Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
4.2 Rekenen met de mol
2.5 Rekenen met de mol
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
2.5 Rekenen met de mol
Slide 1 - Tekstslide
Deze les
Uitleg mol en Avogadro
Lezen par. 2.5.
Oefenen!
Afsluiting (reflectie op de doelen)
Aan het begin van de volgende les is er ruimte om vragen uit 2.4 na te kijken en te bespreken.
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Je leert wat in de scheikunde wordt bedoeld met mol
Je leert rekenen met massa, mol en aantal moleculen
Slide 3 - Tekstslide
Wat is de molecuulmassa
van NH3? (N is stikstof)
Bereken de vraag
Gebruik de afbeelding
A
16,0 u
B
17,0 u
C
18,0 u
D
19,0 u
Slide 4 - Quizvraag
Is de ionmassa gelijk aan de molecuulmassa?
A
Nee, elektronen zijn even zwaar als protonen
B
Nee, het aantal neutronen verschilt, dus ook de massa
C
Ja, de massa van protonen in te verwaarlozen
D
Ja, de massa van elektronen is te verwaarlozen
Slide 5 - Quizvraag
de molecuulmassa van water is
A
16,0 u
B
32,0 u
C
34,0 u
D
18,0 u
Slide 6 - Quizvraag
Terugblik: Atomaire massa eenheid
Molecuulmassa gegeven in u (unit)
Molecuulmassa = som van de atoommassa's (Binas 99)
1 u = 1,66*10
-27
kg = 1,66*10
-24
g (Binas 7A)
Moleculen zijn zo licht, dat je bij een experiment enorm veel moleculen gebruikt.
Slide 7 - Tekstslide
Hoeveelheid
Kijk naar de volgende plaatjes en bedenk een andere woord voor de hoeveelheid die je ziet!
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Begrippen van hoeveelheid
Paar
Dozijn
Gros
Een dozijn eieren, kippen, olifanten of wat dan ook, het is altijd een
vaste hoeveelheid
.
Slide 12 - Tekstslide
Begrippen van hoeveelheid
De
mol
is ook zo'n
vaste hoeveelheid
.
1 mol = 6,02*10
23
(deeltjes, v.b: moleculen/atomen)
=
Constante van Avogadro (N
A
)
, zie
Binas 7A
Dus 1 mol water bestaat uit evenveel moleculen als 1 mol goud!
Slide 13 - Tekstslide
Rekenen van mol naar moleculen
N
A
= constante van Avogadro (6,02 x 10
23
) (
Binas 7A
)
Slide 14 - Tekstslide
Voorbeeld 1
Bereken hoeveel moleculen aanwezig zijn in 3,0 mol goud.
Antwoord
3,0 mol * 6,02*10
23
= 18*10
23
moleculen
Denk aan de significantie!
Slide 15 - Tekstslide
Voorbeeld 2
Bereken hoeveel mol overeenkomt met 4,5*10
24
moleculen.
Antwoord
4,5*10
24
/ 6,02*10
23
= 7,5 mol
Slide 16 - Tekstslide
Hoeveel moleculen zijn aanwezig in 2,00 mol zwaveldioxide?
A
12,04*10^24
B
1,20*10^24
C
3,32*10^-24
D
3,3*10^-24
Slide 17 - Quizvraag
Molaire massa
De molecuulmassa druk je uit in u (1 u = 1,66*10
-27
kg)
De
molaire massa
(M) druk je uit in gram per mol (g mol
-1
)
Molecuulmassa en molaire massa zijn gelijk, maar met een andere eenheid.
Molecuulmassa H
2
O = 18,02 u
Molaire massa H
2
O = 18,02 g/mol
(Zie ook
Binas 98
)
Slide 18 - Tekstslide
Hoeveel gram is 1 mol water?
1 mol = 6,02 x 10
23
moleculen
1 molecuul H
2
O weegt 18,02 u
6,02 x 10
23
moleculen x 18,02 u = ......u en....
massa (u)
massa (g)
Slide 19 - Tekstslide
Blokschema chemisch rekenen
In het
blokschema
kun je de formules afleiden om van de ene grootheid naar de andere grootheid te rekenen.
Leer dit blokschema/formules uit je hoofd!
Het symbool voor de molaire massa is officieel alleen de hoofdletter M.
Slide 20 - Tekstslide
Voorbeeld 3
Bereken hoeveel mol overeenkomt met 25 gram water.
Antwoord
Molaire massa H
2
O = 18,015 g/mol
n = m / M
n = 25 g / 18,015 g/mol = 1,4 mol
Slide 21 - Tekstslide
Voorbeeld 4
Bereken hoeveel gram overeenkomt met 0,32 mol stikstof.
Antwoord
Molaire massa N
2
= 14,01*2=28,02 g/mol
m = n * M
n = 0,32 mol * 28,02 g/mol = 9,0 g
Slide 22 - Tekstslide
Hoeveel mol komt overeen met 120 gram ijzer?
A
7,22*10^25
B
2,00*10^-22
C
2,15 mol
D
6,70*10^2 mol
Slide 23 - Quizvraag
Opdrachten
Maak de B en C vragen.
Slide 24 - Tekstslide
Deze les
Uitleg mol en avogadro
Lezen 4.2
Oefenen, maken opgaven:
Afsluiting (reflectie op de doelen)
Slide 25 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
4.2 Rekenen met de mol
Oktober 2024
- Les met
22 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
2.5 Rekenen met de mol
Januari 2024
- Les met
24 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
2.4 Rekenen met de mol
Oktober 2023
- Les met
25 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
H2.5 De mol
September 2021
- Les met
22 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
De mol herhaling
Oktober 2024
- Les met
19 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
4.2 Rekenen met de mol
Oktober 2019
- Les met
18 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
3.2 Chemische hoeveelheid
December 2021
- Les met
22 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
3.2 Chemische hoeveelheid
November 2019
- Les met
21 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4