jr1 - H3 Woordenschat - uitdrukkingen

Nederlands jaar 1
Hoofdstuk 3 uitdrukkingen 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands jaar 1
Hoofdstuk 3 uitdrukkingen 

Slide 1 - Tekstslide

Wie kent een uitdrukking of gezegde met het woord 'huis'?

Slide 2 - Woordweb

Wat is eigenlijk een uitdrukking?

Een uitdrukking is een vaste combinatie van woorden met een figuurlijke betekenis. 

Figuurlijk betekent dat er iets anders staat dan dat er wordt bedoeld.

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel: ik ken de 12 uitdrukkingen en hun betekenis van deze les

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Oplossing rebus:
Met de mond vol tanden staan.

Betekenis: 
niet weten wat je moet zeggen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Oplossing rebus:
Ze windt er geen doekjes om.

Betekenis: 
Ze zegt waar het op staat zonder er omheen te draaien

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Oplossing rebus:
Een kinderhand is gauw gevuld.

Betekenis: 
Met een kleinigheid tevreden zijn.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Opdracht
  1. Je krijgt allemaal een strookje uitgedeeld met daarop een uitdrukking
  2. De uitdrukking houd je geheim.
  3. Op het papier maak je een rebus van de uitdrukking (je krijgt hiervoor 10 min)

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht (deel 2)
  1. Maak groepjes van 4
  2. Geef jullie 4 uitdrukkingen aan het volgende groepje (met de klok mee)
  3. Maak het opdrachtblad
  4. Een goede oplossing van de rebus is 3 punten en de juiste betekenis erbij is 5 punten (per uitdrukking zijn dus 8 punten te behalen
  5. Het groepje met de meeste punten heeft gewonnen

Slide 13 - Tekstslide

Afsluiting
• Welke uitdrukkingen kende je al?
• Welke uitdrukkingen kende je nog niet?
• Welke betekenissen wist je al?
• En welke wist je nog niet?

Slide 14 - Tekstslide

Brood op de plank hebben
Betekent: voldoende inkomen hebben

Twee vliegen in één klap
Betekenis: twee problemen gelijktijdig oplossen

De hond in de pot vinden
Betekent: te laat zijn voor het eten

Achter de wolken schijnt altijd de zon
Betekenis: Hoe slecht het er ook voor staat, het gaat voorbij en dan wordt het allemaal beter

Slide 15 - Tekstslide

De kat uit de boom kijken
Betekenis: Eerst afwachten voordat je wat gaat doen

Appeltje voor de dorst
Betekent: een reserve (geld) voor moeilijke tijden die misschien nog gaan komen

De bloemetjes buiten zetten
Betekenis: veel plezier maken, iets uitbundig vieren

Vlinders in je buik hebben
Betekenis: zenuwachtig zijn, meestal (maar niet altijd) doordat men verliefd is

Slide 16 - Tekstslide

Niet verder kijken dan je neus lang is
Betekenis: niet goed nadenken over wat de gevolgen kunnen zijn

Een kat in de zak kopen
Betekenis: Een miskoop doen

Door het oog van de naald kruipen
Betekent: Nog maar net van of aan iets ontsnappen

Het oog is groter dan de maag
Betekent: meer op je bord scheppen dan je op kunt

Slide 17 - Tekstslide