Column les 3

Dinsdag 10 maart - V3b
Vervolg column
Herhaling beeldspraak en stijlfiguren
Aan de slag!
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Dinsdag 10 maart - V3b
Vervolg column
Herhaling beeldspraak en stijlfiguren
Aan de slag!

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les heb je geleerd...
...welke kenmerken een column heeft.
...dat een column bijzonder en creatief taalgebruik bevat.

Slide 2 - Tekstslide

Deze les ga je leren...
...om zelf oefenen met creatief taalgebruik.
...welke vormen van beeldspraak en stijlfiguren er zijn (herhaling).

Slide 3 - Tekstslide

Creatief taalgebruik in de column over Nouri vs. MH17
  • "Het was een zwarte dag voor de families en naasten van de 298 slachtoffers maar omdat het vooral om Nederlanders ging, was het ook een nationaal trauma. Wekenlang domineerde het de voorpagina’s."
  • "Ik moet bekennen: op emotioneel niveau doet het mij niets. Helemaal niets."
  • "Ik heb geen seconde getreurd om de slachtoffers."
  • "Niet boeiend. Begrijp me niet verkeerd: ik vind het zielig voor de nabestaanden en ik had gewild dat de ramp niet was gebeurd maar het raakt bij mij geen snaar."
  • "Ik geef geen snars om voetbal."
  • "Ik had voor die fatale dag in Oostenrijk nog nooit van hem gehoord."
  • "Waarom rouw ik wel om Nouri en niet om MH17? Is het omdat Nouri moslim is? Een Marokkaanse Nederlander net als ik? Omdat het mijn broertje had kunnen zijn? En Nouri’s moeder mijn moeder had kunnen zijn?"
  • "Is het omdat de vliegramp zo veel slachtoffers kende dat die geen specifiek gezicht had? "

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling periode 1:
Beeldspraak en stijlfiguren

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag!
Opdracht:
Maak de vragen over beeldspraak en stijlfiguren op slides 24 t/m 57.

Slide 8 - Tekstslide

'Die Rembrandt vind ik mooier dan die Van Gogh.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metonymia
C
metafoor
D
personificatie

Slide 9 - Quizvraag

Ze praat als een kip zonder kop.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie
D
metonymie

Slide 10 - Quizvraag

De samenleving is ziek.
A
metafoor
B
metonymia
C
vergelijking
D
synesthesie

Slide 11 - Quizvraag

De maan bespiedde ons vanuit de hemel.
A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Metafoor
D
Beeldspraak

Slide 12 - Quizvraag

Na de uitzending regende het klachten.
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie

Slide 13 - Quizvraag

'Zij is net een nachtegaal.'
A
vergelijking
B
personificatie
C
metafoor

Slide 14 - Quizvraag

Annie kwam aanrijden in haar koekblik is een ....?
A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Metafoor
D
Beeldspraak

Slide 15 - Quizvraag

Die droge tuin snakt naar een sproeibeurt.
A
Metonymie
B
Personificatie
C
Metafoor
D
Vergelijking

Slide 16 - Quizvraag

Mijn fiets protesteerde heftig toen ik over de bobbelige weg reed.
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie

Slide 17 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Een deel van het personeel zal moeten AFVLOEIEN.
A
overdrijving
B
understatement
C
eufemisme

Slide 18 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Misschien dat ze er wellicht nog achter komen.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 19 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Ik sta hier al eeuwen op je te wachten
A
Overdrijving
B
Understatement
C
Eufemisme

Slide 20 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Ik WORD KNETTERGEK van je gezeur.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 21 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
De verdediger schoot de strafschop HUIZENHOOG over.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 22 - Quizvraag

Benoem de stijlfiguur:
Joke werkt daar als interieurverzorgster.
A
Pleonasme
B
Tautologie
C
Understatement
D
Eufemisme

Slide 23 - Quizvraag

Benoem de stijlfiguur:
Ik heb goed geld voor slechte spullen gekocht.
A
Personificatie
B
Antithese/tegenstelling
C
Understatement
D
Herhaling

