Arm en rijk in Nederland

Arm en rijk in Nederland
Willem
Senne
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Arm en rijk in Nederland
Willem
Senne

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit gaan we vandaag doen
Dit leer je nu
Doen
Terugkijken
Wat gaan we vandaag doen?
- Belangrijke begrippen H3 
- Uitleg arm en rijk in NL
- Aan de slag
- Afronden

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga je vandaag leren? 
De leerling kan verschillen tussen meer en minder welvarende wijken en voorstellen voor verbetering van de woon- en leefomstandigheden in de eigen regio beschrijven.

De leerling kan regionale verschillen in welvaart in
Nederland beschrijven en verklaren. 
Dit ga je vandaag leren
Dit leer je nu
Doen
Terugkijken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende soorten wijken
Arme wijken
Rijke wijken

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welvaart in de wijk
Welvaart = Genoeg geld hebben en goed kunnen voorzien in de behoefte aan voedsel, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg.
  • aantal koopwoningen en/of huurwoningen
  • Woz-waarde
Woningbouwcorporatie
Woz-waarde
WOZ-waarde = Waarde van een gebouw op basis waarvan de gemeente bepaalt hoeveel belasting iemand moet betalen volgens de Wet Onroerend Zaakbelasting (WOZ).

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welzijn in de wijk
Welzijn = Mate waarin iemand zich gezond, veilig, gelukkig en verbonden voelt met andere mensen
Welzijn afhankelijk van leefbaarheid
Leefbaarheid = Geschiktheid van een wijk om er goed te leven. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verband tussen welzijn en welvaart
% mensen met matige of slechte gezondheid in Eindhoven

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slechte leefbaarheid
In wijken met hoge werkloosheid is veel armoede. 
Gevolg = slechte leefbaarheid =>
  • Sociale cohesie/samenhang is slecht. Er is weinig contact onderling, mensen blijven binnen hun eigen groep.
  • sociale onveiligheid is hoog: onderhoud van huis en straat is slecht, hangjongeren, vernielingen -> niemand voelt zich verantwoordelijk.
  • Dit komt doordat er weinig sociale cohesie is.
  • Wie de kans heeft verhuisd naar andere woonwijk

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ongezonde welvaart
Armoede in NL vergeleken met armoede in Nigeria:

  • In Nigeria is honger omdat er geen eten is
  • In NL kun je naar de voedselbank -> toch willen mensen dat liever niet -> goedkoop voedsel uit de winkel -> vaak ongezond (teveel vet + suikers)
  • Laag inkomen -> ongezond voedsel + weinig sporten = overgewicht
  • Slechte leefstijl -> hart- en vaatziekten, suikerziekten = welvaartsziekten
  • Welvaartsziekte -> minder kans op werk -> laag inkomen enzovoort...
  • Deze problemen komen veel voor in achterstandswijken

In Nigeria EN Nederland: cirkel van armoede

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wijken verbeteren
Wijken met veel problemen met betrekking tot leefbaarheid noem je achterstandswijken of aandachtswijken. Overal in Nederland werken gemeenten eraan om deze te verbeteren, zowel de woonomgeving als de zorg. Dit noem je een bestemmingsplan.

Je kan bijvoorbeeld huizen verbeteren en renoveren. Dat noem je renovatie.
Het compleet vernieuwen van een woonomgeving noem je sanering.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Achterstandswijken verbeteren

Slide 11 - Tekstslide

Verschil tussen renovatie en sanering uitleggen
Zorgen voor de mensen
- wijkraad; waar de wijkbewoners de plannen van de gemeente bespreken
- armoedebeleid

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fluisteren
Dit weet je al
Doen
Terugkijken
Wat ga je zo doen?
Doen
Dit leer je nu
Wat moet je doen?
Lezen paragraaf 3.1
Hoe moet je dat doen?
Ga aan de slag met je studiewijzer, paragraaf 3.1
Hulp
Geen - als je een vraag niet begrijpt, 
sla je de vraag over. Je gaat dan verder aan het blokje 'klaar'. 
Tijd
10minuten
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mensen die niet bij de beroepsbevolking horen:
Mensen die niet bij de beroepsbevolking horen:
 - ouderen
 - kinderen
- Mensen die niet kunnen of willen werken (arbeidsongeschikt en onbetaald huishoudelijk werk).

In gebieden waar veel ouderen en werklozen wonen is het gemiddelde inkomen daarom lager.

Kijken naar welvaart in een gebied
Besteedbaar inkomen = Het inkomen dat iemand overhoudt na de betaling van belastingen en premies.
Armoedegrens
Armoedegrens = Het inkomen dat je minimaal nodig hebt om te kunnen voorzien in je behoefte aan voedsel, kleding, huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs.
- Meer dan 10% in sommige Nederlandse gemeenten.

Beroepsbevolking > werkgelegenheid → werkloosheid
Verschillen in inkomen veel te maken met werk:
  • Beroepsbevolking = Iedereen die werk heeft of werk zoekt.
  • Werkgelegenheid = Alle banen in een gebied, ook de banen waarvoor nog mensen worden gezocht.
  • Werkloosheid = Het percentage mensen van de beroepsbevolking zonder werk. 
Werklozen kunnen uitkering krijgen maar dat is minder dan het loon dat iemand voor werk krijgt.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoogopgeleiden naar de stad
Hoogopgeleide mensen trekken naar steden:
- goedbetaald werk
- veel voorzieningen

Vergrijzing op het platteland
Landelijke gebieden:
- minder werk
- eenvoudig werk
- jongeren trekken weg → vergrijzing = Stijging van het percentage mensen boven de 65 jaar:

Lage sociaal-economische status
Lage sociaal-economische status = Het aanzien dat iemand heeft in de samenleving en dat vooral afhankelijk is van inkomen, opleiding en beroep. :
  • Mensen die achterblijven in landelijke gebieden
  • armen in arme stadswijken 
  • leven minder gezond
  • Gemiddelde levensverwachting is lager

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voordelen leven op het platteland

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Leefbaar platteland
Armoede is niet hetzelfde als ongelukkig zijn.
 Landelijk gebied:
 - minder geluidsoverlast en luchtvervuiling
 - woningen en grond goedkoper
 - Groente verbouwen in eigen tuin en delen met buren

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies