In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Wat is een synoniem?
Slide 1 - Open vraag
Noem een voorbeeld van een synoniem
Slide 2 - Open vraag
Wat is het onderwerp van de tekst?
Slide 3 - Open vraag
Als je het fietsgebruik in Nederland vergelijkt met het fietsgebruik in het buitenland, welk verschil valt je dan op? Gebruik voor je antwoord informatie in alinea 1 en 5.
Slide 4 - Open vraag
Noteer uit alinea 2 de redenen om geen helm te dragen.
Slide 5 - Open vraag
Hebben reclamecampagnes om de fietshelm te gebruiken wel of geen effect? Leg uit.
Slide 6 - Open vraag
Voor welk gevolg zijn deskundigen vooral bang als de fietshelm wordt verplicht?
Slide 7 - Open vraag
Lees tekst 6 en 7. Sluit de informatie in alinea 4 van tekst 5 aan bij het doel van de stichting Fietshelm is hoofdzaak? (tekst 6) Leg je antwoord uit.
Slide 8 - Open vraag
Waardoor begint de discussie over het fietshelmgebruik juist in de zomer vaak opnieuw? Noem twee redenen.
Slide 9 - Open vraag
Leg uit waarom de Fietsersbond helmgebruik ‘schijnveiligheid’ (tekst 6) vindt.
Slide 10 - Open vraag
Noteer uit tekst 6 en 7 de positieve effecten van een helmplicht en de negatieve effecten.
Slide 11 - Open vraag
Noteer uit tekst 7 de activiteiten waarbij mensen wel gewend zijn een helm te gebruiken.
Slide 12 - Open vraag
Bij welke tekst past de volgende stelling het best? In Nederland zou iedere fietser in het dagelijkse verkeer een fietshelm moeten gebruiken.