Formuleren

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Donderdag 28 mei 

Wat gaan we vandaag doen?

• Korte herhaling over leestekens
• Extra: instructievideo leestekens
• Quiz: toepassen van leestekens

Doel van de les

Aan het einde van deze les weten jullie hoe je leestekens gebruikt in een tekst.

Leestekens

Welke zijn er behandeld in de les?

• punt 
• komma
• vraagteken
• uitroepteken
• dubbele punt
• aanhalingstekens

Tijd voor de Quiz!

Welke zin is op de juiste manier geschreven?

1. eline fluisterde bij jaco's oor ik vind je lief

1. Eline fluisterde bij Jaco's oor ik vind je lief
2. Eline fluisterde bij Jaco's oor, ik vind je lief.
3. Eline fluisterde bij Jaco’s oor: ‘Ik vind je lief.’
4. eline fluisterde bij jaco's oor: 'ik vind je lief.'

2. alle fans op de tribune riepen in koor de kampioenen staan hier

1. Alle fans op de tribune riepen in koor ‘De kampioenen staan hier!’
2. Alle fans op de tribune riepen in koor de kampioenen staan hier!
3. Alle fans op de tribune riepen in koor: ‘De kampioenen staan hier!’
4. Alle fans op de tribune riepen in koor: de kampioenen staan hier!

3. Job zei doe mij maar een ijsje met pistache chocola en vanille

1. Job zei doe mij maar ijsje met pistache chocola en vanille.
2. Job zei: ‘Doe mij maar ijsje met pistache, chocola en vanille.’
3. Job zei: ‘doe mij maar ijsje met pistache chocola en vanille.’
4. Job zei: Doe mij maar ijsje met pistache, chocola en vanille.

4. Onze decaan vroeg aan ons hebben jullie al nagedacht over je vervolgopleiding









4. Onze decaan vroeg aan ons hebben jullie al nagedacht over je vervolgopleiding

1. Onze decaan vroeg aan ons: hebben jullie al nagedacht over je vervolgopleiding?
2. Onze decaan vroeg aan ons ‘Hebben jullie al nagedacht over je vervolgopleiding?’
3. Onze decaan vroeg aan ons, hebben jullie al nagedacht over je vervolgopleiding?
4. Onze decaan vroeg aan ons: ‘Hebben jullie al nagedacht over je vervolgopleiding?’

Klik de zinnen aan waar de leestekens goed zijn gebruikt.

1. Heb jij melk en suiker in je koffie?
2. Als je nog even doorloopt ben je in Duitsland
3. In de vakantie hebben we gezwommen, gefietst en gesnorkeld.
4. Als ik ergens ga eten, bestel ik vaak franse frietjes

Citaat

Iets wat iemand zegt

Mevrouw Boersma zegt dat we allemaal onze telefoon moeten pakken, omdat we een quiz gaan doen.

Mevrouw Brinks zei: 'Pak allemaal jullie telefoon, we gaan een quiz doen.'

Klik de zinnen aan waar een citaat in staat 

de leestekens zijn weggelaten, dus kijk goed!

1. Harm vroeg ons wat we wilden eten
2. Halil smeekte zeg nou wat ik krijg voor mijn verjaardag
3. De trainer vroeg willen jullie ook even wat drinken?
4. Mijn zusje zei dat ik van haar spullen af moest blijven.

Terugblik op de les:
Wat hebben jullie geleerd vandaag?

Vragen?

Dit was onze laatste les.

Bedankt voor jullie aandacht!