Slide 24 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
De gele zonnebloemen maken de kamer veel gezelliger.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 25 - Quizvraag

Benoem de stijlfiguur:
Natuurlijk controleren we vanzelfsprekend de antwoorden.
A
Pleonasme
B
Tautologie
C
Understatement
D
Eufemisme

Slide 26 - Quizvraag

Benoem de stijlfiguur:
Gisteren dronk hij een glaasje teveel.
A
Overdrijving
B
Metonymia
C
Hyperbool
D
Metafoor

Slide 27 - Quizvraag

Benoem de stijlfiguur:
Soms lacht de toekomst je toe.
A
Metafoor
B
Metonymia
C
Eufemisme
D
Personificatie

Slide 28 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Wat een mooie rode aardbeien!
A
tautologie
B
pleonasme
C
overdrijving
D
understatement

Slide 29 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Ik erger me dood aan hem.
A
overdrijving
B
eufemisme
C
tautologie
D
understatement

Slide 30 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Dat is niet onwaarschijnlijk.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
D
paradox

Slide 31 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Dat vind ik geen verkeerd plan.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
D
paradox

Slide 32 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je hier? Hij moet zo snel mogelijk per ommegaande reageren.
A
antithese
B
tautologie
C
pleonasme
D
paradox

Slide 33 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
De bewoners waren ONAANGENAAM VERRAST door de rellen in de wijk.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 34 - Quizvraag

Benoem de stijlfiguur:
Had u ons niet vooraf kunnen waarschuwen voor de regen?
A
Personificatie
B
Tautologie
C
Pleonasme
D
Herhaling

Slide 35 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je hier?  We kunnen hier lang of kort over praten.
A
paradox
B
hyperbool
C
antithese
D
eufemisme

Slide 36 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je hier? Weinig alcohol kan te veel zijn.
A
paradox
B
hyperbool
C
antithese
D
understatement

Slide 37 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Door de regen kon je de overkant haast bijna niet meer zien.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 38 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je hier? In Nederland regent het 29 van de 30 dagen.
A
metafoor
B
vergelijking
C
paradox
D
hyperbool

Slide 39 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Je wordt doodgegooid met informatie over de verkiezingen.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
D
paradox

Slide 40 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Moet ik het nu VOOR DE DUIZENDSTE KEER zeggen? Deur achter je dicht!
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 41 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Dit is nogal een domme vraag, vind je zelf ook niet?
A
retorische vraag
B
understatement
C
eufemisme
D
paradox

Slide 42 - Quizvraag

Aan de slag!
Je hebt voor vandaag twee columns meegenomen.
Voor deze opdracht werk je samen met je buur .

Wissel je columns uit:
Opdracht 1: welke kenmerken van een column herken je?
Opdracht 2: noteer alles wat je opvalt qua beeldspraak/stijlfiguren/taalgebruik/bijvoeglijke naamwoorden/etc.

Wissel weer uit en bespreek je bevindingen. Vul alles in op de volgende slide.

Daarna bespreken we alles nog kort klassikaal na.

Klaar? Schrijf een kort verhaal (150-200 woorden). In elke zin moet een bijvoeglijk naamwoord voorkomen. Gebruik ook minstens 5 x een vorm van beeldspraak/stijlfiguren. De eerste zin van je verhaal begint met ‘Laat me allemaal met rust!’

Slide 43 - Tekstslide

Je hebt voor vandaag twee columns meegenomen. Voor deze opdracht werk je samen met je buur. Wissel je columns uit:
Opdracht 1: welke kenmerken van een column herken je?
Opdracht 2: noteer alles wat je opvalt qua beeldspraak/stijlfiguren/taalgebruik/bijvoeglijke naamwoorden/etc.
Wissel weer uit en bespreek je bevindingen. Vul je bevinden hier in.

Slide 44 - Open vraag

Einde van deze les

Slide 45 - Tekstslide