H-2 paragraaf 2.2

V3I
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

V3I

Slide 1 - Tekstslide

V3F

Slide 2 - Tekstslide

V3F/V3I Welkom
- Je gaat zitten volgens de plattegrond
- Je komt op tijd in de les met de juiste spullen, dus zonder jas
- Telefoon → in je tas of op bureau vd docent (geen discussie!)
- Spullen in orde op tafel als de les begint
- Huiswerk in orde Niet gelukt? Nablijven; dezelfde dag
- Je hebt een actieve en positieve houding in de les
- GEEN DISCUSSIE - 1 waarschuwing - verwijderen



Slide 3 - Tekstslide

Materiaal
Heb je alle spullen bij je?
- Boek
- Chromebook/laptop
- Schrift/papier
- Rekenmachine

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk
Is het huiswerk 2.1 gelukt?

Zijn er nog vragen over het huiswerk?

Keuze uren.

Slide 5 - Tekstslide

Programma vandaag
- Begrippen puzzel (30 min)
- Even terugblikken op H-2 paragraaf 1 (15 min)
- Uitleg en oefenen H-2 paragraaf 2 (15 min)
- Maken huiswerk H-2 paragraaf 2 (20 min)

Slide 6 - Tekstslide

Begrippen puzzel
- Plak het goede begrip bij de juiste omschrijving.

- Plak deze op de juiste plek onder de omschrijving.
timer
30:00

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 10 H-2 paragraaf 1

a. Geef een verklaring voor het verschil tussen de twee vraaglijnen.


Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 10 H-2 paragraaf 1

b. Leg uit dat de organisatie op zaterdag € 360.000 ontvangt als de toegangsprijs € 60 is.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 10 H-2 paragraaf 1

c. Laat zien dat het idee van Henk in totaal meer dan 
€ 650.000 oplevert.

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 10 H-2 paragraaf 1

d. Geef met behulp van de bron een reden waarom Eshal het geen goed idee vindt om op beide dagen € 60 per kaartje te vragen.

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 10 H-2 paragraaf 1

e. Welk alternatief kan Eshal voorstellen? Verklaar je keuze en laat met een berekening zien dat je met dit voorstel ook alle kosten kunt betalen.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Verschuivingen van/over de lijn

Slide 14 - Tekstslide

H-2 paragraaf 2 
Winst is winst

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt met behulp van gegevens en formules de aangeboden hoeveelheid bepalen.

- Je kunt met behulp van gegevens en formules de kosten, opbrengsten en winst berekenen.

Slide 16 - Tekstslide

Omzet en winst
Afzet = aantal stuks dat wordt verkocht (Q = Quantity)
Omzet = Afzet x prijs (P = Prijs) van product of dienst
Omzet = totale opbrengst (TO = P x Q)

TK = Totale kosten
TW = Totale winst
TO - TK = TW

Slide 17 - Tekstslide

Vaste kosten en variabele kosten
Vaste kosten (constante kosten) = Zijn kosten die niet afhangen van het aantal geproduceerde goederen of diensten. Bijv. Huur

Variabele kosten = zijn kosten die wel afhangen van het aantal geproduceerde goederen en diensten. Bijv. katoen voor T-shirts

 

Slide 18 - Tekstslide

Vaste kosten en variabele kosten
Vaste kosten en variabele kosten = Totale kosten = (TK)
Formule TK = TK - 2Q + 100 (Q = aantal stuks)
2Q = staat voor de variabele kosten (hoe hoger het aantal stuks, hoe hoger de kosten)
Kostprijs = De totale kosten van een product.
Formule kostprijs = TK : Q

Slide 19 - Tekstslide

Aanbod van goederen
Aanbodlijn = een stijgen de lijn.
Aangeboden hoeveelheid = hoeveel een producent bereid is aan te bieden tegen een bepaalde prijs.

Slide 20 - Tekstslide

Actie! (stilte werktijd)
Paragraaf 2.2 Blz. 49, 50, 51, 52 en 53.
Opdrachten 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11 en 12.



Niet af? Wordt huiswerk.
timer
20:00

Slide 21 - Tekstslide

Blooket spelen

Slide 22 - Tekstslide