2425 4Vecon periode 3

2425 4Vecon periode 3
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

2425 4Vecon periode 3

Slide 1 - Tekstslide

week 4, les 1
huiswerk voor deze les:


les:
3.1 Kosten en omzet

leerdoel:
Je kent het verschil tussen vaste en variabele kosten
Je kent de eigenschappen van proportioneel, progressief en degressief variabele kosten
Je kan onderscheid maken tussen TK, TCK, TVK en GTK, GCK, GVK.

Slide 2 - Tekstslide

H3: Producentengedrag
H3: Producentengedrag
Hoeveel een onderneming produceert en tegen welke prijs de producent bereid is om aan te bieden wordt grotendeels bepaald door de kostenstructuur van de onderneming. 

Vandaag leren we:
- het verschil tussen variabele en constante (vaste) kosten
- het verschil tussen proportioneel, progressief en degressief variabele kosten





Slide 3 - Tekstslide

Kosten

Slide 4 - Woordweb

Constant (vast)<-> Variabel
(Totale) variabele kosten veranderen als de geproduceerde hoeveelheid verandert

(Totale) constante (vaste) kosten zijn onafhankelijk van de geproduceerde hoeveelheid

Constante kosten kunnen echter WEL veranderen!
(oorzaak hiervan ligt alleen niet aan verandering geproduceerde hoeveelheid)

Slide 5 - Tekstslide

Constant
Variabel
huur gebouw
kosten uitzendkracht
grondstoffen
salaris directeur
interestkosten lening
inkoopwaarde van de omzet

Slide 6 - Sleepvraag

Welke verandering heeft GEEN invloed op de totale constante kosten van een onderneming?
A
stijging interestpercentage op leningen
B
toename productie
C
stijging CAO lonen
D
toename productie capaciteit

Slide 7 - Quizvraag

Variabele kosten (afhankelijk van q)
3 varianten:
  • proportioneel 
    als q toeneemt met 10%, neemt TVK toe met 10%

  • degressief 
    als q toeneemt met 10%, neemt TVK toe met < 10%

  • progressief
    als q toeneemt met 10%, neemt TVK toe met > 10%

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een mogelijke oorzaak van progressief variabele kosten?
A
hogere arbeidsproductiviteit
B
uitbreiding productiecapaciteit
C
efficiënte arbeidsverdeling
D
werknemers krijgen overuren dubbel uitbetaald

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn mogelijke oorzaken van degressief variabele kosten?
A
werknemers werken sneller bij grotere productie
B
overwerk wordt dubbel betaald
C
werknemers lopen elkaar in de weg op de werkvloer
D
korting bij grote bestellingen leveranciers

Slide 11 - Quizvraag

Neem de tabel over en vul in. 
Ga uit van proportioneel variabele kosten.  
q
TCK
TVK
TK
TK / q
TO
TW
0
-180.000
100
5.000
200
120.000
300
400
200.000
afzet
totale constante kosten
totale variabele kosten
totale kosten
totale kosten per product
totale opbrengst / omzet
totale winst

Slide 12 - Tekstslide

uitwerking
q
TCK
TVK
TK
TK / q
TO
TW
0
180.000
0
180.000
-
0
-180.000
100
180.000
5.000
185.000
1.850
60.000
-125.000
200
180.000
10.000
190.000
950
120.000
-70.000
300
180.000
15.000
195.000
650
180.000
-15.000
400
180.000
20.000
200.000
500
240.000
+40.000

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
TO = ... x q

TK = ... x q + ...

Maak op basis van de vorige opdracht beide functies

Slide 14 - Tekstslide

huiswerk voor volgende les
maken opgave 3.3
(lees hiervoor wel even het stukje uitleg over ondernemingen en btw)

Slide 15 - Tekstslide

week 4, les 2
huiswerk voor deze les:
Opgave 3.3

les:
bespreken PW periode 2
3.1 Kosten en omzet

leerdoel:
Je begrijpt hoe het systeem van omzetbelasting werkt
Je begrijpt wat marginale kosten en marginale opbrengsten zijn

Slide 16 - Tekstslide

ondernemingen en btw
Ondernemingen:
- kunnen betaalde btw over inkopen terugvorderen van de belastingdienst
- moeten ontvangen btw over verkopen afdragen aan de belastingdienst.

Dit betekent dat voor ondernemingen:
- btw NOOIT kosten zijn, btw wordt dus ook niet meegenomen in TK = 
- btw NOOIT opbrengsten zijn, btw wordt dus ook niet meegenomen in TO =

De consument betaalt uiteindelijk het volledige btw bedrag
consumentenprijs en verkoopprijs zijn daarom niet hetzelfde

Slide 17 - Tekstslide

3.3a
A
0,09 x 13.952
B
0,21 x 13.952
C
13.952 / 109 x 9
D
13.952 / 121 x 21

Slide 18 - Quizvraag

3.3b
A
0,21 x 65.340
B
65.340 / 121 x 100 + 909
C
0,21 x 65.340 + 909
D
65.340 / 121 x 21 + 909

Slide 19 - Quizvraag

3.3c
12.249 - 1.152 = 11.097
Ricardo zal dit bedrag ...... de belastingdienst
A
moeten betalen aan
B
terugkrijgen van

Slide 20 - Quizvraag

nog even oefenen met
variabele en constante kosten

Slide 21 - Tekstslide

Bij welke beschrijving past deze grafiek?
A
geen constante kosten, proportioneel variabele kosten
B
constante kosten, progressief variabele kosten
C
constante kosten, proportioneel variabele kosten
D
geen constante kosten, degressief variabele kosten

Slide 22 - Quizvraag

In welke grafiek is geen sprake van proportioneel variabele kosten?
A
B
C
D

Slide 23 - Quizvraag

Gegeven is de kostenfunctie:
TK = 134q + 123.000.
Er is hier sprake van:
A
alleen constante kosten
B
degressief variabele kosten
C
proportioneel variabele kosten
D
progressief variabele kosten

Slide 24 - Quizvraag

Marginale kosten
  • Extra kosten die gemaakt worden als er één product meer wordt geproduceerd
  • Bij proportionele variabele kosten geldt GVK = MK
  • Bij degressief en progressief variabele kosten is GVK niet gelijk aan MK
  • MK en GTK kan je vergelijken met laatst behaalde cijfer voor een vak (MK) en het gemiddelde cijfer voor dat vak (GTK)
zijn dus afhankelijk van variabele kosten

Slide 25 - Tekstslide

vul onderstaande tabel in

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Marginale opbrengst
  • Opbrengst = Omzet = p x q
  • MO = extra opbrengst die je krijgt als je één product meer verkoopt
  • Als onderneming niet zelf de verkoopprijs kan vaststellen (bijvoorbeeld bij tomaten op de veiling) geldt MO = P

  • Veel ondernemingen kunnen zelf hun prijs bepalen (bijvoorbeeld bij een I-phone; bij een hoge prijs minder afzet dan bij een lage prijs. De combinatie prijs-afzet bepaalt hierbij de omzet. 
  • In dit geval is MO niet gelijk aan P en zal je moeten kijken naar de combinatieverandering prijs-afzet

Slide 28 - Tekstslide

huiswerk voor volgende les

maken opgave 3.5 (nu aan beginnen)

tips bij vraag a:
- toename kosten als gevolg van toename afzet zijn variabel
(constante kosten blijven gelijk)
- GVK is gelijk bij iedere productie omvang omdat proportioneel

Slide 29 - Tekstslide

week 5, les 1
huiswerk voor deze les:
Opgave 3.5

les:
3.1 Kosten en omzet, uitloop

leerdoel:
zie vorige lessen 3.1

Slide 30 - Tekstslide