Spelling: bijvoeglijk naamwoord

10 minuten lezen
timer
10:00
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

10 minuten lezen
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag 

  1. Huiswerk nakijken
  2. Uitleg: bijvoeglijk naamwoord
  3. Zelf aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Het lijdend voorwerp vind je door te vragen: 
WIE (OF WAT) + WERKWOORDELIJK GEZEGDE + ONDERWERP
Let op: 
Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp: geen goed antwoord op de vraag? Geen lijdend voorwerp!
Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel! 
Huiswerk nakijken
Waar? 
Bladzijde 84

Welke opdrachten?
1 tot en met 3





Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • 1 ongemanierdheid – jezelf krabben, je neus snuiten
  • 2 romans – verhaal over Walewein en verhaal over Ferguut
  • 3 deugden – zelfbeheersing, beleefdheid
  • 4 gulzig – grote porties opscheppen, grote happen nemen, snel eten
  • 5 onbeschaafd – iemand onderbreken, met een volle mond of hard en met veel gebaren spreken, onmatig zijn met drank
  • 6 tafelschikking – De gasten werden op volgorde van belangrijkheid aan tafel geplaatst. Aan de tafel op een verhoging zaten de gastheer en de voornaamste gasten. Hoe rijker de gast, hoe dichter hij bij de gastheer zat. De minder voorname gasten zaten aan de andere tafels.
  • 7 hiërarchisch – boven aan de sociale ladder had je de koning en de adel, onderaan boeren en bedienden. Binnen de adel bestonden ook nog eens verschillende rangordes.
  • 8 bestek – vork, mes
  • 9 gerechten – vlees- en vispasteien en stoofpotten
  • 10 hygiënisch – voor en na elk gerecht je handen wassen met geurig waswater, vlees snijden met een zelf meegebracht mes

Opdracht 1.2

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • 1 ongemanierdheid: onfatsoenlijkheid
  • 2 romans: verzonnen verhalen
  • 3 deugden: goede eigenschappen
  • 4 gulzig: veel en snel etend
  • 5 onbeschaafd: ongemanierd
  • 6 tafelschikking: plaatsing van personen tijdens een maaltijd
  • 7 hiërarchisch: volgens een rangorde
  • 8 bestek: eetgerei
  • 9 gerechten: delen van een maaltijd; spijzen
  • 10 hygiënisch: schoon; bevorderlijk voor de gezondheid

Opdracht 1.3

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden 2 en 3 uitprinten

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Lesdoel

Aan het einde van deze les:

  • kan je een bijvoeglijk naamwoord herkennen
  • weet je hoe je de lange en korte vorm spelt



Spelling - bijvoeglijk naamwoord

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag
Waar? 
Bladzijde 154

Welke opdrachten?
2 tot en met 5

Is dit huiswerk voor de volgende keer?
Ja

Wat moet ik doen als ik al klaar ben?
Je leest dan in je fictieboek


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies