V5B feedback uiteenzetting

Welkom v5b!
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Welkom v5b!

Slide 1 - Tekstslide

Programma

  1. Tips deel 1 + feedback
  2. Peerfeedback
  3. Tips deel 2
  4. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

Titel
  • Vergeet hem niet!
  • Geen standpunt (het is een uiteenzetting, geen betoog) 
  • Wees origineel (dus niet alleen het onderwerp noemen, denk aan een rijmpje o.i.d.)
  • Niet te lang!

Slide 3 - Tekstslide

Goeie titels
Wonen in een klimaatparadijs - pakkend, maak hem ook passend!
Gezond eten maken, hoe doe ik dat? - prikkelend!
Natte voeten....of toch niet.  - maak hem ook nog passend!




Slide 4 - Tekstslide

Minder goede titels
De nutri-score van A tot E - beetje lang en geeft direct het onderwerp weg
Klimaatbestendig wonen - kan prikkelender!
Liever groen en gezond dan niet groen en niet gezond? - beetje vaag en lang
Wordt Tinnitus een groot probleem? - je geeft én het onderwerp meteen weg en er staat een spelfout in (tinnitus heeft geen hoofdletter)



Slide 5 - Tekstslide

Inleiding
  • Vermijd clichés en standaardformuleringen (Iedereen heeft er wel van gehoord = cliché) (heb je er waarschijnlijk wel wat van gehoord = cliché)
  • Denk aan het bruggetje tussen je manier van aandacht trekken (anekdote, stukje geschiedenis, actualiteit of belang van de lezer) en je vraag.
  • Gebruik überhaupt een manier van aandacht trekken! Die miste ik nogal eens!

Slide 6 - Tekstslide

Kern
  •  Gebruik aan het begin van elke alinea een signaalwoord, maar zorg ook voor afwisseling in je signaalwoorden.
  • Per alinea een voor- of nadeel!
  • Gebruik evenveel voor- als nadelen
  • Zorg voor een goede alinea-indeling: kernzin met signaalwoord/onderbouwing/slotzin van de alinea: elk deelonderwerp heeft zijn eigen alinea. 

Slide 7 - Tekstslide

Goede zinnen
Het is dus redelijk recent officieel ingevoerd, maar het concept is in Europa en zelfs in Nederland niet nieuw. - Aan het einde van de alinea, mooie afsluiting.

Daarnaast speelt niet alleen het water een rol maar denk ook aan hitte - signaalwoord = goed! Alleen nog even een komma voor 'maar'.

Tot slot moet je ook kijken naar de ligging van je woning. Nederland is een laaggelegen land. Door de opwarming van de aarde, smelt het ijs en ligt de zeespiegel steeds hoger. Dit betekent dat er een grote kans bestaat dat er in de toekomst een deel van Nederland zal overstromen. - Deze zinnen vloeien! Signaalwoord aan het begin, verwijswoorden = goed!

Slide 8 - Tekstslide

Minder goede zinnen
Het RIVM heeft de Nutri-score erg recent ingevoerd. Met ingang van dit jaar heeft de overheid de Nutri-score ingevoerd. - Twee dezelfde soort zinnen?

Door de harde klap die je op je hersenen krijgt is de kans groter dat je door hersenkneuzing of hersenschudding ook Tinnitus kan krijgen. - Welke harde klap? En zin loopt niet lekker. Verder wederom tinnitus is met een kleine letter.

Het fenomeen Nutri-score is niet gebaseerd op het meeste gezonde product. Het vergelijkt namelijk alleen dezelfde soort producten. - Vaag en plak de zinnen aan elkaar. 


Slide 9 - Tekstslide

Slot
  • Geef aan het begin van je slot duidelijk de conclusie ( = antwoord op de vraag).
  • Gebruik iets (voorbeeld/anekdote) uit je inleiding om de cirkel rond te maken.

Slide 10 - Tekstslide

Goed slot
Samengevat, de Nutri-Score is een relatief nieuw fenomeen in de supermarkt. Hij beoordeeld producten van dezelfde categorie op de aanwezigheid of afwezigheid van bepaalde voedingsstoffen en bepaalt daarmee of een product gezond, of ongezond is. Het Nutri-Score label staat niet op alle producten; de meeste A-merk producten missen zo een label en onverpakt voedsel mist hem ook.
Experts twijfelen nog aan het succes van de Nutri-Score, ze betwijfelen of dat het echt zal leiden tot gezondere keuzes van de consument in de supermarkt.
De Nutri-Score is dus langzaamaan de race begonnen om de titels van gezondheid te veroveren, nu alleen jij nog!

Slide 11 - Tekstslide

Peerfeedback
  •  Lees de tekst van je klasgenoot eerst rustig door.
  •  Lees de tekst nu intensief met een rode pen! Streep alles aan wat fout of onduidelijk is!
  •  Geef nuttige feedback!

Slide 12 - Tekstslide

Plagiaat
  • Meer dan acht woorden letterlijk overnemen uit een bron is plagiaat!
  • Vermeld bij elke zin of na elke alinea waar je informatie vandaan komt.

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeelden
Voorbeelden zorgen voor herkenning bij de lezer. 

Alhoewel de verblijven in dierentuinen de afgelopen twintig jaar wat groter en wat natuurlijker zijn geworden, blijven ze toch een slap aftrekstel van de natuurlijke leefomgeving van dieren. Denk maar niet dat een gorilla het verschil niet merkt tussen het Afrikaanse regenwoud en de dierentuin van Rotterdam. Zelf naar voedsel zoeken bijvoorbeeld of zelf een partner uitkiezen, kilometers rondtrekken en interactie met andere wilde dieren: het is allemaal onmogelijk in een dierentuin. En de hele dag aangestaard worden door hordes mensen zonder je terug te kunnen trekken, lijkt ook bepaald geen pretje.

Slide 14 - Tekstslide

Vergelijkingen
Met een vergelijking kan je lezer zich een betere voorstelling maken van het onderwerp; je benoemt de overeenkomst tussen het onderwerp (de werkelijkheid) en iets anders (het beeld). 

1. In de schoolbus zaten wij dicht op elkaar.
2. In de schoolbus zaten wij opeengepakt als haringen in een ton.

1. Veel studenten wonen in een huis met troep.
2. Veel studenten wonen in een zwijnenstal.

1. De zon scheen op mijn wangen (en ik vond het fijn).
2. De zon streelde mijn wangen.


Slide 15 - Tekstslide

Zinsbouw
Varieer met verschillende volgordes van zinnen om je tekst levendig te maken.

Hitler werd in 1933 de baas van Duitsland. Hitler wilde dat Duitsland de baas van de wereld zou worden, want hij vond dat het Duitse volk veel beter was dan de andere volkeren. Hij wilde daarom een oorlog beginnen. 

In 1933 werd Hitler de baas van Duitsland. Hitler wilde dat Duitsland de baas van de wereld zou worden, want hij vond dat het Duitse volk veel beter was dan de andere volkeren.  Daarom wilde hij een oorlog beginnen. 

Slide 16 - Tekstslide

Zinslengte

Slide 17 - Tekstslide

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: donderdag!
  • Huiswerk: -
  • Meenemen: -
  • Programma: definitieve versie beschouwing schrijven, succes! Neem voor de zekerheid je eigen laptop mee.

Slide 18 - Tekstslide