Poëzie metamorfose 2022 h1b

Poëzie

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Poëzie

Slide 1 - Tekstslide

Poëzie:
Metamorfose
klas h1b

Slide 2 - Tekstslide

Wat is metamorfose?

Slide 3 - Woordweb

Wat gaan jullie doen?

Jullie gaan een gedicht schrijven met het thema: 'metamorfose'.

Jullie gaan dat niet zomaar doen, maar aan de hand van een aanpak.

Slide 4 - Tekstslide

De aanpak:

  • Jullie gaan op zoek naar een woord waarvoor nog geen woord is.

Slide 5 - Tekstslide

  • Soms is het een beetje gek dat we ergens geen echt woord voor hebben. 

  • Zo hebben we wel een duim, een wijsvinger, een middelvinger, een ringvinger en een pink.

  • Maar hoe heten je tenen? En hoe heet het gootje onder je neus? 

  • En wat is het woord voor heel lang ergens over twijfelen en dan uiteindelijk besluiten het niet te doen? En hoe noem je iemand die altijd te laat komt?
Verzin een woord

Slide 6 - Tekstslide

 

  • Met zo'n nieuw woord hebben jullie nu een poëtische truc gebruikt: 

     een nieuw woord maken is een neologisme  
     bedenken. Neo = nieuw. Logos = woord.

Neologisme

Slide 7 - Tekstslide

 
  • Stel dat je jezelf opnieuw zou mogen ontwerpen. Wat zou je veranderen? 
  • Denk aan van alles: je zou voortaan altijd op tijd zijn, je hebt geen flaporen meer, je hebt een oog op je achterhoofd zodat je ook kunt zien wat er achter je gebeurt, je hebt vleugels, benen waarmee je schaatskampioen kunt worden, prachtig lang golvend haar, …

Verandering

Slide 8 - Tekstslide

Lees het begin van het gedicht Bloemen van Leo Vroman.

BLOEMEN
Als alle mensen eensklaps bloemen waren
zouden zij grote bloemen zijn met lange snorren.
Vermagerde vliegen, dode torren
zouden blijven haken in hun haren.
(….)
Als alle mensen eensklaps bloemen waren.




Gedicht: "Bloemen"

Slide 9 - Tekstslide

 
  • Kijk de kunst af van Leo Vroman. Herschrijf de eerste vier regels van zijn gedicht met behulp van je nieuw bedachte woord voor je verandering.

  • In de eerste regel gebruik je jouw 
     neologisme. 








Start je gedicht

Slide 10 - Tekstslide

  •  Start je gedicht bijvoorbeeld zo:
 
Als ik opeens een klapwieker was
Met machtige vleugels en wapperende veren

Of
Vanmorgen was ik bij toverslag een drieoog
Met een haviksblik op mijn achterhoofd

Of
Als mijn vrienden en ik plotseling greuken waren
Zouden wij snuffelende mensen zijn met hondige neuzen






Start je gedicht

Slide 11 - Tekstslide

  • Bedenk wat je dankzij jouw verandering nu plotseling kan.  Verzin daar een nieuw woord voor.

  • Gebruik dat nieuwe woord ook in je gedicht.

  • Schrijf nog vier regels. Eindig je gedicht net als Vroman door de eerste regel te herhalen.

  • Heb je nog meer inspiratie? Schrijf er dan nog 4, 8 of 12 regels bij.







Schrijf je gedicht 

Slide 12 - Tekstslide

Zorg dat je gedicht maandag na de vakantie (7 maart) klaar is.
Je neemt het gedicht mee naar school!
Schrijf je gedicht 

Slide 13 - Tekstslide