Zou het leuk zijn om te ruilen met de hoofdpersoon uit jouw leesboek? Waarom wel/ niet?
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2
In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Startopdracht:
Pak je schrift, je pen en je leesboek
Zou het leuk zijn om te ruilen met de hoofdpersoon uit jouw leesboek? Waarom wel/ niet?
Slide 1 - Tekstslide
Programma 60 minuten
Startopdracht
Lekker lezen
De ruimte in je boek?
Lesdoel en instructie
Toepassen
Check-out
5 minuten
15 minuten
5 minuten
10 minuten
20 minuten
5 minuten
Slide 2 - Tekstslide
Lekker lezen
Let op in welke ruimte(s) het gedeelte dat je vandaag leest, zich afspeelt.
Slide 3 - Tekstslide
Geen telefoons.
Gebruik je iPad alleen als dat nodig is.
Er is 1 persoon aan het woord.
Wil je iets vertellen, graag je vinger omhoog.
We gaan niet naar de wc, tenzij het รฉcht niet anders kan.
Verwachtingen
Slide 4 - Tekstslide
Check-In Hoe was je weekend?
๐๐๐๐๐
Slide 5 - Poll
Aan het einde van de les:
- Heb je geoefend met de 22 nieuwe woorden
- weet je hoe je handig nieuwe woorden kunt leren
Slide 6 - Tekstslide
Ga naar blz. 42
Lees de woorden
Zet de kruisjes
Instructie en Aantekeningen
Slide 7 - Tekstslide
Even testen wat werkt het beste ????
Slide 8 - Tekstslide
Tekst
luister goed naar de volgende 10 woordjes (wordt geopend op de volgende slide)
Slide 9 - Tekstslide
leer-actief.nl
Slide 10 - Link
Welke woorden weet je nog?
Slide 11 - Open vraag
timer
0:40
Slide 12 - Tekstslide
Welke woorden weet je nog?
Slide 13 - Open vraag
timer
0:40
Slide 14 - Tekstslide
Welke woorden weet je nog?
Slide 15 - Open vraag
Slim leren, hoe dan?
Slide 16 - Tekstslide
Van passief naar actief leren
Actief leren werkt beter dan passief leren
Leeractiviteiten
Zelf uitproberen
Erover praten/discussiรซren
Een ander uitleggen
Zintuigen gebruiken
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Werkgeheugen
Slide 19 - Tekstslide
Wat verwacht je?
Wanneer je denkt aan leren, dan denk je ook aan het (werk)geheugen.
In je geheugen liggen al je herinneringen en kennis opgeslagen.
Het geheugen is eigenlijk een soort supercomputer, het pikt informatie op, slaat informatie op en kan de informatie wanneer je deze nodig hebt weer terughalen. Het geheugen bevindt zich overal in je hersenen.
Nieuwe kennis die je opdoet past de informatie in je lange termijngeheugen aan. Zo wordt leren mogelijk.
Slide 20 - Tekstslide
Geheugensysteem
Als we het hebben over het geheugen, hebben we het over 3 verschillende soorten geheugen:
Sensorisch geheugen (Zintuigelijk)
Korte termijn geheugen (Werkgeheugen valt hier ook onder)
Lange termijn geheugen
Sensorisch Geheugen
Zien, voelen, horen, proeven en ruiken
Korte Termijn Geheugen
Hier valt ook je werkgeheugen onder.
Lange termijn geheugen
Dingen die je heel lang onthoudt.
In dit gedeelte gaan we dieper in op:
- Hoe maak je een goede planning?
- Hoe maak je een toetsweekplanning?
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Waarom is het belangrijk dat je meer nieuwe woorden leert?
Slide 23 - Open vraag
Toepassen
Slide 24 - Tekstslide
Waar ga jij vandaag mee aan de slag?
Ik wil graag verlengde instructie
Ik maak een aantal opdrachten van 1.5
Ik maak een mindmap van de woorden die ik nog niet ken.
Ik maak oefenkaartjes van de woorden die ik nog niet ken.
Ik ken alle woorden en ga lekker lezen of mezelf versterken
Slide 25 - Poll
Wat?
Leer de betekenis van alle woorden van blz. 42
Hoe?
opdrachten maken
mindmap maken
oefenkaartjes maken
Hulp
Vraag? Steek je vinger op.
Tijd
20 minuten zachtjes overleggen
Klaar?
Versterk jezelf; kies een onderdeel
Lekker lezen
Opdracht
timer
5:00
Programma
Toepassen
Check-out
Slide 26 - Tekstslide
Check-out
Slide 27 - Tekstslide
Aan het einde van de les:
- Heb je geoefend met de 22 nieuwe woorden
- weet je hoe je handig nieuwe woorden kunt leren
Slide 28 - Tekstslide
Welke emotie past bij het aantal woorden dat je nu kent?
๐๐๐๐๐
Slide 29 - Poll
Volgende les
Leer je wat voorvoegsels zijn.
Slide 30 - Tekstslide
Startopdracht:
Pak je schrift en je pen
Schrijf een amuserende tekst over je weekend. Gebruik minimaal 50 woorden. Let op hoofdletters en leestekens.
Schrijf leesbaar! Iemand anders leest straks misschien jouw tekst voor.