Materiële zorgvuldigheidsbeginsel
Inhoudelijk moet een zorgvuldig besluit worden genomen (omvat drie a.b.b.b.):
1) belangenafweging (art. 3:4 lid 1 Awb) alle belangen tegen elkaar worden afgewogen
2) evenredigheid (art. 3:4 lid 2 Awb) nadelige gevolgen van een besluit mogen niet onevenredig zwaar wegen in verhouding tot het doel waarvoor het is genomen
3) verbod van willekeur (art.3:4 lid 2 Awb) als een bestuursorgaan in redelijkheid niet tot een bepaald besluit had kunnen komen