oefeningen hoofdstuk 3 verzekeren

Risico en verzekeren
Deze les bespreken we een aantal onderwerpen uit hoofdstuk 3 aan de hand van een aantal vragen. 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Risico en verzekeren
Deze les bespreken we een aantal onderwerpen uit hoofdstuk 3 aan de hand van een aantal vragen. 

Slide 1 - Tekstslide

Verplichte solidariteit
Als verzekeringen niet verplicht zijn, zullen alleen mensen met een hoog risico zich verzekeren, met als gevolg hoge premies. Dit kan (bij onvrijwillig risico) als onrechtvaardig worden ervaren. Vandaar dat de overheid sommige verzekeringen verplicht stelt voor iedereen, zoals een ziektekostenverzekering. Er is dan sprake van (verplichte) solidariteit. Zo kunnen premies relatief laag blijven.

Slide 2 - Tekstslide

Sociale verzekeringen
De overheid verplicht mensen ook solidair te zijn met anderen d.m.v. de sociale verzekeringen:
  • werknemersverzekeringen: voor iedereen die werknemer is (geweest); voorbeelden zijn de WW en de WIA. 
  • volksverzekeringen: voor iedereen; voorbeelden zijn de AOW en de AWBZ. 
 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Hoe noemt men het probleem dat verzekeraars hebben als mensen een verzekering moeten afsluiten?
A
Assymetrische informatie
B
Moreel wangedrag
C
Averechtse selectie
D
Bonus-Malus regeling

Slide 5 - Quizvraag

Problemen met averechtse selectie
Om averechtse selectie tegen te gaan kan de verzekeraar:

  • Informatie verzamelen over verzekeringsnemers. Voorbeeld is medische achtergrond checken bij ziektekostenverzekeringen. 

Slide 6 - Tekstslide

  • Premiedifferentiatie: verschillende premies vragen aan verschillende groepen. Dit is vorm van prijsdiscriminatie. Mensen met een hoog risico moeten meer betalen. 

  • Bonus/malussysteem. In feite is dit ook premiedifferentiatie: hoe langer je geen claim indient, des te lager je premie.

Slide 7 - Tekstslide

Welke van de vier is NIET een oplossing voor moreel wangedrag?
A
Bonus malus
B
Vrijwillig eigen risico
C
Maximale vergoeding
D
verplicht verzekeren

Slide 8 - Quizvraag

Problemen met moral hazard
Om moreel wangedrag tegen te gaan kun je:

  • Eigen risico instellen. Als je iets claimt, krijg je niet het hele bedrag van de schade terug, maar een gedeelte betaal je zelf. Hoe hoger het eigen risico, des te lager de premie. 

Slide 9 - Tekstslide

Sociale voorzieningen worden door het rijk, via de belastingen, betaald. 

Voorbeelden: participatiewet, WAJONG

Slide 10 - Tekstslide

Sociale verzekeringen
Volksverzekeringen zijn er voor iedereen en worden betaald door inkomensafhankelijke premies van werknemers en belastingen. 
Voorbeelden: Wlz (wet langdurige zorg), AOW. (algemene ouderdomswet)

Werknemersverzekeringen zijn er voor werknemers en worden betaald door een inkomensafhankelijke premie voor werknemers.
Voorbeelden  WIA, WAO, WW.

Slide 11 - Tekstslide

Welke sociale zekerheid ontvang je als je werkloos bent?
A
AOW
B
WW
C
WIA
D
ZW

Slide 12 - Quizvraag

Sociale zekerheid voor jongeren:
Het zusje van Rian is 14 jaar. Zij krijgt:
A
kinderbijslag.
B
Wajong-uitkering.
C
bijstand.
D
studiefinanciering.

Slide 13 - Quizvraag

De afbeelding hiernaast is een voorbeeld van:
A
Moreel wangedrag
B
Premie-differentiatie
C
bonus malus regeling
D
Eigen risico

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het probleem van asymmetrische informatie?
A
De verzekeraar weet niet wat jij doet
B
De verzekerde weet niet wat hij echt zal krijgen
C
Niemand weet wat jou gaat overkomen
D
De verzekeraar weet meer van de situatie dan de verzekerde

Slide 15 - Quizvraag

De verkoper van een auto weet of deze goed functioneert, de koper weet dit niet. Dit is een vorm van:
A
Asymmetrische informatie
B
risico-aversie
C
Averechtse selectie
D
Averechtse informatie

Slide 16 - Quizvraag

Uit cijfers blijkt dat ook mensen met weinig of geen risico hun fiets verzekeren. Dit is een voorbeeld van:
A
Asymmetrische informatie
B
Risico-aversie
C
Averechtse selectie
D
Moreel wangedrag

Slide 17 - Quizvraag

Als mensen die roken een hogere premie zouden moeten betalen voor een overlijdensrisico verzekering dan is dat:
A
Risico-aversie
B
Averechtse selectie
C
Premiedifferentiatie
D
lik-op-stukbeleid

Slide 18 - Quizvraag

Bij welke verzekering is moreel wangedrag niet mogelijk?
A
Zorgverzekering
B
Reisverzekering
C
Werkloosheidswet
D
Algemene ouderdomswet

Slide 19 - Quizvraag

Omslagstelsel, geld van de werkende generatie wordt overgeheveld naar de oudere generatie. Een voorbeeld hiervan is de AOW.


Slide 20 - Tekstslide

Kapitaaldekkingsstelsel (pensioen)
  • bijvoorbeeld bedrijfsspensioen. Afhankelijk van aantal deelgenomen jaren.

Slide 21 - Tekstslide

Waarde- en welvaartsvast
  • Waardevast = uitkeringen stijgen evenveel met inflatie (PIC)

  • Welvaartsvast = uitkeringen stijgen evenveel als  het gemiddelde inkomen (NIC)

Slide 22 - Tekstslide

Bij het omslagstelsel ...
A
betaalt iedereen voor zichzelf
B
zijn uitkeringen waardevast
C
zijn uitkeringen welvaartsvast
D
is er sprake van verplichte solidariteit

Slide 23 - Quizvraag

Voor het schoolexamen moet ik de volgende hoofdstukken leren
A
hoofdstuk 3,4,8,9,10,11
B
hoofdstuk 3,6,8,9,10 en 11
C
hoofdstuk 4,5,6,7,8,9,10 en 11
D
hoofdstuk 3,4,5,9,10 en 11

Slide 24 - Quizvraag

volgende week 
herhalen we de SE stof.
op magister zet ik nog een oefentoets. 

Slide 25 - Tekstslide