Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
voornaamwoorden & telwoorden
Planning
Vandaag: voornaamwoorden & telwoorden
Morgen (vrijdag): formatieve toets = oefenen
donderdag 27 mei: samengestelde zinnen & voegwoorden
vrijdag 28 mei: bijvoeglijke bepaling en bijstelling
donderdag 1 & vrijdag 2 juni: toets grammatica!
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Planning
Vandaag: voornaamwoorden & telwoorden
Morgen (vrijdag): formatieve toets = oefenen
donderdag 27 mei: samengestelde zinnen & voegwoorden
vrijdag 28 mei: bijvoeglijke bepaling en bijstelling
donderdag 1 & vrijdag 2 juni: toets grammatica!
Slide 1 - Tekstslide
Wederkerend werkwoord
Bij wederkerende werkwoorden (zich verslikken, zich vergissen) zie je het onderwerp 'wederkeren' in een wederkerend voornaamwoord.
Een wederkerend werkwoord heeft een wederkerend voornaamwoord zoals zich bij zich: zich wassen, zich vergissen, enz.
Bijv. Kleedt meneer Haaksma
zich
extra netjes aan op zondagmorgen?
Ik schaam
me
diep
Slide 2 - Tekstslide
Wederker
ig
voornaamwoord
Deze voornaamwoorden worden niet veel gebruikt
Elkaar en elkander
Zij kusten elkaar (=wederkerig voornaamwoord)
Slide 3 - Tekstslide
Wederkerend en wederkerig voornaamwoord
Wederkerig voornaamwoord
(maar 1!) > Elkaar (mekaar of elkander)
Wederkerend voornaamwoord
(meerdere!) > Het onderwerp wederkeert/komt terug in vorm van wederkerend voornaamwoord.
Wed.vnw hangt van het onderwerp af.
Slide 4 - Tekstslide
Het vragend voornaamwoord (vr.vnw)
Het vragend voornaamwoord verwijst naar personen of dingen die ergens naar 'vragen'.
De vragende voornaamwoorden zijn:
wie, wat, welke, wat voor (een).
Slide 5 - Tekstslide
Wat is het vragend voornaamwoord in deze zin?
A
Wat
B
is
C
het
D
deze
Slide 6 - Quizvraag
Is 'waar' een vragend voornaamwoord?
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quizvraag
Wat zijn de vier vragende voornaamwoorden?
A
wie, wat, welke, waarom
B
hoe, wanneer, waarom, waar
C
wie, wat, welke, wat voor een
Slide 8 - Quizvraag
onbepaald voornaamwoord
Onbepaalde voornaamwoorden zijn onder andere: iets, niets,
iemand, niemand, alles, men, wat elk, ieder(een).
Een onbepaald voornaamwoord verwijst naar iets vaags. Dat kunnen personen of dingen zijn.
Slide 9 - Tekstslide
Welk woord is geen onbepaald voornaamwoord
A
men
B
ergens
C
derde
D
iets
Slide 10 - Quizvraag
Niemand vertelt mij iets!
Het onbepaald voornaamwoord is...
A
Niemand en mij
B
Mij en iets
C
iets
D
Niemand en iets
Slide 11 - Quizvraag
Hoofdtelwoord (bhtw)
Bepaalde hoofdtelwoorden
zijn getallen, die precies de hoeveelheid aangeven. Ook jaartallen zijn bepaald hoofdtelwoord.
Bijvoorbeeld:
één, twintig, 2018, 8000 enzovoort.
Onbepaald hoofdtelwoorden
zijn niet zo precies
Bijvoorbeeld:
verschillende, meerdere
Slide 12 - Tekstslide
Rangtelwoord
Bepaalde rangtelwoorden: geven precieze plaats in reeks aan.
De eerste
keer is vaak heel bijzonder. De
tweede
auto in de file
Onbepaald rangtelwoorden geven
geen
precieze plaats aan.
Ik ben altijd de
laatste
die
wordt opgenoemd.
Slide 13 - Tekstslide
Telwoord '4' is een...
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord
Slide 14 - Quizvraag
Wat voor telwoord is:
veel
A
bepaald
B
onbepaald
Slide 15 - Quizvraag
Wat voor telwoord is:
drieënzestig
A
bepaald
B
onbepaald
Slide 16 - Quizvraag
Telwoord 'vijfde' is een...
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord
Slide 17 - Quizvraag
Wat voor telwoord is:
eerste
A
hoofdtelwoord
B
rangtelwoord
C
Slide 18 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Wed en wedig vnw en telwoorden 30112022
November 2022
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Talent 2.8 Woordsoorten havo/vwo2
September 2023
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Week 2 Nederlands 2 H
Januari 2023
- Les met
35 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Week 2 Nederlands 2 G
Juni 2023
- Les met
35 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H2 2.8 Woordsoorten (les 7 ma)
Augustus 2022
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Grammatica woordsoorten A2
Augustus 2024
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
grammatica les 1
Oktober 2017
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
wk 12: les 2 - 21 Voornaamwoorden en telwoorden
Maart 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2