Klas 4 hst 3 par 3.4-3.6 d-toets

D-toets Zuid Amerika 3.4 - 3.6
  • Zorg dat je je lesboek voor je hebt, en achter een pc of laptop zit. Een telefoon werkt niet goed om je antwoorden op in te typen.
  • Maak deze D-toets individueel. In magister wordt een OVG genoteerd. Hier wordt de juistheid van het antwoord en manier van formuleren in meegenomen. 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

D-toets Zuid Amerika 3.4 - 3.6
  • Zorg dat je je lesboek voor je hebt, en achter een pc of laptop zit. Een telefoon werkt niet goed om je antwoorden op in te typen.
  • Maak deze D-toets individueel. In magister wordt een OVG genoteerd. Hier wordt de juistheid van het antwoord en manier van formuleren in meegenomen. 

Slide 1 - Tekstslide

Bespreken twee open vragen 3.6
  • Vraag 1: Hoe zorgt modernisering van de landbouw voor dé-agrarisatie?
  • Modernisering houdt o.a. in dat er gebruik wordt gemaakt van machines. Dat maakt mensen overbodig op het land. Bovendien: kleine boertjes kunnen niet concurreren met de moderne boeren en zien zich genoodzaakt om te stoppen. 

Slide 2 - Tekstslide

Bespreken twee open vragen 3.6
  • Vraag 2: De tertiairisering van de economie is erg snel gegaan in veel Zuid-Amerikaanse landen. Leg uit dat dit niet alleen een positieve, maar ook zorgelijke ontwikkeling kan zijn voor de ontwikkeling van de Zuid-Amerikaanse economie.
  • Tertiairisering = een groter aandeel van de economie werkt in de dienstensector. De economie in Zuid-Amerika is van oudsher primair gericht, bijvoorbeeld mijnbouw en op de informele sector. De dienstensector is vooral laagwaardig in plaats van kennisintensief. Het functioneert nog niet zoals in veel westerse landen.

Slide 3 - Tekstslide

Klas 4 ak D-toets Zuid-Amerika: 3.4 - 3.6: +-10 vragen

Slide 4 - Tekstslide

Sleep het land naar de juist locatie
Paraguay
Equador
Uruguay
Venezuela
Colombia
Bolivia
Peru

Slide 5 - Sleepvraag

Latifundia
Minifundia
Cash Crops
Modern
Food crops
Kleinschalig
Extensief
= Haciënda

Slide 6 - Sleepvraag

Welk begrip wordt omschreven?
Afstammeling van een Indiaanse en blanke (voor-)ouder

Slide 7 - Open vraag

Hoe noemen we zo'n grafiek?

Slide 8 - Open vraag

Welk begrip hoort erbij?

Slide 9 - Open vraag

D-toets
  • In de volgende slide staan 7 open vragen.
  • Formuleer je antwoorden zorgvuldig en wees volledig.
  • Na deze vragen is de D-toets klaar.



Slide 10 - Tekstslide

Hoe zorgt modernisering van de landbouw voor dé-agrarisatie?

Slide 11 - Open vraag

Beschrijf het verband tussen natuurlijke kenmerken van een gebied en de draagkracht van dat gebied. Maak in je antwoord gebruik van een concreet voorbeeld.

Slide 12 - Open vraag

De landen in Zuid-Amerika zitten midden in "de demografische transitie". Deze transitie houdt nauw verband met de economische ontwikkeling die het gebied doormaakt. Leg dit uit.

Slide 13 - Open vraag

In welke fase van het demografisch transitie model zit Brazilië? Ga in op de economische situatie van Brazilië en de gevolgen voor de demografie.

Slide 14 - Open vraag

Leg uit hoe het kan dat na het beëindigen van het politieke kolonialisme, de centrum-periferierelatie in de economie tóch bleef bestaan.

Slide 15 - Open vraag

Leg in eigen woorden uit wat importsubstitutie is.

Slide 16 - Open vraag

Leg uit hoe de economische depressie in 1930 ervoor gezorgd heeft dat er importsubstitutie plaatsvond in veel Zuid-Amerikaanse landen.

Slide 17 - Open vraag

D-toets: 4 vragen 
  1. Beschrijf het verband tussen natuurlijke kenmerken van een gebied en de draagkracht van dat gebied. Maak in je antwoord gebruik van een concreet voorbeeld.
  2. De landen in Zuid-Amerika zitten midden in "de demografische transitie". Deze transitie houdt nauw verband met de economische ontwikkeling die het gebied doormaakt. Leg dit uit.
  3. In welke fase van het demografisch transitie model zit Brazilië? Ga in op de economische situatie van Brazilië en de gevolgen voor de demografie. 
  4. Leg uit hoe de economische depressie in 1930 ervoor gezorgd heeft dat er importsubstitutie plaatsvond in veel Zuid-Amerikaanse landen. 

Slide 18 - Tekstslide

Einde D-toets
Graag nog je werk tot en met 3.6 nakijken. Antwoorden beschikbaar via ELO>Bronnen

Slide 19 - Tekstslide

Vraag 1: verband natuurlijke kenmerken  en de draagkracht van een gebied...
Van nature heeft het ene gebied een grotere draagkracht dan de andere.  Klimaat, bodemkwaliteit en beschikbaarheid van water spelen daarbij een bepalende rol.
Sommige gebieden kunnen daardoor grotere bevolkingsdruk aan.  

VB vruchtbare laagland nabij monding Orinoco.

Slide 20 - Tekstslide

vraag 2
De landen in Zuid-Amerika zitten midden in "de demografische transitie". 

Deze transitie houdt nauw verband met de economische ontwikkeling die het gebied doormaakt.

Leg dit uit.

Slide 21 - Tekstslide

Antwoord vraag 2
Landen die hun economie zien verbeteren, zien na verloop van tijd eerst SC's (want betere gezondheidszorg) en later ook GC's (want kinderen krijgen is geen noodzaak meer!) dalen.
Ze komen daardoor in een andere fase van de demografische transitie.

Slide 22 - Tekstslide

Antwoord vraag 3
De economie van Brazilië is sterk gegroeid de afgelopen decennia. Ze horen bij de top van de semi-perifere landen.
Daardoor zijn na de SC's ook de GC's gaan dalen. Brazilë zit  nu eind fase 3 / begin fase 4.

Slide 23 - Tekstslide

Economie
Rond 1930 was er een economische crisis waarbij de handel in de wereld stilviel. 
Ook tussen oud moederlanden in Europa en oud-koloniën in Zuid-Amerika ging handel moeizaam. 
De ontwikkeling van de economie in Zuid-Amerika veranderde van achterstallig naar iets moderner.

Slide 24 - Tekstslide

Vraag 4
Leg uit hoe de economische depressie in 1930 ervoor gezorgd heeft dat er importsubstitutie plaatsvond in veel Zuid-Amerikaanse landen. 

Slide 25 - Tekstslide

Antwoord vraag 4
Door de crisis was er amper nog handel met het buitenland. De spullen die men niet meer kon kopen, besloten ze zelf te maken. Grondstoffen hadden ze immers wel!

Dit proces kostte overigens erg veel geld en zorgde voor hoge schulden. Later werden de landen door deze schulden "gedwongen" om weer meer te gaan handelen met andere landen...

Slide 26 - Tekstslide

In de volgende les maken
Par 3.6 ontwikkeling economie

1 (kennis)
2, 4, 5, 6 (toepassing)
       + hoofdvraag

Slide 27 - Tekstslide