Par.agraaf 1.2

Introductie
Periode 2: hoofdstuk 1 landschappen
Paragraaf 1.2
Planning:
Nakijken 1.1 huiswerk
Theorie
Opdrachten
Check vragen


Lesdoelen:
- Aan het eind van de les kun je 2 vormen van verwering beschrijven en herkennen.
- Aan het eind van de les kun je het verschil tussen 3 soorten mechanische verwering in eigen woorden omschrijven en herkennen in het landschap.
- Aan het eind van de les kun je in eigen woorden uitleggen wat chemische verwering is, hoe dit proces werkt en wat het gevolg er van is op het landschap. 

Op tafel:
Open je WB op 1.1
Boeken + snelhechter
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Introductie
Periode 2: hoofdstuk 1 landschappen
Paragraaf 1.2
Planning:
Nakijken 1.1 huiswerk
Theorie
Opdrachten
Check vragen


Lesdoelen:
- Aan het eind van de les kun je 2 vormen van verwering beschrijven en herkennen.
- Aan het eind van de les kun je het verschil tussen 3 soorten mechanische verwering in eigen woorden omschrijven en herkennen in het landschap.
- Aan het eind van de les kun je in eigen woorden uitleggen wat chemische verwering is, hoe dit proces werkt en wat het gevolg er van is op het landschap. 

Op tafel:
Open je WB op 1.1
Boeken + snelhechter

Slide 1 - Tekstslide

Nakijken Huiswerk
  • Nakijkboekje
  • Zelfstandig
  • Klaar? Lezen 1.2 in stilte

Slide 2 - Tekstslide

Verwering
Wat is de definitie van verwering?
Het uit elkaar vallen van gesteente onder invloed van het
weer, planten en zuren. 

2 soorten:
  1. Mechanisch: samenstelling verandert niet.
  2. Chemisch: samenstelling verandert wel.


Slide 3 - Tekstslide

Mechanische en chemisch met Snickers?
Mechanisch
Bij mechanische verwering verandert de samenstelling niet! Je breekt dus alleen het gesteente (de Snickers). Verwering is immers het uit elkaar van van gesteente.
Chemisch
Het uit elkaar vallen van gesteente waarbij de (chemische)samenstelling wél verandert.
Gesteente reageert met water (speeksel) i.c.m. zuren (de enzymen in je speeksel). Die delen van het gesteente (de Snickers) die bestand zijn tegen het vocht en zuren blijven over (de pinda's).

Slide 4 - Tekstslide

Mechanische verwering





Belangrijk bij bronnen: let op de omgeving!
Vorstverwering
Komt voor in de koude, enigszins vochtige klimaten: richting de polen of hoog in gebergten.
  1. Water sijpelt in rotsspleten en bevriest (en zet daarbij uit)
  2. waarbij spleten in het gesteente verder opengedrukt worden / delen loskomen van het vaste gesteente.

Temperatuurverschillen
Gesteente breekt af door wisseling van extreme temperatuurverschillen (koud en heet), in droge gebieden.
Heet: gesteente zet uit
Koud: gesteente krimpt.

  1. Er bestaan tussen dag en nacht grote temperatuurverschillen
  2. waardoor gesteente steeds zal krimpen (bij afkoeling) en uitzetten (bij opwarming) en uiteindelijk zal barsten.


Plantenwortels
Ook worteldruk genoemd. 
  1. Wortels van bomen dringen scheuren van gesteente binnen
  2. waarbij de wortels het gesteente uit elkaar drukken en delen van het gesteente afbreken.



Slide 5 - Tekstslide

Welke vorm van verwering?
A
Vorst
B
Temperatuurverschil
C
Worteldruk

Slide 6 - Quizvraag

Welke vorm van verwering?
A
Vorst
B
Temperatuurverschil
C
Worteldruk

Slide 7 - Quizvraag

Op de steile berghellingen (zie bron) vindt mechanische verwering plaats. Beschrijf in 2 stappen de wijze waarop mechanische verwering daar plaatsvindt.

Slide 8 - Open vraag

Beschrijf (2 stappen) de wijze waarop de vegetatie op de kalksteentorens bijdraagt aan mechanische verwering.

Slide 9 - Open vraag

Gevolg van mechanische verwering
Het afgebrokkelde gesteente belandt op een puinhelling.
Na verloop van tijd wordt het dal steeds hoger. 

Slide 10 - Tekstslide

Chemische verwering
Het uit elkaar vallen van gesteente waarbij het gesteente onder invloed van water i.c.m. zuren oplost.
Bij deze vorm van verwering verandert de samenstelling wel!

Voorwaarden voor een snel proces:
  1. Hoge temperaturen;
  2. Veel vocht/ neerslag.

Waar?

Slide 11 - Tekstslide

Kalksteen
Kalksteen kan chemisch verweren. Het kan zorgen voor het ontstaan van grotten.

Op de zeebodem hopen grote hoeveelheden kalkskeletjes (van schelpen) op, die in de loop van de tijd worden samengedrukt tot kalksteen.
Water (i.c.m.) zuren zakt door de bodem/ door spleten en kieren van gesteenten. Het gesteente (kalksteen) lost op waardoor holle ruimten kunnen ontstaan: grotten

Slide 12 - Tekstslide

Klimaat speelt een grote rol!

Mechanisch: voldoende vocht (neerslag) en (veel) kou

Chemisch: veel neerslag en hoge temperaturen (voor een sneller proces)

Slide 13 - Tekstslide

Kleine afsluiting
Enkele quizvragen om de theorie van de gehele paragraaf te checken. Mix van eigen vragen én oud-examenvragen.

Slide 14 - Tekstslide


Bij de gele stip ligt de Himalaya.
De Himalaya ligt op de grens van...
A
De Euroaziatische plaat + De Afrikaanse plaat
B
De Euroaziatische plaat + De Indische plaat

Slide 15 - Quizvraag

De Himalaya is een...
A
Middelgebergte
B
Heuvelland
C
Hoogvlakte
D
hooggebergte

Slide 16 - Quizvraag

Bekijk de kaart. Leg uit hoe het Himalaya-gebergte in in Azië is ontstaan. Benoem hierbij de twee betrokken platen (afbeelding)

Slide 17 - Open vraag

Hooggebergte
Middelgebergte
Heuvelland
Laagland

Slide 18 - Sleepvraag

Is dit een jong of een oud gebergte?
A
Een jong gebergte
B
Een oud gebergte

Slide 19 - Quizvraag

De top van de Mount Everest (Himalaya) bestaat uit kalksteen. Geef aan
a) in welk op wat voor soort plek kalksteen oorspronkelijk werd gevormd;
b) waardoor het kalksteen zo hoog in de bergen kwam te liggen.

Slide 20 - Open vraag

Waarom vindt er in de woestijn bijna geen chemische verwering plaats?

Slide 21 - Open vraag

Bij welk klimaat vindt de sterkste mechanische verwering plaats?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 22 - Quizvraag

Fysische verwering
Chemische verwering

Slide 23 - Sleepvraag

Op de foto zie je een steen dwars doormidden gespleten.
Beschrijf in 2 stappen de wijze waarop mechanische verwering hier heeft plaatsgevonden.

Slide 24 - Open vraag

Aan de slag!

Maak van 1.2:
Opdracht 2, 3, 4, 5abc, 6ab.

Start met opdracht 4!

Noteer je antwoorden in hele zinnen. 




Slide 25 - Tekstslide