H8.1 scheidingsmethoden + reagentia + chromatogram

H8.1 Productzuivering
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H8.1 Productzuivering

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen
Aan het eind van de les ken je:
  • 7 scheidingsmethoden + principe waarop scheiding berust +  welke mengsels je ermee kunt scheiden
  • een aantal reagentia waarmee je stoffen kunt aantonen
  • de begrippen: een selectief en gevoelig reagens
  • het principe van identificatie met een chromatogram 

Slide 2 - Tekstslide

7 scheidingsmethoden
  • We lopen alle scheidingsmethoden nog even langs op alfabetische volgorde (ABCDEFI)
  • Maak waar nodig aantekeningen

Slide 3 - Tekstslide

8.1
deze scheidingsmethode berust op verschil in....................................
en is geschikt om ..................
te scheiden

Slide 4 - Tekstslide

toepassing adsorptie 
Vanaf eind 2019 gaat de rioolwaterzuivering in Ede met actieve kool medicijnresten uit het rioolwater halen.  Het actieve kool maken ze van het wc-papier, dat uit het water wordt gehaald met een grof filter (zeef).
medicijnen en drugs  komen via urine in het rioolwater
medicijnresten zijn schadelijk voor vissen en andere waterorganismen 

Slide 5 - Tekstslide

8.1
deze scheidingsmethode berust op verschil in....................................
en is geschikt om ..................
te scheiden
B

Slide 6 - Tekstslide

H8.1

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

H8.1
deze scheidingsmethode berust op verschil in....................................en .........................
en is geschikt om ..................
te scheiden

Slide 9 - Tekstslide

1.3
8.1
deze scheidingsmethode berust op verschil in....................................
en is geschikt om ..................
te scheiden
waarvoor dient de themometer?
hoe stroomt het water door de koelbuis?

Slide 10 - Tekstslide

In het volgende filmpje scheiden ze een mengsel van een zwarte en een blauwe stof: 

wat is het verschil tussen deze stoffen?
deze scheidingsmethode berust op verschil in....................................
en is geschikt om ..................
te scheiden
8.1
mengsel van zand + zout

Slide 11 - Tekstslide

8.1
deze scheidingsmethode berust op verschil in....................................
en is geschikt om ..................
te scheiden

Slide 12 - Tekstslide

1.4
deze scheidings-methode berust op verschil in ....................................
en is geschikt om .................. te scheiden
wanneer gebruik je destilleren en wanneer indampen?

Slide 13 - Tekstslide

iltreren
deeltjes
grootte
suspensie
filtraat= wat je opvangt (vloeistof)
residu= wat achterblijft in filter
ndampen
kookpunt
opgeloste vaste stof in vloeistof
alleen gebruiken als water oplosmiddel is
xtraheren
oplosbaarheid
mengsel van vaste stoffen
er ontstaat een suspensie, dus hierna moet je  nog filtreren 
dsorberen
aanhechtingsvermogen
gasmengsels of opgeloste stoffen
kleur- en geur-stoffen verwijderen
ezinken / centrifugeren
dichtheid
suspensie
krijt en water scheiden
hromatografie
aanhechtings-vermogen en oplosbaarheid
opgeloste stoffen
kleurstoffen scheiden
estilleren
oplossingen
kookpunt
mengsel scheiden in destillaat (=...) en residu (=...)

Slide 14 - Tekstslide

Reagens
Een reagens is een stof waarmee je een andere stof kunt aantonen. Het reagens reageert met die stof en geeft dan een kenmerkende kleurverandering of reactie.


NOTEER & LEER

Slide 15 - Tekstslide

Eisen reagens
1. selectief: het reagens toont slechts één stof aan

2. gevoelig: het reagens toont al een heel klein beetje stof aan

Slide 16 - Tekstslide

Reagentia
stof
aantonen met
waarneming
O2
H2
CO2
H2O
I2
Neem deze tabel over in je schrift

Slide 17 - Tekstslide

Hoe toon je zuurstof(g) aan?
Hoe toon je waterstof(g) aan?

Slide 18 - Tekstslide

Hoe toon je verbrandingsproducten aan?
  • Verbrandingsproducten zijn gasvormig
  • Om te onderzoeken welk gas ontstaat, kun je het door een gaswasfles leiden
  • In de gaswasfles doe je dan een reagens
  koolstof

Slide 19 - Tekstslide

Aantoningsreactie van water

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Aantoningsreactie van CO2

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Aantoningsreactie van I2 / zetmeel

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Controleer
stof
aantonen met
waarneming
O2
gloeiende houtspaander
gaat feller branden
H2
vlammetje
"blafje"
CO2
kalkwater
(helder en kleurloos)
wordt wit en troebel
H2O
wit kopersulfaat
wordt blauw
I2 (geel)
zetmeel (wit)
wordt blauw

Slide 26 - Tekstslide

papierchromatografie of dunnelaag chromatografie (TLC)
Je brengt een druppel van de stof die je wilt onderzoeken op dragermateriaal (papier of dun plaatje)
Je zet het in een bakje met loopvloeistof
De stippen moeten boven de vloeistof staan

Als de loopvloeistof omhoog loopt, kunnen stoffen uit het mengsel oplossen en mee omhoog lopen

Slide 27 - Tekstslide

papierchromatografie of dunnelaag chromatografie (TLC)
Je stopt de proef als de loopvloeistof bijna bovenaan gekomen is.
Het eindresultaat heet een chromatogram

Een stof die goed oplost & slecht aanhecht komt hoog op het chromatogram

Een stof die slecht oplost & goed aanhecht zit laag op het chromatogram

Slide 28 - Tekstslide

Referentiestoffen
Om te kunnen bepalen welke stoffen er aanwezig zijn in het mengsel, moet je op hetzelfde chromatogram ook referentiestoffen laten meelopen. 

Een referentiestof is een stof waarvan je vermoedt dat die in het mengsel aanwezig is
Chromatogram waarin is onderzocht of shampoo arginine en/of taurine bevat
zuivere arginine in 3 concentraties
zuivere taurine in 3 concentraties

Slide 29 - Tekstslide

eigen werk
Leer H8.1 :   - de 7 scheidingsmethoden
                        - de reagentia
                        - informatie afleiden uit een chromatogram
Maak opgave 1 t/m 8 en 10 van H8.1
Kijk je werk na

Slide 30 - Tekstslide