In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
1.3 Conflictgedrag en conditioneren
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
-Terugblik en vragen bespreken
-Afmaken 1.2
-Uitleg en maken 1.3
Slide 2 - Tekstslide
Nu
Bespreken van 1.2 opdracht 23 en 25.
Dan opdracht 29, 32, 33 en 35 maken
Klaar?
Lees blz 21.
Maak opdracht 38, 39 en 40
timer
5:00
Slide 3 - Tekstslide
Begrippen 1.3 dl 1
-conflictgedrag
-ambivalant gedrag
-omgericht gedrag
-overspronggedrag
Slide 4 - Tekstslide
Conflict gedrag
Komt voor als twee gedragssystemen in conflict komen.
Dit gebeurt wanneer tegenstrijdige prikkels tegelijk tegenstrijdige gedragssystemen oproepen.
Drie vormen:
-Ambivalent gedrag
-Omgericht gedrag
-Overspronggedrag
Slide 5 - Tekstslide
Ambivalent gedrag
Het dier vertoont afwisselend gedragselementen uit beide gedragssystemen.
Bijv. op de grens van een territorium:
Twee tegengestelde gedragssystemen tegelijkertijd zichtbaar, vluchten en vechten
Slide 6 - Tekstslide
Overspronggedrag
Ongepast gedrag voor de situatie.
Bijv. bij spelagressie. Om een intern conflict op te lossen (spelen of vechten?) gaan dieren soms maar heel iets anders doen, zoals zichzelf likken om de stress te verminderen.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
0
Slide 9 - Video
Omgericht gedrag
Het gedrag wordt gericht op een ander doel/ object
Wie slaat er wel eens met de deur als hij boos is?
Het gedragssyteem agressie wordt op iets heel anders gericht
Slide 10 - Tekstslide
Je moeder is boos omdat je slechte examenresultaten behaalde. Ze maakt geen ruzie met je maar gaat de was doen.
Je gaat je rijexamen afleggen, waarvoor je heel zenuwachtig bent. Je stapt in de auto en zou eigenlijk het liefst weer uitstappen. Toch blijf je zitten. Maar het duurt een tijdje voor je je gordel vast maakt en klaar bent voor vertrek
Met je pas verkregen rijbewijs rijd je de auto van je pa in de prak. Wanneer je hem het nieuws vertelt slaat hij met zijn vuist op tafel.
A. Ambivalent gedrag
B. Overspronggedrag
C. Omgericht gedrag
Slide 11 - Tekstslide
Je moeder is boos omdat je slechte examenresultaten behaalde. Ze maakt geen ruzie met je maar gaat de was doen.
Je gaat je rijexamen afleggen, waarvoor je heel zenuwachtig bent. Je stapt in de auto en zou eigenlijk het liefst weer uitstappen. Toch blijf je zitten. Maar het duurt een tijdje voor je je gordel vast maakt en klaar bent voor vertrek
Met je pas verkregen rijbewijs rijd je de auto van je pa in de prak. Wanneer je hem het nieuws vertelt slaat hij met zijn vuist op tafel.
2=A. Ambivalent gedrag
1=B. Overspronggedrag
3=C. Omgericht gedrag
Slide 12 - Tekstslide
Nu
Lees blz 21.
Maak opdracht 38, 39 en 40
Klaar? Lees blz. 22
timer
7:00
Slide 13 - Tekstslide
1.3 Conflictgedrag en conditioneren
Slide 14 - Tekstslide
Vandaag
-Afronden 1.3
-Voorbereiden VO van morgen
-Start 1.4
PROEFWERK H1 op maandag 18 september
Slide 15 - Tekstslide
Aanleren
In paragraaf 1.5, blz. 30, bron 7
In deze paragraaf al 2 manieren van leren:
klassiek en operant conditioneren.
Slide 16 - Tekstslide
Conditioneren
Dit is een vorm van passief leren.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Conditioneren
2. Operant conditioneren --> leren met belonen en straffen