Opstart LA8.2 Communiceren en registreren

OPSTART
LA8.2 COMMUNICEREN EN REGISTREREN
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

OPSTART
LA8.2 COMMUNICEREN EN REGISTREREN

Slide 1 - Tekstslide

Welke competentie heb je NIET nodig als je goed wilt communiceren en registreren?
A
Instructies en procedures opvolgen
B
Aandacht en begrip tonen
C
Overtuigen en beïnvloeden
D
Doelgericht werken

Slide 2 - Quizvraag

LA8.2 Communiceren en registreren
Leeractiviteit draait om een paar dingen:
- Aannemen van een uitvoerende/aansturende rol
- Kan een verkoop zorgvuldig afhandelen
- Kan een klacht klantvriendelijk oplossen
- Kan een goede voorraadregistratie bijhouden

Slide 3 - Tekstslide

Wat is belangrijk bij
klachten afhandelen?

Slide 4 - Woordweb

Groepsvorming
De leeractiviteit doen we in groepen.
Er zijn 18 studenten.
Dus 6 groepen van 3 studenten.
We laten de dobbelsteen beslissen in welke groep je ingedeeld wordt. Je gegooide ogen staat voor de groep waarin je ingedeeld wordt.


Slide 5 - Tekstslide

Wat is geen opdracht van LA8.2?
A
Bewaakt voorraad
B
Werkt aan klanttevredenheid
C
Instrueert, adviseert en verkoopt
D
Behandelt klachten

Slide 6 - Quizvraag

Voorbereiding volgende week
Nadenken over welke producten jij in een winkel zou willen verkopen.
Welke producten zouden we hier op school in een winkeltje kunnen verkopen?
Op welke doelgroep moeten we ons richten denk je?

Slide 7 - Tekstslide

Doel vandaag
1. Maken van netwerkkaart met het groepje
2.  Doorlezen van voorraadbeheer en samenvatting hiervan maken
3.   Doorlezen van Maken van een inkoopplanning en samenvatting hiervan maken
4. Producten van vandaag samenvoegen

Slide 8 - Tekstslide

Wat is geen opdracht voor vandaag?
A
Netwerkkaart
B
Doorlezen voorraadbeheer
C
Uitwerken van alle producten die je wilt verkopen
D
Doorlezen van Maken van een inkoopplanning

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Opdrachten
1. Maken van netwerkkaart met het groepje
2. Doorlezen van voorraadbeheer en samenvatting hiervan maken
3. Doorlezen van Maken van een inkoopplanning en samenvatting hiervan maken
4. Producten samenvoegen en met elkaar delen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Wat is GEEN goede houding/attitude voor een verkoper in een winkel?

Slide 19 - Open vraag

4

Slide 20 - Video

00:03
Bestel nooit meer dieren dan...
A
De doorlooptijd van de betreffende dieren
B
Je diervriendelijk kan huisvesten
C
Dat je eerder die week verkocht hebt
D
Je kwijt kan in de quarantaine

Slide 21 - Quizvraag

00:20
Voorkom bedrijfsblindheid. Wat bedoelt hij hiermee?
A
Dat je de dode vissen in de aquaria niet meer ziet
B
Dat je denkt dat het allemaal wel goed is
C
Dat je op de hoogte moet blijven van actualiteiten
D
Dat je je assortiment goed moet blijven bijvullen

Slide 22 - Quizvraag

00:43
Deze manier van inkopen geld voor...
A
Alle levende haven
B
Alle siervissen
C
Alle soorten dierhouderijen
D
Geen van bovenstaande

Slide 23 - Quizvraag

00:48
Waarom moet je groothandels bezoeken?
A
Zodat je op hoogte bent van alle nieuwe diersoorten
B
Versterken netwerken
C
Dan krijg je misschien korting
D
Versterken assortiment

Slide 24 - Quizvraag

Een te kleine voorraad wil je niet. Hoe groot moet je minimumvoorraad zijn?
A
Je hoeft niet alle producten op voorraad te hebben.
B
Groot genoeg om producten te verkopen, tot het moment dat de voorraad wordt aangevuld.
C
Je mag nooit “nee” verkopen dus minstens 25 stuks van elk product.
D
Minstens één stuk van elk product om te kunnen demonstreren

Slide 25 - Quizvraag

Waarom kun je beter geen giftige reptielen in je assortiment opnemen? 2 juiste antwoorden
A
Het verzorgen van giftige reptielen kost veel meer tijd
B
Mensen vinden giftige reptielen niet leuk
C
Giftige reptielen zijn erg duur en daarom moeilijk te verkopen.
D
Met giftige reptielen is de kans op een ongeval veel groter.

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een winkeldochter?

A
Een brancheafdeling van een grotere zaak.
B
Een product dat over datum is.
C
Een ander woord voor een seizoensartikel.
D
Een product dat minder snel verkoopt dan verwacht bij de inkoop.

Slide 27 - Quizvraag

Welke 2 maatregelen kun je nemen om het aantal winkeldochters te beperken?

Slide 28 - Open vraag

Welk gevaar zit er aan het opnemen van noviteiten in het assortiment?
A
Dat het artikel niet aanslaat en je ermee blijft zitten.
B
Dat het niet in je kernassortiment past.
C
Dat je winkel niet groot genoeg is.
D
Dat de balans in je assortiment zoekraakt.

Slide 29 - Quizvraag

Selecteer een van de twee doelen die je met een goed assortiment probeert te bereiken.
A
Klachten voorkomen
B
Kwaliteit zo afstemmen dat ze ieder jaar iets nieuws moeten kopen
C
Stimuleren tot meer aankopen
D
Goede doorloopsnelheid van producten

Slide 30 - Quizvraag

Op welke manier wil je met deze LA aan de slag?
Nearpod
LessonUp
Alles zelfstandig in groepen

Slide 31 - Poll