maandag 21 juni 2A

startopdracht

Maak de opdrachten op het blad op je tafel. 
Als je klaar bent, ga je verder met opdracht 1 op de volgende bladzijde.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

startopdracht

Maak de opdrachten op het blad op je tafel. 
Als je klaar bent, ga je verder met opdracht 1 op de volgende bladzijde.

Slide 1 - Tekstslide

Emine is vandaag ontzettend blij, ........... haar zusje is vannacht geboren.
A
want
B
en
C
ook
D
bovendien

Slide 2 - Quizvraag

Haar moeder zei eergisteren nog dat ze een paar dagen geduld moest hebben, ........ ineens was ze er.
A
maar
B
toch
C
want
D
en

Slide 3 - Quizvraag

Emine heeft allerlei spulletjes voor haar zusje gekocht, ......... kleertjes, een knuffeltje en een speentje.
A
maar
B
ook
C
verder
D
zoals

Slide 4 - Quizvraag

__ laat ze haar hele klas een foto van het kleine meisje zien.
A
En
B
Toch
C
Bovendien
D
Maar

Slide 5 - Quizvraag

We gaan straks een tekst lezen over snoep
Eerst beantwoorden we een aantal vragen voordat we de tekst lezen. Daarna gaan we de tekst intensief lezen.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is jouw favoriete snoepgoed?
(bijv. chocola, drop, spek)

Slide 7 - Woordweb

Ik heb meer gesnoept tijdens corona dan daarvoor.
Eens
Oneens

Slide 8 - Poll

Geef een verklaring (reden) voor de titel van de tekst.

Slide 9 - Open vraag

Wat is een voorbeeld van een opsomming?
A
Het vermoeden was er al (r. 1)
B
Mensen in Nederland zijn meer gaan snoepen (r. 2)
C
Vooral winegums, drop en chocolade (r. 3/4)
D
Geen van deze antwoorden is een opsomming.

Slide 10 - Quizvraag

Wat wordt er bedoeld met 'een schepje er bovenop doen'(alinea 2)

Slide 11 - Open vraag

Wat is de reden dat het Voedingscentrum verwacht dat mensen minder gaan snoepen? (al.4)

Slide 12 - Open vraag

De tekst heeft het over de lagere verkoopcijfers van kauwgum.
Hoe zou dat komen? (al. 6)

Slide 13 - Open vraag

Welk signaalwoord hoort bij een opsomming?
A
argument (r. 20)
B
maar (r. 20)
C
daarnaast (r. 20)
D
geen van deze antwoorden

Slide 14 - Quizvraag

Welk woord geeft een tegenstelling weer?
A
vermoeden (r. 1)
B
vooral r.( 3)
C
echter (r. 4)
D
minder (r. 5)

Slide 15 - Quizvraag

Waarom maakt het voedingscentrum zich zorgen?
A
Snoep is duurder geworden.
B
Veel mensen zijn nu al te dik.
C
Mensen kopen nu te veel snoep.
D
De overheid moet maatregelen nemen.

Slide 16 - Quizvraag

Wat is suikertaks?
geef je antwoord met 3 woorden.

Slide 17 - Open vraag

Op welke vraag krijg je antwoord?
A
Hoeveel suiker zit er in snoep?
B
Hoe krijg je dezelfde smaak en structuur?
C
Hoelang zijn snoepfabrikanten al bezig de ontwikkeling?
D
Kan er snoep worden gemaakt met minder suiker?

Slide 18 - Quizvraag

Opdracht in stilte
Lees in stilte  de rest van de tekst vanaf: 
Gelukshormoon in chocola

Opdracht: 
1. Lees de tekst en onderstreep de signaalwoorden.
2. Zet in de kantlijn bij welk tekstverband deze horen.
Een tekst met veel onderstreepte woorden + tekstverband = +


Slide 19 - Tekstslide

Pim Pam Pet
We gaan Pim Pam Pet spelen.
https://wordwall.net/nl/resource/516156/pimpampet

schrijf het juiste woord op je wisbordje

Slide 20 - Tekstslide