorden herkennen

Slide 5 - Tekstslide

Maandag 21 maart:
  • poster af 

Dinsdag 22 maart en donderdag 24 maart:
  • poster mee naar de les













Huiswerk

Slide 6 - Tekstslide

  • Donderdag 31 maart:
Toets werkwoordspelling (2x)


(zie SOM)


Toets

Slide 7 - Tekstslide






Werkwoordspelling



















Na de lessen deze week...

  • kun je persoonsvormen in de tegenwoordige tijd goed spellen.
  • mavo: kun je persoonsvormen in de verleden tijd goed spellen.

Doel

Slide 8 - Tekstslide

Mavo: je kunt de persoonsvormen in de verleden tijd (van zwakke en sterke werkwoorden) goed spellen.
Maken en nakijken:

  • Opdr. 1 t/m 4, blz. 136/137
  • Opdr. 1 t/m 4, blz. 162/163

Ondertussen aanpassen poster







Doel (mavo)

Slide 9 - Tekstslide

Je kunt de persoonsvorm van een korte zin vinden.



Doel

Slide 10 - Tekstslide



  • Stap 1: maak de opdrachten in je tweetal. Schrijf de antwoorden kort op in je schrift.
  • Stap 2: we bespreken de antwoorden samen. 
Zoek de persoonsvormen.
timer
1:00

Slide 11 - Tekstslide

Je kunt de persoonsvorm van een korte zin vinden.



Wil je nog iets aanpassen op je poster?



Doel

Slide 12 - Tekstslide

Je kunt de ik-vorm van werkwoorden in de tegenwoordige tijd spellen.




Doel

Slide 13 - Tekstslide




  • Het werkwoord dat in de tegenwoordige tijd achter ik staat

  • hele werkwoord: denken
  • ik denk
  • ik-vorm: denk

  • hele werkwoord: kijken
  • ik kijk
  • ik-vorm: kijk



  • Hoe schrijf je de ik-vorm?

  • De ik-vorm eindigt nooit op een v of een z:
  • proeven, ik proef, ik-vorm: proef
  • reizen, ik reis, ik-vorm: reis

  • De ik-vorm eindigt nooit op twee dezelfde medeklinkers: 
  • pakken, ik pak, ik-vorm: pak
  • schudden, ik schud, ik-vorm: schud

Ik-vorm van het werkwoord

Slide 14 - Tekstslide




  • hele werkwoord: denken
  • ik denk
  • stam: denk
  • ik-vorm: denk

  • hele werkwoord: kijken
  • ik kijk
  • stam: kijk
  • ik-vorm: kijk



  • hele werkwoord: proeven
  • ik proef
  • stam: proev
  • ik-vorm: proef

  • hele werkwoord: pakken
  • ik pak
  • stam: pakk
  • ik-vorm: pak

De stam van het werkwoord

Slide 15 - Tekstslide

Verschil stam en ik-vorm?

Slide 16 - Tekstslide




  • Het werkwoord dat in de tegenwoordige tijd achter ik staat

  • hele werkwoord: denken
  • ik denk
  • ik-vorm: denk

  • hele werkwoord: kijken
  • ik kijk
  • ik-vorm: kijk



  • Hoe schrijf je de ik-vorm?

  • De ik-vorm eindigt nooit op een v of een z:
  • proeven, ik proef, ik-vorm: proef
  • reizen, ik reis, ik-vorm: reis

  • De ik-vorm eindigt nooit op twee dezelfde medeklinkers: 
  • pakken, ik pak, ik-vorm: pak
  • schudden, ik schud, ik-vorm: schud

Ik-vorm van het werkwoord

Slide 17 - Tekstslide

Je kunt de ik-vorm van werkwoorden in de tegenwoordige tijd spellen.



Wil je je poster aanpassen? 




Doel

Slide 18 - Tekstslide



Wat?
  • Opdr. 1, blz. 58

Hoe?
  • Boek + schrift

Klaar?
  • Opdr. 2, blz. 58
  • Werkblad werkwoorden





Heb je hulp nodig?
Kijk eerst naar het stoplicht.
 


Rood? Stil. 
Stel je vraag aan de docent (alleen als je echt niet verder kunt).
Geel? Fluisterniveau. 
Vraag diegene naast je.
Groen? Fluisterniveau. 
Vraag diegene naast je of de docent.

Aan het werk
timer
1:00

Slide 19 - Tekstslide

Opdr. 1, blz. 58

Slide 20 - Tekstslide




Na deze les...

  • kun je de persoonsvorm in een korte zin vinden.
  • kun je de ik-vorm van werkwoorden in de tegenwoordige tijd goed spellen. 

mavo: 
  • kun je de persoonsvorm in de verleden tijd goed spellen.
Doel

Slide 21 - Tekstslide

Volgende lessen
Maandag:
  • Werkwoordspelling oefenen
  • Poster, lesboek, schrift én leesboek
  • Toetsen inzien


Donderdag 31 maart:
  • Toets werkwoordspelling (2x)




Slide 22 - Tekstslide