Kapitel 6: 1e en 4e naamval + voorzetsels

  • Leseprüfung

  • Kapitel 6: Wortschatz 
Aufgabe 2, 9, 10, 23, 31, 32,42, 52 

  • Die Fälle: 1e en 4e naamval (Wiederholung)
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

  • Leseprüfung

  • Kapitel 6: Wortschatz 
Aufgabe 2, 9, 10, 23, 31, 32,42, 52 

  • Die Fälle: 1e en 4e naamval (Wiederholung)

Slide 1 - Tekstslide

Goed onthouden!

Slide 2 - Tekstslide

Uit je hoofd leren!
       männlich       weiblich     sächlich     Mehrzahl
1    der Mann       die Frau      das Kind     die Kinder
4   den Mann      die Frau      das Kind     die Kinder

1    ein Mann        eine Frau    ein Kind    meine Kinder
4   einen Mann   eine Frau    ein Kind    meine Kinder

Slide 3 - Tekstslide

Als een zinsdeel onderwerp van de zin is, gebruik je ...
A
De 1e naamval
B
De 2e naamval
C
De 3e naamval
D
De 4e naamval

Slide 4 - Quizvraag

Als een zinsdeel lijdend voorwerp van de zin is, gebruik je ...
A
De 1e naamval
B
De 2e naamval
C
De 3e naamval
D
De 4e naamval

Slide 5 - Quizvraag

Vul de juiste naamvallen in:
D... Mann sieht d... Kind
A
Die Mann, das Kind
B
Der Mann, die Kind
C
Der Mann, das Kind
D
Die Mann, den Kind

Slide 6 - Quizvraag

Vul de juiste naamvallen in:
D... Frau sieht d... Mann
A
Die Frau, das Mann
B
Der Frau, die Mann
C
Die Frau, der Mann
D
Die Frau, den Mann

Slide 7 - Quizvraag

Plusopdracht:
Vul de juiste naamvallen in:
D... Junge sieht d... Hund
A
Der Junge, den Hund
B
Das Junge, der Hund
C
Der Junge, der Hund
D
Den Junge, den Hund

Slide 8 - Quizvraag

Voorzetsels 4e naamval
durch
für
ohne
um
bis
gegen

Slide 9 - Tekstslide

Kapitel 6

Aufgabe 47, 49 (Arbeitsbuch 125, 126)

Slide 10 - Tekstslide