t3g - 29/5

Welkom T3
Telefoon in de tas aan de muur (op stil aub)
Pak je werkboek erbij!
Schrift op tafel
EN EEN PEN
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom T3
Telefoon in de tas aan de muur (op stil aub)
Pak je werkboek erbij!
Schrift op tafel
EN EEN PEN

Slide 1 - Tekstslide

Agenda eerste uur
Inloop/Absentie - 5 min
Uitleg opdracht Betoog - 10 min
Plan van aanpak maken - 30 min
Afronding - 5 min

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg Betoog
Morgen, tijdens de les, schrijven jullie een Betoog over de doodstraf (voor of tegen).  In deze les maken jullie daarvoor een schrijfplan. 

Jullie krijgen van mij een theorieboekje, met daarin een leeg schrijfplan. Bedenk wat jouw standpunt is, noteer argumenten en tegenargumenten
timer
10:00
Niet praten!

Slide 3 - Tekstslide

Aan de slag
Vul het schrijfplan in. 
  • Lees goed de theorie. 
  • Noteer eerst jouw standpunt. 
  • Bedenk dan argumenten en  tegenargumenten
  • Bedenk daarna een goede, pakkende inleiding. 
  • Als laatste maak je een sterk slot; samenvatting, conclusie, aanbeveling en een goede uitsmijter!
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 1
1. Wat is het standpunt van de schrijver? 
2. Welk argument gebruikt de schrijver om zijn standpunt te onderbouwen?

Slide 5 - Tekstslide

Standpunt en onderbouwing
Nederland zou géén golfterreinen ('greens') moeten hebben, want Nederland heeft al zo weinig natuur.

Deze zin heeft twee delen; het standpunt en het argument.

Slide 6 - Tekstslide

De verplichte fietshelm
1. Wat is jouw standpunt m.b.t. dit onderwerp?

Slide 7 - Tekstslide

Fietsers moeten een helm dragen, want
Verzin 4 argumenten waarom fietsers een helm moeten dragen.

Slide 8 - Tekstslide

Argumenten
Argument 1 - het dragen van een fietshelm voorkomt ernstig letsel bij ongelukken.

Argument 2 - het dragen van een fietshelm zorgt ervoor dat fietsers zich bewust zijn van hun kwetsbaarheid.
Argument 3 - fietsers kunnen soms net zo hard als een scooter en scooterrijders moeten ook een helm dragen.
Argument 4 - in het buitenland is men ook verplicht fietshelmen te dragen.


Slide 9 - Tekstslide

A=Het dragen van een fietshelm voorkomt ernstig letsel bij ongelukken.
Leg bovenstaand argument uit in één alinea (minimaal 100 woorden)
Geef een uitleg bij het argument en bedenk een voorbeeld.
A=argument
U=uitleg (bescherming hoofd)
B= bijvoorbeeld: beschrijf een verkeersituatie die fout kan gaan voor de fietser (maar gelukkig wél een helm op.
timer
15:00

Slide 10 - Tekstslide

Bjivoorbeeld zo:
Mensen op elektrische fietsen of fat bikes gaan heel hard, soms net zo hard als scooterrijders. Wanneer een fietser op het fietspad rijdt en een automobilist wil afslaan op dezelfde weg, wordt zijn snelheid vaak verkeerd ingeschat. De automobilist denkt: ik kan nog wel afslaan voordat de fietser hier is, want ik ben veel sneller met de auto. Als de automobilist de bocht neemt, botst de fietser met een hoge snelheid op de auto. De fietser valt, breekt misschien wat, maar als hij een fietshelm draagt, is zijn hoofd in ieder geval wel beschermd.

Slide 11 - Tekstslide

TEKST 2
De bekende beuk in het Mastbos in Breda staat op sterven. De boom is meer dan 250 jaar oud, maar hij zal binnenkort gekapt worden.

Slide 12 - Tekstslide

Reactie 1
1.Bomenfluisteraar’ Netty van Rijckevorsel trekt zich het lot van de boom aan. ‘Ik hoor hem zeggen: ‘Geef me nog drie maanden de tijd”. Het klinkt zweverig, maar hij voelt zich alleen gelaten. De mens moet meer samenwerken met de natuur, is de boodschap van de boom.’ Staatsbosbeheer houdt het erop dat behoud van de boom gevaarlijk is doordat hij is aangetast door de reuzenzwam. ‘Je kunt het ook zien aan de schimmeldraden op de boom waar net een tak is afgebroken’, zegt boswachter Liza van Velzen. ‘We hebben alles afgezet rond de boom omdat mensen geraakt kunnen worden door afbrekende takken.’ 

Slide 13 - Tekstslide

Reactie 2
Bies Bonenkamp: Bomen kunnen eeuwenoud worden. Die weten heus meer dan wij mensen. Je moet je daar gewoon voor openstellen. Het is dom om alleen te denken met je verstand.

Slide 14 - Tekstslide

Reactie 3
Reactie Driek Drooglever: Zal Staatsbosbeheer niet weten wat er met een boom aan de hand is? Iedereen kan toch zien dat die boom van buitenaf wordt aangetast? Geloof je je ogen ook niet als je ergens een paddenstoel ziet, soms? Denk je dan ook: nee, dat is geen paddenstoel, maar gezichtsbedrog. Ik moet die boom eerst maar eens vragen wat dat is?

Slide 15 - Tekstslide

Reactie 4
Reactie Siem Sluiter: Die boom is gewoon gevaarlijk. Die moet om. Het is maar een boom. Jammer dan

Slide 16 - Tekstslide

Schrijf een overtuigende tekst
– Vermeld in de inleiding op wie je reageert en noem je standpunt.
– Het middenstuk bevat twee argumenten  voor jouw standpunt met allebei een voorbeeld of uitleg. 
- In de derde alinea noem  je een tegenargument en bedenk vervolgens wat je daartegenin kunt brengen
– Trek in het slot de conclusie dat de boom behouden moet blijven of gekapt moet worden.
timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Je mening geven
1.  Op het plein verzamelen zich dagelijks oude mannen om daar met elkaar een praatje te maken. Zij zitten op een bankje rond een oude boom. De gemeente wil het bankje weghalen en de hangouderen verjagen. Ik ben het daar niet mee eens.

2. Ten eerste heeft niemand last van de oude mannen.

Slide 18 - Tekstslide

Wat komt in elk geval in de inleiding van een overtuigende tekst?
A
anekdote
B
argument
C
ervaring
D
mening

Slide 19 - Quizvraag

Waarmee vul je de alinea aan?
A
nieuw argument
B
standpunt van een ander
C
een uitleg én een voorbeeld
D
een vergelijking

Slide 20 - Quizvraag


A

Slide 21 - Quizvraag

Vul een tweede argument in. Gebruik een signaalwoord voor opsomming.

Slide 22 - Open vraag

Hoe ziet de laatste alinea van een overtuigende tekst eruit?
A
je geeft nieuwe argumenten en eindigt met je standpunt
B
herhaling argumenten eindigen met standpunt
C
eerst noem je je standpunt en daarna herhaal je je argumenten
D
je trekt alleen de conclusie dat je standpunt is bewezen

Slide 23 - Quizvraag