Rekenen met schaal: Ontdek de verhoudingen!

Rekenen met schaal: Ontdek de verhoudingen!
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Rekenen met schaal: Ontdek de verhoudingen!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
  • Aan het einde van de les kun je een schaal berekenen en daarmee een werkelijke afstand of grootte bepalen.
  • je kunt vanaf een werkelijke grootte t.o.v. een schaalmodel de schaal bepalen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over het rekenen met schaal?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een schaal?
Een schaal geeft de verhouding weer tussen de werkelijke grootte en de weergegeven grootte op bijvoorbeeld een kaart.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten schalen
Er zijn drie soorten schalen: de natuurlijke schaal, de verkleinende schaal en de vergrotende schaal.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
dit is een verkleinende schaal
B
dit is een vergrotende schaal
C
dit is een natuurlijke schaal
D
dit is gewoon een mug

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schaal berekenen
je noteert een schaal zo:
1:1000    1 eenheid van het schaalmodel is 1000 eenheden in werkelijkheid
1: 10.000  1 eenheid van het schaalmodel is 10.000 eenheden in werkelijkheid
Om de schaal te berekenen, deel je de werkelijke grootte door de weergegeven grootte.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schaal berekenen
132 cm : 5,5, cm = 24
de schaal is 1 :24

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toepassing van schaal
Met de schaal kun je werkelijke afstanden of groottes berekenen op basis van kaarten of modellen.
Bij een schaal van 1 : 25.000 
  • meet je eerst de afstand op de kaart bijv. 2 cm
  • pas dit toe op de schaal, de verhouding
  • 1 : 25.000 wordt dan 2 : 50.000 (allebei x 2 )
  • bedenk dat het cm's zijn: 2 cm is in werkelijkheid 5000 meter

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 10 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.