10022021
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Zinsdelen
Woordsoorten
persoonsvorm
onderwerp
werkwoordelijk gezegde
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
bijwoordelijke bepaling
zelfstandig naamwoord
lidwoord
bijvoeglijk naamwoord
persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord
vragend voornaamwoord
onbepaald voornaamwoord
voorzetsel
bijwoord
Slide 3 - Sleepvraag
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Het plezier
A
concreet zelfstandig naamwoord
B
abstract zelfstandig naamwoord
C
eigennaam
Slide 7 - Quizvraag
De taal
A
concreet zelfstandig naamwoord
B
abstract zelfstandig naamwoord
C
eigennaam
Slide 8 - Quizvraag
Nederland
A
concreet zelfstandig naamwoord
B
abstract zelfstandig naamwoord
C
eigennaam
Slide 9 - Quizvraag
In welke zin zit geen onbepaald lidwoord?
A
Hij kent een leerling die school erg mist.
B
Ik heb een sneeuwpop gemaakt in de sneeuw.
C
Een van de leerlingen uit 1Va let niet op.
D
Een online les is leuker dan een gewone les.
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
bepaald lidwoord
onbepaald lidwoord
abstract zelfstandig naamwoord
concreet zelfstandig naamwoord
zelfstandig naamwoord - eigennaam
bijvoeglijk naamwoord
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 12 - Sleepvraag
bepaald lidwoord
onbepaald lidwoord
abstract zelfstandig naamwoord
concreet zelfstandig naamwoord
zelfstandig naamwoord - eigennaam
bijvoeglijk naamwoord
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 13 - Sleepvraag
bepaald lidwoord
onbepaald lidwoord
abstract zelfstandig naamwoord
concreet zelfstandig naamwoord
zelfstandig naamwoord - eigennaam
bijvoeglijk naamwoord
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 14 - Sleepvraag
bepaald lidwoord
onbepaald lidwoord
abstract zelfstandig naamwoord
concreet zelfstandig naamwoord
zelfstandig naamwoord - eigennaam
bijvoeglijk naamwoord
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 15 - Sleepvraag
bepaald lidwoord
onbepaald lidwoord
abstract zelfstandig naamwoord
concreet zelfstandig naamwoord
zelfstandig naamwoord - eigennaam
bijvoeglijk naamwoord
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 16 - Sleepvraag
bepaald lidwoord
onbepaald lidwoord
abstract zelfstandig naamwoord
concreet zelfstandig naamwoord
zelfstandig naamwoord - eigennaam
bijvoeglijk naamwoord
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 17 - Sleepvraag
bepaald lidwoord
onbepaald lidwoord
abstract zelfstandig naamwoord
abstract zelfstandig naamwoord
zelfstandig naamwoord - eigennaam
bijvoeglijk naamwoord
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 18 - Sleepvraag
bepaald lidwoord
onbepaald lidwoord
abstract zelfstandig naamwoord
concreet zelfstandig naamwoord
zelfstandig naamwoord - eigennaam
bijvoeglijk naamwoord
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 19 - Sleepvraag
bepaald lidwoord
onbepaald lidwoord
abstract zelfstandig naamwoord
concreet zelfstandig naamwoord
zelfstandig naamwoord - eigennaam
bijvoeglijk naamwoord
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 20 - Sleepvraag
Slide 21 - Tekstslide
Maak in je huis een selfie en bedenk daarbij een bijpassend abstract zelfstandig naamwoord. Zet in de beschrijving een zin waarin dat abstract zelfstandig naamwoord ook zit.
