Diagnostische Toets SGF - H1 H2 - VWO3

Diagnostische Toets
spelling - grammatica - formuleren
Hoofdstuk 1 & 2 - Nieuw Nederlands 5
VWO 3
 
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Diagnostische Toets
spelling - grammatica - formuleren
Hoofdstuk 1 & 2 - Nieuw Nederlands 5
VWO 3
 

Slide 1 - Tekstslide

Spelling

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Instructie
Noteer de juiste vorm: met of zonder -n

Slide 4 - Tekstslide

13. Enkele(n) van de nieuw uitgebrachte telefoonmodellen waren al na één dag uitverkocht.
A
Enkele
B
Enkelen

Slide 5 - Quizvraag

14. Veel Elfstedentochtrijders waren op tijd binnen, maar de laatste(n) arriveerden buiten de gestelde tijdslimiet.
A
laatste
B
laatsten

Slide 6 - Quizvraag

15. Gaan de meeste jongere(n) op kamers als ze buiten hun woonplaats gaan studeren?
A
jongere
B
jongeren

Slide 7 - Quizvraag

16. Onder sportwagens is de Bugatti een van de snelste(n) ooit.
A
snelste
B
snelsten

Slide 8 - Quizvraag

17. Haarhuis en Eltingh worden nog altijd tot de grote(n) van de Nederlandse tenniswereld gerekend.
A
grote
B
groten

Slide 9 - Quizvraag

18. Komend weekend zijn de Zwolse winkels van The Sting beide(n) geopend.
A
beide
B
beiden

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Instructie
Maak met elk van de volgende werkwoorden een correcte zin van minimaal acht woorden.

Let op: je mag het werkwoord niet aanpassen!

Slide 15 - Tekstslide

19. inlaadden

Slide 16 - Woordweb

20. gediend

Slide 17 - Woordweb

21. verlate

Slide 18 - Woordweb

Correct
niet correct
caloriën
circuit
commercie
consumptie
elektoraat
homeopatie
louche
mechanisme
parlementarieër
sportcarriëre

Slide 19 - Sleepvraag

Grammatica Zinsdelen

Slide 20 - Tekstslide

23. Juist of onjuist:
Een samengestelde zin bevat één of meer persoonsvormen.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quizvraag

24. In een bijzin staat de persoonsvorm vaak op de eerste of tweede plaats.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Instructie
Is het gedeelte van de volgende zinnen tussen >> en << een hoofdzin of een bijzin?

Slide 23 - Tekstslide

25. Elke zomer werkt de Australische brandweer op volle toeren, >> omdat de combinatie van droogte en hitte telkens weer tot bosbranden leidt. <<
A
hoofdzin
B
bijzin

Slide 24 - Quizvraag

26. >> Het gebeurt steeds vaker << dat mensen in een opwelling een reptiel als huisdier nemen, terwijl ze veel te weinig kennis hebben over de verzorging van het dier.
A
hoofdzin
B
bijzin

Slide 25 - Quizvraag

27. Skeleton is een goede sport voor adrenalinejunkies, >> want de sleetjes roetsjen met bijna 140 kilometer per uur naar beneden. <<
A
hoofdzin
B
bijzin

Slide 26 - Quizvraag

28. Identiteitsfraude komt steeds vaker voor, dus je moet je digitale apparaten goed beveiligen, >> zodat hackers geen informatie kunnen stelen. <<
A
hoofdzin
B
bijzin

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Instructie
Noteer van de volgende zinnen of ze enkelvoudig of samengesteld zijn.
Noteer van de samengestelde zinnen ook de structuur.

Zo: samengesteld: hz + bz + bz

Slide 31 - Tekstslide

29. Veel mensen denken dat goudvissen een geheugen van 3 seconden hebben, maar dat blijkt een fabeltje te zijn.

Slide 32 - Open vraag

30. Wie bij ons aan tafel schuift, eet wat de pot schaft.

Slide 33 - Open vraag

31. Omdat een dier steun kan geven in moeilijke tijden, kunnen mensen met weinig geld bij de dierenvoedselbank terecht, zodat zij hun huisdier toch kunnen behouden.

Slide 34 - Open vraag

32. Als je even doorwerkt, heb je meer vrije tijd.

Slide 35 - Open vraag

33. Doordat het de hele week heeft geregend, is wandelen in het bos geen pretje.

Slide 36 - Open vraag

34. Bijna niemand weet dat Roos aan karate doet.

Slide 37 - Open vraag

De hond wachtte netjes naast zijn baasje, zoals hij geleerd had.
Herschrijf deze zin, zodat er een zin met nevenschikking ontstaat. De betekenis moet hetzelfde blijven.

Slide 38 - