24/25 SE3 Solo

SE3 Solo
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

SE3 Solo

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een Solo en een Monoloog?

Slide 2 - Open vraag

Monoloog
> Gesprek dat iemand in zijn eentje uitvoert.
> Tekst voor een persoon
> Toneel
> Mono: Grieks > monos > één of alleenleen
> Loog: Grieks > logos > idee of woordwoord/idee

Slide 3 - Tekstslide

Solo
> Opvoering door een persoon.
> Dit kan een monoloog zijn, maar ook bijvoorbeeld stil- of fysiek spel.
> In alle kunstdisciplines heb je solisten.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Opdracht SE Solo
Je gaat deze deeltaak een solo maken vanuit een personage die jou leuk lijkt om te spelen. 

Het mag een personage zijn die ver van je afstaat, maar je kan ook jezelf als uitgangspunt gebruiken.

Slide 6 - Tekstslide

Authentiek spel
Deze deeltaak gaat het ook om authentiek spel. Ik moet je geloven, met je spel/verhaal mee gaan. Hiervoor gebruik je "echt" materiaal als uitgangspunt. 
Dat kan een eigen verhaal zijn, iets wat je zelf hebt meegemaakt. 
Maar dat kan ook het verhaal van iemand anders zijn. Een bekende, zoals een vriend of familielid. 
Zelfs van een vreemde, waar je wat van hebt opgezocht. ( een verhaal uit de krant, dagboek van anne frank etc)

Slide 7 - Tekstslide

Geloofwaardigheid
Bij authentiek spel is geloofwaardigheid alles.
Ik moet je geloven!

Spelconcentratie en keuze in spelgegevens helpen daarbij.

Slide 8 - Tekstslide

Inspiratiebronnen
Kunstuitingen
Theaterteksten (gespeeld of ongespeeld)
Proza, poëzie, liederen
Film- en televisiescenario’s, films
Schilderkunst, grafiek, kunstfotografie, architectuur
Muziek
Theatervoorstellingen
 
Niet fictionele teksten en afbeeldingen
Nieuwsberichten, krantenartikelen, nieuwsfoto’s, film en televisiedocumentaires
Wetenschappelijke publicaties: maatschappelijke problematieken


Persoonlijke bronnen
Eigen ervaringen, dromen, herinneringen, wensen, verlangens, fantasieën; ideeën, gedachten, thema’s, stellingen

Slide 9 - Tekstslide

Stap 1: Thema
Welk onderwerp/ thema wil je in jouw solo aansnijden?

Slide 10 - Tekstslide

Stap 2: Vorm
Welke (kunst-)vorm wil je inzetten bij je solo? Het mag ook een combinatie zijn.
Bijvoorbeeld:
  • Theater: monoloog, fysiek theater, scene, cabaret
  • Muziek: zang, muziekinstrument
  • Dans: choreografie
  • Beeldend: performance, presentatie
  • Literatuur: betoog, pitch

Slide 11 - Tekstslide

 Stap 3: Het Personage
Bedenk een personage. Een rolbiografie geeft je als speler meer achtergrondinformatie om je personage ook echt goed te begrijpen voordat je in zijn/haar huid kruipt.

Het uitschrijven van een rolbiografie kan je helpen.

Slide 12 - Tekstslide

Personage
Denk na over het personage dat de monoloog uit zou spreken (dit mag iemand uit de voorstelling zijn, maar ook een zelf bedacht personage, iemand die je kent of jijzelf); wie is dat en waarom houd dit personage een monoloog? Hoe voelt hij zich en hoe komt dat? Waar bevindt de persoon zich? Indien nodig, kan je een aantal nodige regieaanwijzingen voor jezelf opschrijven.

Slide 13 - Tekstslide

Rolbiografie voor personage
Wat staat er in een rolbiografie? 

  • Feitelijke informatie: het verleden (geboorteplaats, adres, jeugd, opleiding etc.), het heden (burgerlijke staat, positie, relaties, hobbies ) 
  • Karaktereigenschappen : karaktereigenschappen, soort temperament, onzekerheden, levensvisie, levensverwachting en dromen.
  • Fysieke eigenschappen: houding, gebaar, mimiek, tempo, evt tics, stem, groot of klein etc. van de te spelen personage.

Slide 14 - Tekstslide

Stap 4: De Transformatie
Het in de huid kruipen van het door jou bedachte personage. 

Je gaat onderzoeken hoe je het personage het beste tot zijn/haar recht kan laten komen. 

In spel  en in het uiterlijk, hierin laat je je leiden door de gemaakte keuzes in je rolbiografie.

Slide 15 - Tekstslide

Acteerwerk
De rolbiografie geeft van te voren vorm aan het personage:

Opvoeding, trauma/verleden, karaktereigenschappen en aangeboren "bijzonderheden" geven motieven voor het handelen/gedrag van het personage. 

Gedrag: 
Hoe reageert iemand en welke reden zit daarachter? 
Wat wil iemand bereiken en wat doet hij daarvoor? 


Slide 16 - Tekstslide

Stap 5: Wat wil je bij het publiek teweeg brengen?
Theater heeft altijd een functie: amuseren, informeren of overtuigen.

Maar daarbinnen kan je ook spelen met emoties. Wil je laten lachen, irriteren/ boos maken, schrikken, raken, huilen, brok in de keel bezorgen?

Slide 17 - Tekstslide

Stap 6: Theatrale middelen
Je hebt een thema, personage, vorm, iets dat je bij je publiek teweeg wilt brengen. Maar hoe ga je dat vormgeven tot een SOLO? Door bewuste keuzes te maken in het uitwerken van je theatrale middelen, kun je die onderdelen versterken,.


Slide 18 - Tekstslide

Theatrale middelen

- spelgegevens
- theater vormgevingsmiddelen
- enscenering
Theatrale middelen

Slide 19 - Tekstslide

Spelgegevens:
oftewel, de 5 W's:

Wie > Rol
Wat > Actie/ verhaal
Waar > Ruimte/plaats
Wanneer > Tijd
Waarom > Motief

Slide 20 - Tekstslide


8
Theater vormgevingsmiddelen


Decor 
Rekwisieten / attributen /props
Kostuums 
Kap en grime
Licht
Muziek 
Geluid (effecten)
Projecties

Slide 21 - Tekstslide

Wat is enscenering?
"In scène zetten"
Je maakt gebruik van: mise-en-scène  ( plaatsing op het podium, ten op zichte van elkaar en de vormgeving)
en
de vormgeving van het stuk.

Slide 22 - Tekstslide

Stap 7: Concept 
Je werkt stap 1 t/m 6 uit in je concept. Dit lever je in op Its learning. Dit helpt je om goed voorbereid je solo uit te voeren.

Slide 23 - Tekstslide

Stap 8: Repeteren 
Je hebt alle ingrediënten voor je solo uitgedacht en dit in je concept verwerkt. Dan is het nu een kwestie van uitproberen en perfectioneren en oefenen.

Oefen, werk uit, perfectioneer, vraag feedback aan klasgenoten of je docent.



Slide 24 - Tekstslide

Voorbeelden
Bekijk de volgende voorbeelden. 

Wat haal je er uit voor je eigen solo?

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

0

Slide 27 - Video

0

Slide 28 - Video

0

Slide 29 - Video

0

Slide 30 - Video

EINDPRESENTATIE SOLO
  • Duur 2-5 minuten
  • Duidelijk personage
  • Helder thema/onderwerp/verhaal
  • Je brengt iets bij het publiek teweeg

Slide 31 - Tekstslide