M3 Pincode 5.4 werkloosheid

Hoofdstuk 5
5.4 zonder werk?

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5
5.4 zonder werk?

Slide 1 - Tekstslide

Bij een overschot op de arbeidsmarkt is er meer ....
A
aanbod.
B
vraag.
C
geen van beide

Slide 2 - Quizvraag

De vraag naar arbeid komt van....
A
De beroepsbevolking
B
Werkgevers
C
Werklozen
D
Werknemers

Slide 3 - Quizvraag

meisjes krijgen voor hetzelfde werk
minder loon, dit is in strijd met
A
wet gelijke behandeling
B
art. 1 grondwet
C
minimumloon
D
A en B

Slide 4 - Quizvraag

Welk werk telt mee in de economische cijfers? Werk in de...
A
informele sector
B
formele sector
C
primaire sector
D
Quartaire sector

Slide 5 - Quizvraag

Een schoenenpoetser die op straat werkt in Afrika werkt in de

A
Formele sector
B
Informele sector

Slide 6 - Quizvraag

De badkamer poetsen voor je moeder is werk in de:
A
informele sector
B
formele sector

Slide 7 - Quizvraag

Welk kenmerk hoort niet bij werk in de formele sector
A
Betalen belasting
B
Wisselend loon
C
Vast werk
D
Iedere maand hetzelfde loon

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Door het verlagen van de belasting, kan de overheid de conjuncturele werkloosheid laten afnemen. laat zien hoe dit werkt. zet de zinnen in de juiste volgorde:
De overheid verlaagt de belastingen
Bedrijven moeten meer produceren
Mensen gaan meer kopen
Bedrijven neemn meer mensen aan
Mensen houden meer geld over
Er zijn minder mensen werkloos
1
2
3
4
5
6

Slide 15 - Sleepvraag

Slide 16 - Tekstslide

Wanneer ben je werkloos?

Slide 17 - Open vraag

Wanneer is de kans groot dat de vraag naar producten zal stijgen?
A
Als het brutoloon stijgt en het nettoloon gelijk blijft.
B
Als de mensen minder belasting over hun inkomen betalen.
C
Als de lonen dalen.
D
Als de prijzen stijgen.

Slide 18 - Quizvraag

In Amsterdam is meer werkloosheid dan in Heerenveen. Over welke soort werkloosheid hebben we het hier?
A
Regionale werkloosheid
B
Seizoenwerkloosheid
C
Frictiewerkloosheid

Slide 19 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van Seizoenwerkloosheid:

Slide 20 - Open vraag

Omschrijf frictiewerkloosheid in eigen woorden:

Slide 21 - Open vraag

nu:
maak de opgaven van 5.4
daarna afmaken 5.2 en 5.3

Slide 22 - Tekstslide

Ik heb tijdens deze les geleerd en ik ben tevreden over mijn eigen werkhouding tijdens de les.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll