Week 4 les 1

Willkommen!
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Willkommen!

Slide 1 - Tekstslide

Das Programm für Heute
- Herhaling 
- Uitleg gebruik der, die en das
-Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Doelen

-Ik weet wanneer ik der/die/das moet gebruiken

-Ik weet wanneer een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is

- Ik leer nieuwe woorden en ga deze oefenen

Slide 3 - Tekstslide

ich
du
sie
er
es
man
wir
ihr
sie
Sie
IK
U
ZIJ MV.
JULLIE
WIJ
MEN
HET
ZIJ EV.
HIJ
JIJ

Slide 4 - Sleepvraag

Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 5 - Sleepvraag

Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 6 - Sleepvraag




Lidwoorden: is een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Wat weet je al?
We gaan kijken hoeveel je zonder uitleg al weet. Maak de de quiz: welke woorden zijn der, die of das?

Slide 9 - Tekstslide

Bestellung
1/8
A
der
B
die
C
das

Slide 10 - Quizvraag

Freundin
2/8
A
der
B
die
C
das

Slide 11 - Quizvraag

Meerschweinchen
3/8
A
der
B
die
C
das

Slide 12 - Quizvraag

Gesundheit
4/8
A
der
B
die
C
das

Slide 13 - Quizvraag

Pilot
5/8
A
der
B
die
C
das

Slide 14 - Quizvraag

Aufgabe
6/8
A
der
B
die
C
das

Slide 15 - Quizvraag

Fenster
7/8
A
der
B
die
C
das

Slide 16 - Quizvraag

Frühling
8/8
A
der
B
die
C
das

Slide 17 - Quizvraag

Aantekening voor in je portfolio!
Mannelijke woorden:
  • alle mannelijke mensen en dieren: der Lehrer
  • alle dagen van de week: der Montag
  • alle seizoenen: der Sommer
  • alle maanden: der Oktober
der Kater

Slide 18 - Tekstslide

Vrouwelijke woorden:
  • alle vrouwelijke mensen en dieren: die Oma
  • de meeste woorden op -e: die Adresse
  • alle woorden op -ung: die Zeitung
  • alle woorden op -schaft: die Freundschaft
  • alle woorden op -heit: die Freiheit
  • alle woorden op -keit: die Fröhlichkeit 
die Katze

Slide 19 - Tekstslide

Onzijdige woorden:
  • alle woorden op -chen: das Kaninchen
  • de meeste het-woorden: das Dorf 
das Buch

Slide 20 - Tekstslide

Ken je alle ezelsbruggetjes? Neem ze nog één keer goed door en maak de volgende 8 quizvragen. Succes!

Slide 21 - Tekstslide

-chen
1/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)

Slide 22 - Quizvraag

seizoen
2/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)

Slide 23 - Quizvraag

-schaft
3/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)

Slide 24 - Quizvraag

biologisch geslacht
4/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)

Slide 25 - Quizvraag

-e
5/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)

Slide 26 - Quizvraag


6/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)

Slide 27 - Quizvraag

-ung
7/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)

Slide 28 - Quizvraag

het
8/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)

Slide 29 - Quizvraag

En nu kijken we of het je lukt de regels op woorden toe te passen. Weet jij welk ezelsbruggetje op het woord van toepassing is? Zet 'm op! Je krijgt weer 8 vragen.

Slide 30 - Tekstslide

Ausländer
1/8
vertaling
A
biologisch man/vrouw
B
verkleinwoord
C
dag/maand/seizoen
D
vrouwelijke uitgang

Slide 31 - Quizvraag

Panne
2/8
vertaling
A
verkleinwoord
B
dag/maand/seizoen
C
het-woord
D
vrouwelijke uitgang

Slide 32 - Quizvraag

Wasser
3/8
vertaling
A
vrouwelijke uitgang
B
het-woord
C
biologisch man/vrouw
D
dag/maand/seizoen

Slide 33 - Quizvraag

Männlichkeit
4/8
vertaling
A
het-woord
B
biologisch man/vrouw
C
vrouwelijke uitgang
D
verkleinwoord

Slide 34 - Quizvraag

Wochenende
5/8
vertaling
A
dag/maand/seizoen
B
vrouwelijke uitgang
C
het-woord
D
verkleinwoord

Slide 35 - Quizvraag

Polizistin
6/8
vertaling
A
verkleinwoord
B
biologisch man/vrouw
C
het-woord
D
dag/maand/seizoen

Slide 36 - Quizvraag

Mannschaft
7/8
vertaling
A
biologisch man/vrouw
B
verkleinwoord
C
vrouwelijke uitgang
D
het-woord

Slide 37 - Quizvraag

Mädchen
8/8
vertaling
A
het-woord
B
vrouwelijke uitgang
C
biologisch man/vrouw
D
verkleinwoord

Slide 38 - Quizvraag

Alles onder de knie?
Beantwoord de volgende 9 vragen in stilte
Kies snel je antwoord, je hebt 3 seconden per vraag!
Heb je alles goed?
Tot slot maken we de allereerste test nóg een keer. Heb je nu wel (bijna) alles goed? Zet 'm op!

Slide 39 - Tekstslide

Bestellung
1/8
A
der
B
die
C
das

Slide 40 - Quizvraag

Freundin
2/8
A
der
B
die
C
das

Slide 41 - Quizvraag

Meerschweinchen
3/8
A
der
B
die
C
das

Slide 42 - Quizvraag

Gesundheit
4/8
A
der
B
die
C
das

Slide 43 - Quizvraag

Pilot
5/8
A
der
B
die
C
das

Slide 44 - Quizvraag

Aufgabe
6/8
A
der
B
die
C
das

Slide 45 - Quizvraag

Fenster
7/8
A
der
B
die
C
das

Slide 46 - Quizvraag

Frühling
8/8
A
der
B
die
C
das

Slide 47 - Quizvraag

Huiswerkopdrachten
Opdracht 15 bladzijde 56
Opdracht 16 bladzijde 57

Slide 48 - Tekstslide

Oefenen



https://quizlet.com/_9a389n?x=1qqt&i=1l8xlk
Na het oefenen doe je de proeftoets en lever je een screenshot van je score in via Google Classroom.
timer
10:00

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide