Een gezonde houding en beweging

Een gezonde houding en beweging

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kan jij:
- Uitleggen wat een goede lichaamshouding is
- Uitleggen hoe rugklachten voorkomen kunnen worden
- Uitleggen waarom lichaamsbeweging goed is voor de gezondheid

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen kunnen.

Wat weet jij al over een goede lichaamshouding en beweging?

Een goede lichaamshouding

Een goede lichaamshouding is belangrijk om rugklachten te voorkomen. Zorg dat je rechtop staat en je schouders ontspannen zijn. Houd je voeten op heupbreedte en verdeel je gewicht gelijkmatig over beide benen.

Laat de leerlingen hun eigen houding bekijken en corrigeren waar nodig.

Voorkomen van rugklachten

Rugklachten kunnen worden voorkomen door een goede lichaamshouding aan te nemen en regelmatig te bewegen. Zorg ook voor een goede stoel en bureau op school of thuis.

Laat de leerlingen hun eigen stoel en bureau bekijken en eventueel aanpassen.

Beweging is gezond

Lichaamsbeweging is goed voor de gezondheid. Het houdt je hart en bloedvaten gezond en vermindert de kans op overgewicht. Probeer elke dag minstens een half uur matig intensief te bewegen.

Laat de leerlingen nadenken over manieren waarop zij meer kunnen bewegen.

Staand werken

Staand werken kan rugklachten voorkomen en is goed voor de bloedcirculatie. Zorg wel voor een goede en stabiele ondergrond en wissel staand werken af met zitten.

Laat de leerlingen eventueel staand werken en bekijk samen de voordelen hiervan.

Sporten

Sporten is een goede manier om aan voldoende beweging te komen. Kies een sport die bij je past en waar je plezier aan beleeft. Beweeg minstens drie keer per week gedurende een half uur intensief.

Laat de leerlingen nadenken over welke sporten zij leuk vinden en eventueel al beoefenen.

Beweging in het dagelijks leven

Ook in het dagelijks leven kan je meer bewegen. Neem de trap in plaats van de lift, ga op de fiets naar school of loop een extra rondje met de hond.

Laat de leerlingen nadenken over manieren waarop zij meer kunnen bewegen in het dagelijks leven.

Zitten

Zitten kan belastend zijn voor de rug en nek. Zorg voor een goede stoel en bureau op school of thuis en probeer regelmatig te bewegen en van houding te veranderen.

Laat de leerlingen hun eigen houding bekijken en eventueel aanpassen tijdens het zitten.

Slaaphouding

Een goede slaaphouding is ook belangrijk voor een gezonde rug. Zorg voor een stevig matras en kussen en slaap op je zij of rug.

Laat de leerlingen nadenken over hun eigen slaaphouding en eventueel aanpassen.

Ontspanning

Ontspanning is ook belangrijk voor een gezonde rug. Zorg voor voldoende rust en slaap en ontspan je spieren regelmatig door bijvoorbeeld yoga of een massage.

Laat de leerlingen nadenken over manieren waarop zij kunnen ontspannen.

Samenvatting

Een goede lichaamshouding, regelmatig bewegen en ontspanning zijn belangrijk voor een gezonde rug en algehele gezondheid. Zorg voor een goede stoel en bureau op school of thuis en beweeg elke dag minstens een half uur matig intensief.

Herhaal kort de belangrijkste punten van de les.

Quiz

Test je kennis!
1. Wat is een goede lichaamshouding?
2. Hoe vaak per week moet je minstens matig intensief bewegen?
3. Wat is een goede slaaphouding?

Gebruik een quiztool om de kennis van de leerlingen te testen.

Opdracht

Maak een plan voor hoe jij meer kan bewegen op een dag. Bedenk minstens drie manieren en schrijf op waarom beweging goed is voor de gezondheid.

Laat de leerlingen individueel of in groepjes werken aan de opdracht.

Presentatie

Presenteer je plan aan de klas. Leg uit welke manieren jij hebt bedacht om meer te bewegen en waarom dit goed is voor de gezondheid.

Laat de leerlingen hun plan presenteren aan de klas.

Reflectie

Reflecteer op wat je hebt geleerd. Wat vond je interessant? Wat vond je lastig? Wat ga je toepassen in je eigen leven?

Laat de leerlingen individueel reflecteren en eventueel kort bespreken in de klas.

Einde

Dit was de les over een gezonde houding en beweging. Bedankt voor het meedoen!

Rond de les af en bedank de leerlingen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.