Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Klas 2 - Chapitre 1 - D
Aujourd'hui
Leerwerk: ABC
Grammaire D: passé composé
Le but:
de passé composé gebruiken
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Aujourd'hui
Leerwerk: ABC
Grammaire D: passé composé
Le but:
de passé composé gebruiken
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Le passé composé
Le passé composé = de voltooid tegenwoordige tijd
Om te vertellen wat je gedaan hebt
Ik heb gepraat, wij hebben gedanst, hij heeft gelopen, jullie hebben gegeten etc...
Slide 3 - Tekstslide
Le passé composé
De
passé composé
bestaat uit 2 delen:
1.
hulpwerkwoord
(avoir)
2. voltooid deelwoord
Slide 4 - Tekstslide
Passé composé met avoir
1. Hulpwerwoord: avoir
J'ai Ik heb
Tu as Jij hebt
Il / elle / on a Hij / zij / men heeft
Nous avons Wij hebben
Vous avez Jullie hebben / u heeft
Ils / elles ont Zij hebben
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Le passé composé
2. Voltooid deelwoord:
-er
van het werkwoord afhalen
regard
er
-
-er =
regard
é
erachter plakken
regard +
é =
regard
é
Slide 7 - Tekstslide
Le passé composé
2. Voltooid deelwoord:
-er
van het werkwoord afhalen
regard
er
-
-er =
regard
é
erachter plakken
regard +
é =
regard
é
j'ai regardé
tu as regardé
il / elle a regardé
on a regardé
nous avons regardé
vous avez regardé
ils / elles ont regardé
ik heb gekeken
jij hebt gekeken
hij / zij heeft gekeken
wij hebben gekeken
wij hebben gekeken
u heeft gekeken /
jullie hebben gekeken
zij hebben gekeken
Slide 8 - Tekstslide
Le passé composé
2. voltooid deelwoord
Onregelmatige vormen:
avoir ->
eu
j'ai
eu
, (ik heb gehad)
être ->
été
j'ai
été
(ik 'ben' geweest)
faire ->
fait
j'ai
fait
(ik heb gedaan / gemaakt)
Slide 9 - Tekstslide
Samen maken
1. Tu (parler) ___ ___ français?
2. Nous (détester) ___ ___ le fromage.
3. Ils (aimer) ___ ___ les bonbons.
4. Vous (faire) ___ ___ les devoirs.
5. Il (avoir) ___ ___ une bonne note.
Slide 10 - Tekstslide
wij hebben gegeven
(donner)
A
tu as donné
B
il a donné
C
nous avons donné
D
vous avez donné
Slide 11 - Quizvraag
jij hebt gegeten
(manger)
Slide 12 - Open vraag
hij heeft gewerkt
(travailler)
Slide 13 - Open vraag
jullie hebben gespeeld
(jouer)
Slide 14 - Open vraag
wij zijn geweest (être)
A
nous avons eu
B
nous avons été
C
nous avons fait
D
nous avons êtré
Slide 15 - Quizvraag
Les devoirs
fais (=maak):
alle opdrachten van A en B
apprends (= leer):
- voca A
- voca B
- zinnen C
(antwoord kunnen geven)
Slide 16 - Tekstslide
Au travail!
fais
(= maak):
- alle opdrachten van D
apprends
(= leer):
- vocabulaire A
- vocabulaire B
- zinnen C
-
grammaire D
Slide 17 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Klas 2 - Chapitre 1 - D
September 2022
- Les met
12 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Klas 2 - Chapitre 1 - D
September 2023
- Les met
15 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Chapitre 1 CD
September 2021
- Les met
30 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Klas 2 - Chapitre 1 - D
September 2024
- Les met
15 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
M3 onregelmatige ww passé composé
November 2024
- Les met
34 slides
Le passé composé 2H herhaling
Oktober 2022
- Les met
30 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3
havo 2
September 2021
- Les met
17 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
M1A - Chapitre 5 - D
Juni 2022
- Les met
16 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1