Beeldspraak

Beeldspraak 
vergelijking, metafoor, personificatie

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Beeldspraak 
vergelijking, metafoor, personificatie

Slide 1 - Tekstslide

Na vandaag:
weet je wat beeldspraak is en hoe je een vergelijking, metafoor en personificatie kunt herkennen

Slide 2 - Tekstslide

Wat is beeldspraak?

Slide 3 - Open vraag

Beeldspraak
een vorm van taalgebruik waarin met een beeld wordt uitgelegd wat iemand letterlijk bedoelt.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Vormen van beeldspraak
- vergelijking 
- metafoor
- personificatie

Slide 6 - Tekstslide

Vergelijking
beeld & object, vaak met een verbindingswoord

- Ze is een schat (b) van een meid (o).
- Max Verstappen (o) is de Ayrton Senna (b) van 2022. 
- Vlekken verdwijnen (o) als sneeuw voor de zon (b). 

Slide 7 - Tekstslide

0

Slide 8 - Video

Welke vergelijking wordt hier gemaakt?

Slide 9 - Open vraag

Life (o) is a highway (b)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Welke vergelijking hoorde je hier?

Slide 12 - Open vraag

You and I, we're like diamonds in the sky.

Slide 13 - Tekstslide

Metafoor
Alleen het beeld wordt genoemd, het object niet. Daarnaast kan het ook een werkwoord, spreekwoord of uitdrukking zijn. 

- Niemand wil bevriend zijn met zo'n heks (b). 
- Die beer (b) stond enorm in de weg tijdens het concert.
- Veronique vliegt (b) door haar boek heen.
- Kleine potjes hebben grote oren. (=metafoor)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Welke metafoor hoorde je?

Slide 16 - Open vraag

Het is een nieuw schip en je moet samen leren varen
Maar staan je zeilen eindelijk lekker in de wind
Gaat het roer meteen weer om

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Welke metafoor hoorde je net?

Slide 19 - Open vraag

Sunshine in my pocket

Good soul in my feet

Slide 20 - Tekstslide

Personificatie
Er worden menselijke eigenschappen toegeschreven aan 'dingen'.


- De inrichting ademde rust en orde uit. 
-  Papier is geduldig.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Welke personificatie herkende je hier?

Slide 23 - Open vraag

These vagabond shoes
Are longing to stray
Right through the very heart of it
New York, New York

Slide 24 - Tekstslide

Samenvattend, beeldspraak:

- vergelijking (object & beeld)

- metafoor (beeld)

- personificatie (dingen krijgen menselijke eigenschappen)

Slide 25 - Tekstslide

Het licht begint te wandelen door het huis en raakt de dingen aan.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 26 - Quizvraag

Hij rijdt in een auto als een slagschip.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 27 - Quizvraag

Toen Floor en Julia zagen dat het al vijf voor half negen was, vlogen ze de deur uit.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 28 - Quizvraag

Met springtij slaan de golven woedend op de kust.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 29 - Quizvraag

De appel valt niet ver van de boom.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 30 - Quizvraag

Ze renden naar voren, zoals honden op voer afkomen en elkaar verdringen, duwen en toeblaffen om maar als eerste bij het eten te zijn.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 31 - Quizvraag

Snap je het verschil tussen een vergelijking, metafoor en een personificatie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Maak opdr. 2 (blz. 25)

Slide 33 - Tekstslide