4.5 V2 Feiten en Meningen 2024

De industriële revolutie
P4.5 Feiten en meningen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De industriële revolutie
P4.5 Feiten en meningen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Uitleg: Feiten en meningen
  • Oefenen in P5: Feit of mening.
  • Je kunt hulpmiddelen noemen en gebruiken om te bepalen of iets een feit of een mening is, of dat dat onzeker is. 

Slide 2 - Tekstslide

In je eigen woorden: wat is een feit?
timer
0:30

Slide 3 - Open vraag

Feit:
Iets waarvan we zeker weten dat het zo gebeurd is

Kan niet over gediscussieerd worden

Slide 4 - Tekstslide

In eigen woorden: Wat is een mening?
timer
0:30

Slide 5 - Open vraag

Mening
Iets wat iemand ergens van vindt
Staat niet vast

Vaak te herkennen aan een waardeoordeel

Slide 6 - Tekstslide

Meneer Egberink is de beste docent ooit!
A
Mening
B
Feit
C
Feit
D
Feit

Slide 7 - Quizvraag

Jullie zijn de leukste leerlingen hier op school
A
Feit
B
Feit
C
Feit
D
Mening

Slide 8 - Quizvraag

Nederland heeft zondag met 1-2 van Polen gewonnen
A
Feit
B
Mening

Slide 9 - Quizvraag

Nederland heeft tegen Polen een goede wedstrijd gespeeld
A
Feit
B
Mening

Slide 10 - Quizvraag

Het Romeinse Rijk strekte van Engeland tot Egypte
A
Feit
B
Mening

Slide 11 - Quizvraag

Het Romeinse Rijk was een groots rijk
A
Feit
B
Mening

Slide 12 - Quizvraag

Adolf Hitler was een slechte man
A
Feit
B
Mening

Slide 13 - Quizvraag

Limburgers zijn gezelliger dan Brabanders
A
Feit
B
Mening

Slide 14 - Quizvraag

Feiten en meningen
Dat Julius Caesar door mede-senatoren is vermoord, is een gebeurtenis die echt heeft plaatsgevonden. Er bestaan goede bronnen uit die tijd die erover vertellen. We noemen het daarom een feit (we kunnen het controleren)

Je kunt over dat  feit verschillende meningen hebben. Een historicus zou kunnen beweren: 'het is maar goed dat Caesar is vermoord, want hij is een wrede tiran'. Een mening is iets wat iemand ergens van vindt.

Hoe meer feitelijk informatie in een bron staat hoe betrouwbaarder de bron is.

Slide 15 - Tekstslide

Waarom is een feitelijke bron betrouwbaarder?

Slide 16 - Open vraag

Afbeeldingen zijn altijd 'feitelijke' bronnen, omdat er geen mening in voorkomt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Welke mening herken je in deze twee afbeeldingen?

Slide 18 - Tekstslide

Bij geschiedenis zijn zowel meningen als feiten belangrijk.

Bedenk een vraag rondom Julius Caesar, waarbij meningen belangrijker zijn dan feiten.

Slide 19 - Open vraag

Als je zo nauwkeurig mogelijk wil weten hoe Julius Caesar is vermoord. Wat voort soort informatie heb je dan vooral nodig?
A
Meningen
B
Feiten

Slide 20 - Quizvraag

Is hier sprake van feiten of een mening?
A
Feiten
B
Meningen

Slide 21 - Quizvraag

Is hier sprake van feiten of een mening?
A
Meningen
B
Feiten

Slide 22 - Quizvraag

Is hier sprake van feiten of een mening?
A
Feiten
B
Meningen

Slide 23 - Quizvraag

Is hier sprake van feiten of een mening?
A
Feiten
B
Meningen

Slide 24 - Quizvraag

Aan de slag
Memo P4.5: opdracht 1 t/m 5 (samen)
P4.6 (voor jezelf)

Slide 25 - Tekstslide