2.5 De Mol (en een beetje dichtheid)

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Deze les

• Vragen huiswerk?
• Check dichtheid
• Uitleg molaire massa 
  
• Koppeling blokschema met dichtheid
  
  
• Maken; opdrachten (zie studiewijzer)

Leerdoelen

1. Je leert om de molaire massa uit te rekenen van moleculen
   
2. Je leert om van gram naar mol te rekenen (en andersom)
   

Kleiner, groter of gelijk aan deel B?

Checkvraag dichtheid

Over de dichtheid van het materiaal van deel A kan gezegd worden:

1. Kleiner dan B
2. Groter dan B
3. Gelijk aan B
4. Geen idee, ik moet gokken

Mijn argumentatie:

1. Het volume van A is groter, dus het gewicht van B is ook hoger.
2. Zowel het volume als de massa van B zijn tweemaal zo laag.
3. Het aantal moleculen in deel A is twee keer zo veel.
4. Geen idee, ik moest gokken.

Chemische hoeveelheid (mol)

Chemische hoeveelheid (mol)

• 1,0 mol H₂O betekent dat je 6,02 . 10²³ moleculen H₂O hebt.
• 2,5 mol O₂ betekent dat je 2,5 x 6,02 . 10²³ moleculen O₂ hebt.
• 8,9 . 10⁻⁶ mol H₂ betekent dat je 8,9 . 10⁻⁶ x 6,02 . 10²³ moleculen H₂ hebt.

M​m​​=​n​​m​​

m=M​m​​⋅n

n=​M​m​​​​m​​

Deze les

• Vragen huiswerk?
• Check dichtheid
• Uitleg molaire massa 
  
• Koppeling blokschema met dichtheid
  
  
• Maken; opdrachten (zie studiewijzer)