Th4.4 spieren

Stevigheid en beweging
Basisstof 4
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Stevigheid en beweging
Basisstof 4

Slide 1 - Tekstslide

Basisstoffen overzicht:
4.1 skelet
4.2 botten
4.3 beenverbindingen
4.4 spieren
4.5 een werkplan schrijven 
4.6 gezond bewegen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen:
4.9 Je kunt de werking van spieren beschrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe noemen we het orgaanstelsel wat uit spieren bestaat?

Slide 4 - Open vraag

Spieren
Aan je botten zitten spieren.

Spieren en gewrichten heb je nodig om bewegingen te kunnen maken. 

Slide 5 - Tekstslide

Spierstelsel
Alle spieren in je lichaam samen, noemen we het spierstelsel. 
Spieren werken samen om te kunnen bewegen. 

Slide 6 - Tekstslide

Pezen
Elke spier zit vast aan het bot met pezen. 

Slide 7 - Tekstslide

Een spier die aangespannen is, wordt korter en dikker. 


Slide 8 - Tekstslide

Een spier die ontspannen is, is langer en dunner.
Als je arm buigt, heb je je 'armbuigspier' (biceps) gespannen. 

Als je de arm weer wil strekken, dan is je 'armstrekspier' (triceps) gespannen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Ezelsbruggetje:
Biceps = Boven

Slide 11 - Tekstslide

Biceps
Triceps

Slide 12 - Tekstslide

Trainen
Spieren kun je trainen. Door een spier veel te bewegen met kracht, wordt hij steeds dikker. 


Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk:
Lees basisstof 4.4
 en maak alle vragen in je werkboek

Opdracht 1 t/m 7
Zelfstandig in stilte

Slide 14 - Tekstslide

Zijn de leerdoelen behaald??
Quizzz

Slide 15 - Tekstslide

De biceps is een .........
A
Spier
B
Bot
C
Gewricht
D
Pees

Slide 16 - Quizvraag

Een ander woord voor de biceps is.
A
Arm strekspier
B
Arm buigspier
C
Arm spanspier
D
Arm aanspanspier

Slide 17 - Quizvraag

spieren bewegen mijn ...?
A
gewrichten
B
botten

Slide 18 - Quizvraag

Het hart is een spier
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Een spier wordt korter als deze aanspant
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quizvraag

Beweging ontstaat doordat .... 1 .... kunnen samentrekken.

.... 2 .... kunnen niet samentrekken, maar zorgen voor verbinding met het bot.
A
1: spieren 2: spieren
B
1: pezen 2: pezen
C
1: pezen 2: spieren
D
1: spieren 2: pezen

Slide 21 - Quizvraag

je spieren zitten vast aan je skelet met
A
pezen
B
spierbundels
C
vliezen
D
spieren

Slide 22 - Quizvraag

Uit welke delen bestaat het skelet?
A
Schedel en ledematen en armen
B
Romp, ledematen en armen en benen
C
Schedel, romp, ledematen
D
Schedel, romp, ledematen en armen en benen

Slide 23 - Quizvraag

Al je botten in je lichaam vormen samen ...?
A
de schedel
B
het beenderstelsel of het skelet
C
de wervels
D
het bekken

Slide 24 - Quizvraag

Waar kan je lichaam door
bewegen?
A
Alleen door botten
B
Door botten en spieren samen
C
Alleen door spieren

Slide 25 - Quizvraag

Wat wordt er beschermd door onze borstkas?
A
Maag en nieren
B
Hart en longen
C
Hersenen
D
Darmen en maag

Slide 26 - Quizvraag

Welke functies heeft ons skelet?
A
Vormgeven, bescherming en stevigheid
B
Vormgeven, stevigheid en beweging
C
Beweging, vormgeven, stevigheid en bescherming

Slide 27 - Quizvraag


Hoe heten de groen gekleurde botten?
A
Halswervels
B
Borstwervels
C
Lendewervels
D
Heiligbeen

Slide 28 - Quizvraag

Noem eens een ander woord voor botten?
A
Skelet
B
Beenderen
C
Geraamte

Slide 29 - Quizvraag


Hoe noemen we nummers 1 en 2?
1
2
A
1 = schouderblad 2 = ribben
B
1 = sleutelbeen 2 = schouderblad
C
1 = schouderblad 2 = sleutelbeen
D
1 = ribben 2 = sleutelbeen

Slide 30 - Quizvraag

Welk deel van de wervelkolom zit vast aan je heupbeenderen?
A
Staartbeen
B
Wervelkolom
C
Lendenwervels
D
Heiligbeen

Slide 31 - Quizvraag

Zorgt kalk of lijmstof voor stevigheid?
A
Kalk
B
Lijmstof

Slide 32 - Quizvraag

Door lijmstof breekt een bot makkelijk.
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Wie heeft het meeste lijmstof?
A
Ouderen
B
Volwassenen
C
Tieners
D
Baby's

Slide 34 - Quizvraag