Begrippen hoofdstuk 5

Hoeveel landen betalen met de Euro?
A
51
B
27
C
19
1 / 16
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Hoeveel landen betalen met de Euro?
A
51
B
27
C
19

Slide 1 - Quizvraag

Wat is export?
A
Uitvoer
B
Invoer

Slide 2 - Quizvraag

Waar verdienen we geld mee?
A
export
B
import

Slide 3 - Quizvraag

Over welke hoofdstukken gaat het SE van economie?
A
hoofdstuk 4 en 5
B
Hoofdstuk 5, 6 en 7
C
hoofdstuk 4, 5 en 6
D
Geen SE

Slide 4 - Quizvraag

De export is 400 miljard. De import is 300 miljard. Wat is het saldo op de betalingsbalans?
A
+100
B
-100
C
0

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een reden om te exporteren?
A
Omdat iets goedkoper is
B
We het klimaat niet hebben
C
om geld te verdienen

Slide 6 - Quizvraag

Nederland is een...
A
Gesloten economie
B
Open economie

Slide 7 - Quizvraag

Welke kenmerken heeft de EU?
A
Vrij verkeer van goederen en diensten
B
Vrij verkeer van personen?
C
Vrij verkeer van kapitaal
D
Protectionisme

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent het als een land een ‘gesloten economie’ heeft?
A
Dat het land een hoog overschot heeft op de betalingsbalans.
B
Dat het land naar verhouding weinig in- en uitvoert ten opzichte van het nationaal inkomen
C
Dat het land in verhouding veel export en weinig import heeft.
D
Dat het land een groot deel van het nationaal inkomen verdient met export of besteedt aan import.

Slide 9 - Quizvraag

Ayoub en Tygo gaan op vakantie naar Spanje.
Is er voor Spanje sprake van import of van export wanneer zij als toeristen naar Spanje gaan? Waarom?

A
Export, want Spanje verdient geld vanuit het buitenland.
B
Export, want Spanje betaalt geld aan het buitenland.
C
Import, want Spanje verdient geld vanuit het buitenland.
D
Import, want Spanje betaalt geld aan het buitenland.

Slide 10 - Quizvraag

In de Europese Unie is er een interne markt. Duitsland is ook lid van de EU.
Veel Duitsers werken in Nederland
Vul in: Dit is toegestaan omdat er in de EU vrij verkeer van … is.

A
Kapitaal
B
Goederen
C
Goederen en diensten
D
personen

Slide 11 - Quizvraag

De Wereldhandelsorganisatie WTO probeert vrijhandel in de wereld te
stimuleren.
Welke van de onderstaande maatregelen bevordert de vrijhandel in de wereld?

A
Importheffingen instellen
B
Importquota instellen

Slide 12 - Quizvraag

De Wereldhandelsorganisatie WTO probeert vrijhandel in de wereld te
stimuleren.
Welke van de onderstaande maatregelen bevordert de vrijhandel in de wereld?

A
Importheffingen instellen
B
Importquota instellen
C
Invoerrechten afschaffen
D
Protectionisme bevorderen

Slide 13 - Quizvraag

In de Europese Unie is er een interne markt. Polen is ook lid van de EU.
Veel Polen werken in Duitsland en Nederland.
Vul in: Dit is toegestaan omdat er in de EU vrij verkeer van … is.

A

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de EMU?
A
Alle landen binnen Europa
B
Alle landen binnen de Europese Unie
C
Alle landen die met de euro betalen

Slide 15 - Quizvraag

Waarom importeren we?
A
Om geld te verdienen
B
omdat we bepaalde producten niet in NL hebben

Slide 16 - Quizvraag