Alleen het beeld wordt genoemd, het object niet. Daarnaast kan het ook een werkwoord, spreekwoord of uitdrukking zijn.
- Niemand wil bevriend zijn met zo'n heks (b).
- Die beer (b) stond enorm in de weg tijdens het concert.
- Veronique vliegt (b) door haar boek heen.
- Kleine potjes hebben grote oren. (=metafoor)