Versterk je argumenten en feedback

Versterk je argumenten en feedback
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Versterk je argumenten en feedback

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les:

1. Kun je net als een superheld je punt maken met sterke woorden - dat noemen we argumenten!
2. Kun je als een voetbalkeeper de ballen - of in dit geval, de argumenten van je klasgenoten - tegenhouden en terugkaatsen. Dat noemen we weerleggingen.
3. Kun je als een goede coach je vrienden tips geven om beter te worden. Dat noemen we constructieve feedback geven.

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer de leerdoelen en vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen kunnen.
Wat weet jij al over het formuleren van sterke argumenten en feedback geven?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Sterke argumenten
Een sterk argument is als een stevige hamburger: het heeft bewijs (het vlees), logica (het broodje), en het moet bij het onderwerp passen (de toppings). Stel je voor dat je jouw vriend wilt overtuigen om jouw lievelingsfilm te kijken. Je zou niet zeggen: "Die is leuk omdat ik het zeg!" In plaats daarvan zou je zeggen: "We moeten 'Finding Nemo' kijken omdat je van grappige dieren en avonturen houdt, en de film heeft een hoge score op IMDb!" Dat is een sterk argument.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat een sterk argument inhoudt en geef voorbeelden. Laat leerlingen oefenen met het formuleren van sterke argumenten.
Effectieve weerleggingen
Een goede weerlegging is als een perfecte tegenaanval in een videogame: het is gebaseerd op feiten (je kent de zwakke punten van je tegenstander), het is logisch (je gebruikt de juiste zet op het juiste moment) en het is gericht op het onderwerp (je vecht tegen de juiste vijand). 

Stel je voor dat je broer zegt: "Chocolade-ijs is het beste omdat het chocolade heeft!" Je kunt dan zeggen: "Dat is niet waar, want vanille-ijs is het best verkochte ijs ter wereld en niet iedereen houdt van chocolade." Zo heb je hem goed weerlegd!

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit wat een effectieve weerlegging inhoudt en geef voorbeelden. Laat leerlingen oefenen met het formuleren van effectieve weerleggingen.
Constructieve feedback
Constructieve feedback is als een voetbalcoach die je helpt om beter te worden. De coach zegt niet zomaar: "Je bent slecht!" In plaats daarvan zegt hij misschien: "Probeer de bal volgende keer met de binnenkant van je voet te trappen, dan gaat hij rechter." Het is specifiek, gaat over wat je doet (niet wie je bent) en is respectvol. Zo help je elkaar om beter te worden!

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit wat constructieve feedback inhoudt en geef voorbeelden. Laat leerlingen oefenen met het geven van constructieve feedback.
Oefenen
Laten we oefenen met het formuleren van sterke argumenten, effectieve weerleggingen en constructieve feedback. Ga in duo's zitten en kies uit een van de volgende stellingen: 
1. "Huiswerk moet worden afgeschaft."
2. "Mobiele telefoons moeten tijdens de lessen worden toegestaan."
3. "Schooluniformen zouden verplicht moeten zijn."
4. "Jongeren zouden op hun 14e al mogen stemmen."
5. "Zomervakantie zou korter moeten zijn met meer vakanties verspreid over het jaar."
6. "Fastfood restaurants zouden niet in de buurt van scholen moeten mogen zijn."
7. "LO zou dagelijks moeten worden gegeven."

Slide 7 - Tekstslide

Geef de leerlingen de gelegenheid om in kleine groepen te oefenen met het toepassen van de geleerde vaardigheden.
Een debat is net als een voetbalwedstrijd, maar dan met woorden. Hier is hoe het werkt
1. De Aftrap (Inleiding): Iedereen vertelt kort wat ze vinden en waarom.
2. De Wedstrijd (Argumenten): Iedereen legt uit waarom ze iets vinden. Ze gebruiken daarbij feiten of bewijzen.
3. Tegenactie (Weerleggingen): Iedereen reageert op wat de anderen hebben gezegd. Ze leggen uit waarom ze het er niet mee eens zijn.
4. Eindfluitje (Conclusies): Aan het einde vat iedereen nog eens samen waarom hun team het beste is.
En net als in een echte voetbalwedstrijd, speel je fair. Je respecteert elkaar, ook al ben je het niet eens.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 9 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 10 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.