Lesweek 2: Vitale functies ademhalingsstelsel

Aan de slag!
Opdrachten
Titel: Zelfzorg
Module 7 Observeren van vitale functies
2 Meten van vitale functies

Titel: Anatomie en fysiologie
Module 7 Ademhalingsstelsel
1 Ademhalingsstelsel


1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
ZelfzorgMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Aan de slag!
Opdrachten
Titel: Zelfzorg
Module 7 Observeren van vitale functies
2 Meten van vitale functies

Titel: Anatomie en fysiologie
Module 7 Ademhalingsstelsel
1 Ademhalingsstelsel


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vitale functies ademhalingsstelsel
Les 2
Lesweek 2


IOZ, SCT

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning periode
Lesweek 1: Vitale functies polsslag
Lesweek 2: Vitale functies ademhalingsstelsel
Lesweek 3: Vitale functies en ziekten van de luchtwegen
Lesweek 4: Vitale functies en de bloedsomloop
Lesweek 5: Workshops
Lesweek 6: Ken je doelgroep
Lesweek 7: Vitale functies en het zenuwstelsel
Lesweek 8: Vitale functies en infectie
Lesweek 9: Pijn en pijnbeleving
Lesweek 10: Workshops

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen?
Opdrachten
Titel: Zelfzorg
Module 7 Observeren van vitale functies
2 Meten van vitale functies

Titel: Anatomie en fysiologie
Module 7 Ademhalingsstelsel
1 Ademhalingsstelsel


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerpen
  • Ademhaling
  • Luchtwegen
  • Ademhaling observeren
  • Zuurstofsaturatie meten
  • Zorgverlening bij ademhaling
  • Tripodhouding
  • Wijze van ademhalen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les:

  • Je kunt uitleggen wat de ademhaling als vitale functie inhoudt.
  • Je kunt benoemen wat de aandachtspunten zijn bij het meten van de ademfrequentie en de zuurstofsaturatie bij een cliënt
  • Je kunt het onderscheid maken in wat de normaal- en afwijkende waarden zijn van de ademfrequentie en de zuurstofsaturatie bij een cliënt.
  • Je kunt uitleggen hoe je de cliënt ondersteunt bij de ademhaling.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblikken

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding
De mate waarin vitale functies wel of niet accuraat werken, zegt iets over de kans op ziekte of mogelijk overlijden van een cliënt. 

Het bieden van adequate zorg aan cliënten bij wie deze vitale functies niet accuraat functioneren, is van belang om hen (zo snel mogelijk) te helpen herstellen hiervan. 

Dit kun je alleen doen als je weet hoe je kunt herkennen dat vitale functies niet accuraat functioneren en welke zorg je hierbij kan en mag verlenen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ademhalingsstelsel

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ademhaling

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

02:22
Leg in eigen woorden uit hoe jouw ademhaling wordt geregeld vanuit de hersenstam

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ademhaling
  • Je luchtwegen vormen de verbinding tussen de buitenlucht en het longweefsel
  • Via de luchtwegen vindt transport van zuurstof (O2)  en koolstofdioxide (CO2) plaats. 
  • De zuurstof gaat naar je longen en het CO2 wordt uit je longen verwijderd.


inademing = inspiratie
uitademing = expiratie



Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als je inademt, hoeveel % van deze lucht bevat zuurstof?
A
97%
B
21%
C
55%
D
65%

Slide 15 - Quizvraag

Inademingslucht: 21% uit zuurstof en voor 79% uit stikstof. 
Als je uitademt, hoeveel % van deze lucht bevat er dan zuurstof?
A
2%
B
21%
C
5%
D
16%

Slide 16 - Quizvraag

Uitademingslucht: bestaat voor 77% uit stikstof, voor 16% uit zuurstof, voor 4% uit koolzuurgas en voor 3% uit waterdamp 
Luchtwegen
De bovenste luchtwegen zijn:

  • mondholte (cavum oris);
  • neusholte (cavum nasi);
  • keelholte (pharynx);
  • strottenhoofd (larynx).

De onderste luchtwegen zijn:
  • luchtpijp (trachea);
  • luchtpijpvertakkingen (bronchiën);
  • longbuisjes (bronchiolen);
  • longblaasjes (alveolen).








Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:56
Beschrijf hoe de ademhalingsbewegingen werkt

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

01:05
Waarom haal je adem?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

02:08
Beschrijf hoe zuurstof vanuit de lucht naar je kleine teen komt!

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De ademhaling observeren
Waarom is het belangrijk om de ademhaling van je cliënt te observeren?
  • Een veranderde ademhaling kan duiden op verslechtering of verbetering van de gezondheidstoestand van een cliënt.

Belangrijke observatiepunten:
- geluid;
- frequentie;
- diepte;
- gelijkmatigheid;
- ritme.




Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In normale, gezonde omstandigheden is een ademhaling ... hoorbaar.
A
wel
B
niet

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Geluid 
  • Normale toestand niet hoorbaar 
  • Bij problemen in de luchtwegen, zoals vernauwing of obstructie, kunnen abnormale geluiden hoorbaar zijn

tijdens inademen (inspiratoir);
tijdens uitademen (expiratoir).

bijgeluiden
stethoscoop

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geluiden tijdens inademen?

Slide 25 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

VOORBEELD
snurkende ademhaling > Belemmering bovenste luchtwegen

piepende ademhaling > vernauwing bovenste luchtwegen (zwelling of constrictie)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geluiden tijdens uitademen?

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

VOORBEELD
Geluid tijdens het uitademen ontstaat in geval van een vernauwing of obstructie van de lage luchtwegen

hijgend, piepend en/of rochelende ademhaling > astma, COPD of een longontsteking 

piepende ademhaling > zwelling van de slijmvliezen van de bovenste luchtwegen

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Frequentie
De ademhalingsfrequentie is het aantal ademhalingen per minuut. Je telt een in- en uitademing samen als één ademhaling. 

Normaalwaarden voor de ademhalingsfrequentie zijn bij:

  • volwassenen: 9 t/m 14 keer per minuut;
  • kinderen: 20 t/m 30 keer per minuut;
  • baby's: 30 t/m 40 keer per minuut.


Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zodra je als (persoonlijk) begeleider start met het tellen en observeren van de ademhaling, is het van belang dat de cliënt zich daarvan ... bewust is.
A
wel
B
niet

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Observeren van de ademhaling
Het observeren van de ademhaling doe je als volgt:


  1. Laat de cliënt een voor hem comfortabele houding aannemen.
  2. Voel de hartslag aan de pols en laat niet merken dat je ondertussen de ademhaling observeert.
  3. Tel de ademhaling gedurende dertig seconden en vermenigvuldig het totaal hiervan met twee. Je weet nu het aantal ademhalingen per minuut.
  4. Observeer tegelijkertijd de ademhaling op diepte en gelijkmatigheid, ritme en geluid.



Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Ga naar Thieme > Zelfzorg > Module 7 > 2 Meten van de vitale functies > Lees de volgende kopjes in paragraaf 2.1.2:
- Diepte 
- Gelijkmatigheid
- Ritme

En beantwoord de vragen op de volgende dia

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een snelle, diepe ademhaling kan bijvoorbeeld voorkomen bij
A
het gebruik van (te veel) slaapmiddelen
B
een hersenbloeding
C
infecties

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een trage, diepe ademhaling kan bijvoorbeeld voorkomen bij
A
bewusteloosheid door een te hoog bloedsuikergehalte
B
bepaalde hart- en vaatziekten
C
een obstructie en/of vernauwing van de luchtwegen

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Bij het observeren van het ademhalingsritme let je op de verhouding tussen de ...... die nodig is om in en uit te ademen en het patroon van de ademhaling. Bij een normaal ademhalingsritme is de ...... van uitademen ongeveer twee keer de ...... van inademen.
Welk woord ontbreekt er?

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De zuurstofsaturatie meten
Zuurstof wordt via de longen doorgegeven aan het hemoglobine (Hb) dat zich in de rode bloedcellen bevindt            wordt de zuurstof vervoerd naar de organen, zoals de hersenen, de lever, de nieren en de huid.

Wat is                         ?


saturatie
Mate van gebonden O2 aan het HB in de arteriele bloedsomloop.
Gezonde persoon
Bij gezonde personen is de saturatiewaarde tussen de 95 en 100%.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zorgverlening bij de ademhaling
  • Raam openen
  • Knellend kleding losmaken
  • Gevoelens van angst bespreken
  • Helpen doorhoesten
  • Mondverzorging (uitdroging)
  • Houding
  • Ademinstructie; wijze van ademhalen

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tripodhouding

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wijze van ademhalen
Geef instructie aan de cliënt over de wijze van ademhalen en hoe hij het ademhalen kan vergemakkelijken. Het kan goed werken als je dit voordoet. 
Je kunt ook met de cliënt meedoen om te laten zien wat je van hem verwacht. 

Voorbeeld ademhalingsritme:
  • neus in (2 seconden);
  • pauze (1 seconde);
  • mond uit (4 seconden).



Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen check
Jij kunt nu...

  • Uitleggen wat de ademhaling als vitale functie inhoudt.
  • Benoemen wat de aandachtspunten zijn bij het meten van de ademfrequentie en de zuurstofsaturatie bij een cliënt
  • Het onderscheid maken in wat de normaal- en afwijkende waarden zijn van de ademfrequentie en de zuurstofsaturatie bij een cliënt.
  • Uitleggen hoe je de cliënt ondersteunt bij de ademhaling.


Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik geef deze les het volgende cijfer:
010

Slide 44 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb de volgende feedback
voor deze les:

Slide 45 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Vooruitblikken
Thieme
Titel: Pathologie
Module 7 Ziekte van de luchtwegen
1 Hoesten
2 Ademhalingsproblemen







Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies