Herhaling lesstof voorgaande hfdst deel 1

Révision
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Révision

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Révision: 
Het persoonlijk voornaamwoord
Het bezittelijk voornaamwoord
Les verbes
Het delend lidwoord
Getallen / kloktijden / vraagzinnen
Passé composé met avoir
vocabulaire




Slide 2 - Tekstslide

Planning d'aujourd'hui
*Parler français
*Voc   blz. 13 (voorstellen - iedere dag)     : LessonUp
*Voc   blz. 13 (viool spelen - de maaltijd)  : Prononciation
* avoir en être                                                       :  LessonUp
* Bezittelijk voornaamwoord                         : LessonUp
* Delend lidwoord                                 :  aantekeningen in je schrift



Slide 3 - Tekstslide

Quel temps fait-il aujourd'hui? 
Il fait beau                 Il fait mauvais
Il fait chaud               Il fait froid   
Il fait du soleil            Il pleut    
Il neige                           
Il fait du vent             Il est nuageux 

Slide 4 - Tekstslide

Quel temps fait-il aujourd'hui? 
Il y a du brouillard       Il gèle   et   il dégèle

        

Il a y de l'orage                 

Slide 5 - Tekstslide

Moyen de transport
Je vais à l'école...
en vélo
en scooter
à pied
en bus

Slide 6 - Tekstslide

Moyen de transports
en voiture    (le garage)
en avion       (l'airoport)
en train        (la gare)
en rer           (la voie)
en métro      (la station)
en bateau     (le havre)
en bus           (l'arrêt)

Slide 7 - Tekstslide

Welke vormen van het bezittelijk voornaamwoord weet je nog?

Slide 8 - Woordweb

Livre d'exercice
Wat:   maken blz. 1 en 2
Hoe:   uit je hoofd
Wie:    alleen
Tijd:    10 minuten
Klaar:  ga verder met blz. 3 en 4 (avoir en être)
Resultaat: samen nakijken

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf alle vervoegingen op van être in de présent.

Slide 10 - Woordweb

Schrijf alle vervoegingen op van avoir in de présent.

Slide 11 - Woordweb

Parler français
*Kunt u mij alstublieft helpen?
* Over vijf minuten moeten wij overstappen in Belleville.
* Ik moet mijn OV-chipkaart opladen bij de automaat
* Vanaf welk spoor vertrekt de RER?

* Welke lijn moeten wij nemen?  De lijn in de richting van Châtelet?
* Waar stappen we uit?         * Je moet met een pinpas betalen.
* Hoeveel tijd kost dat?  Ongeveer dertig minuten.

Slide 12 - Tekstslide

Vous pouvez m'aider, s'il vous plait? 
Il faut prendre quelle ligne? C'est la ligne en direction de Châtelet.

Slide 13 - Tekstslide

On descend où?
Dans cinq minutes, il faut changer 
à Belleville. 
  

Slide 14 - Tekstslide

Je dois recharger ma carte Navigo au distributeur. 
Tu dois payer par carte bancaire.


Slide 15 - Tekstslide

Le RER part de quelle voie? 
La voie 3

Slide 16 - Tekstslide

Cela prend combien de temps?
Le voyage dure environ trente minutes.

Slide 17 - Tekstslide