Vermogensrecht H19 en H20

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
JuridischMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Bij welke koop wordt de klant meteen eigenaar van het gekochte product?
A
Bij huurkoop
B
Bij koop op afbetaling

Slide 7 - Quizvraag

Voor welke partij zitten de meeste voordelen aan huurkoop?
A
verkoper
B
koper

Slide 8 - Quizvraag

Bij welke goederenkredietovereenkomst wordt onder eigendomsvoorbehoud geleverd?
A
Bij koop op afbetaling
B
Bij huurkoop

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een duurzame informatiedrager?

Slide 10 - Woordweb

Hoe lang is de bedenktijd voor de consument bij een goederenkrediet-overeenkomst?
A
5 dagen
B
7 dagen
C
14 dagen
D
30 dagen

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Wie moet de lekkende kraan in de keuken repareren?
A
de huurder
B
de verhuuder

Slide 16 - Quizvraag

De verwarmingsketel is stuk. Wie moet voor reparatie of vervanging zorgen?
A
de huurder
B
de verhuurder

Slide 17 - Quizvraag

Voor wiens rekening komt het binnen schilderwerk?
A
voor rekening van de verhuurder
B
voor rekening van de huurder

Slide 18 - Quizvraag

Je schildert je muren, je ladder valt om en veroorzaak schade aan de muur. Voor rekening is die schade?
A
voor jouw rekening (de huurder dus)
B
voor rekening van de verhuurder, de eigenaar van de woning

Slide 19 - Quizvraag

Je woont in een huurhuis. De lamp aan de buitengevel valt op de medewerker van Post NL als hij een pakje bij je bezorgt. Wie is aansprakelijk voor de schade die de medewerker van Post NL heeft opgelopen?
A
Jij bent als huurder (en houder) van de woning aansprakelijk
B
De verhuurder is als eigenaar van de woning aansprakelijk

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Je woont in een huurwoning en wilt een kamer doorverhuren aan een studente. In de huurovereenkomst is hierover niets geregeld. Mag je de kamer doorverhuren?
A
ja, hier is sprake van onderverhuur en dat is toegestaan
B
nee, onderverhuur is niet toegestaan
C
ja, hier is sprake van wederverhuur en dat is toegestaan
D
nee, wederverhuur is niet toegestaan

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

De verhuurder heeft jou in een aangetekende brief laten weten dat hij de huurovereenkomst wil beëindigen. Jij reageert niet op zijn opzegging. Mag hij er nu van uitgaan dat je akkoord gaat met de opzegging?
A
Ja, want wie zwijgt, stemt toe
B
Nee, de verhuurder moet nu een vordering tot huurbeëindiging indienen bij de kantonrechter

Slide 24 - Quizvraag

De kantonrechter mag, vanwege de huurbescherming, alleen toetsen aan de vijf opzeggingsgronden
A
Dat is juist
B
Nee, de rechter mag de huuropzegging ook op andere gronden toekennen

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide