7.3 Hoe komt de overheid aan geld?

7.3 Hoe komt de overheid aan geld?
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

7.3 Hoe komt de overheid aan geld?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt enkele belangrijke overheidsinkomsten noemen.
Je kunt het verschil uitleggen tussen directe en indirecte belastingen en bij elk twee voorbeelden geven.
Je kunt uitleggen bij welke belasting het draagkrachtbeginsel wordt toegepast.

Je kunt uitleggen hoe bij de belasting het profijtbeginsel wordt toegepast.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat gaan we doen?
--> Uitleg 7.3 (30 min); 
--> Opdrachten? (10 min); 
--> Lubach (15 min);
--> Afsluiting (5 min). 
BK? 1.3 maken & nakijken.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

directe belastingen
Worden direct aan de belastingdienst betaald.

Het gaat om de belasting over inkomen, winst en vermogen.
--> Vennootschapsbelasting

Slide 6 - Tekstslide

indirecte belastingen
Zitten verwerkt in de prijs van producten en diensten. Ze worden betaald aan de verkoper, deze draagt ze af aan de belastingdienst.

Het gaat om btw en accijns.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Belastingstelsel
Draagkrachtbeginsel = De rijkste mensen dragen het aller meest. 

Profijtbeginsel = Je betaalt ergens voor als je er gebruik van maakt. Zoals autorijden

Slide 9 - Tekstslide

Niet-belasting ontvangsten
  • Aardgasinkomsten
  • Winst uit overheidsbedrijven
  • Boetes

Slide 10 - Tekstslide

Hoe komt de overheid aan geld? 
Samenvattend: 
  • Belastinginkomsten (direct en indirect 
  • Premies (zie 6.2)
  • Niet-belastinginkomsten
  • winst uit staatsbedrijven     (NS, Schiphol)
  • verkoop aardgas
  • boetes

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Aan de slag
Wat? 7.3 afronden 
Hoe? Zelfstandig maar je mag overleggen
Hoelang? Tot eind les 
Klaar? Rekenparagraaf

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt enkele belangrijke overheidsinkomsten noemen.
Je kunt het verschil uitleggen tussen directe en indirecte belastingen en bij elk twee voorbeelden geven.
Je kunt uitleggen bij welke belasting het draagkrachtbeginsel wordt toegepast.

Je kunt uitleggen hoe bij de belasting het profijtbeginsel wordt toegepast.

Slide 14 - Tekstslide