In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Hoeveel geld heb je maandelijks nodig?
Slide 2 - Woordweb
geld maakt gelukkig
A
eens
B
oneens
Slide 3 - Quizvraag
Leerdoel 1/3
- Je kunt het stelsel van sociale zekerheid schematisch weergeven en uitleggen hoe dit stelsel bijdraagt aan de verzorgings- en verzekeringsfunctie van de verzorgingsstaat.
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoel 2/3
- Je kunt de historische achtergronden van het stelsel van sociale zekerheid beschrijven, de verschillende gehanteerde functies en uitgangspunten uitleggen en socialezekerheidsregelingen classificeren binnen de stelsels van Bismarck en Beveridge.
Slide 5 - Tekstslide
Leerdoel 3/3
-Je kunt dilemma’s rond (minimale) overheidszorg herkennen en daarin een onderbouwd standpunt bepalen.
Slide 6 - Tekstslide
Sociaal minimum
De hoogte is moeilijk te bepalen. Gaat het hier alleen om eten, drinken en wonen of moeten ook ontspanning en sociale participatie worden meegenomen?
982,79 euro per maand alleenstaand 21 jaar
Slide 7 - Tekstslide
Donatie voor arme kant van Meppel
Slide 8 - Tekstslide
Stelling: Ook kinderen uit gezinnen met weinig geld moeten een goede fiets en een smartphone hebben! Wat vind jij en waarom?
Slide 9 - Open vraag
Dilemma sociaal minimum
Enerzijds moet het sociaal minimim laag genoeg zijn om mensen te motiveren om aan het werk te gaan Anderzijds moet het hoog genoeg zijn om van te kunnen leven en deel te kunnen nemen aan de samenleving
Slide 10 - Tekstslide
Wet Werk en Bijstand
Heb je geen baan en geen recht op een andere uitkering dan is er dit vangnet van sociale zekerheid
Gebasseerd op het sociaal minimum (70% min.loon)
Slide 11 - Tekstslide
Twee functies verzekering
Minimumbehoeftefunctie: bijstand
Solidariteitsbeginsel
Loondervingsfunctie: WW (percentage van laatstverdiende loon) equivalentiebeginsel
Slide 12 - Tekstslide
Twee uitgangspunten
Draagkracht van de leefeenheid: uitkering is wel afhankelijk van huishouden
Individuele rechten en plichten: uitkering is niet afhankelijk van huishouden
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Bismarckiaans
Garanderen sociale en economische status doormiddel van premies
Slide 15 - Tekstslide
Werknemersverzekeringen
Ontstaan eind 19e eeuw toen groepen arbeiders elke week geld bij elkaar legden. Als er dan eens iemand ziek werd dan werd hij uit deze pot doorbetaald.
Slide 16 - Tekstslide
Werknemersverzekeringen
Voordeel van werknemersverzekering is dat je inkomen niet meteen drastisch minder wordt als je geen werk meer hebt
Dit is ook een voordeel voor de economie als geheel
Slide 17 - Tekstslide
Beveridgiaans
Garanderen van minimuminkomen
doormiddel van belastingen
werkenden betalen voor niet werkenden
Slide 18 - Tekstslide
Het is oneerlijk dat werkenden betalen voor niet-werkenden
A
eens
B
oneens
Slide 19 - Quizvraag
Volksverzekeringen
Na WOII kwam het besef dat alle mensen recht zouden moeten heben op sociale zekerheid
Deze verzekeringen, die altijd beginnen met 'algemene', zijn er voor iedereen die in Nederland woont of werkt.
Slide 20 - Tekstslide
Sociale verzekeringen
Volks- en werknemersverzekeringen samen
Werknemers en werkgevers betalen hier samen voor doormiddel van premies
Slide 21 - Tekstslide
Sociale voorzieningen
Dit is er voor om ervoor te zorgen dat niemand onder het sociaal minimum zakt (wet werk en bijstand) Wordt betaald uit belastingen
Slide 22 - Tekstslide
brutoloon is...
A
loon voor belastingaftrek en premies
B
loon na belanstingaftrek en premies
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
Meer weten?
Wil je meer weten over de voedselbank en met name over de gezinnen die hiervan afhankelijk zijn? Kijk dan naar de volgende documentaire van de voedselbank in Groningen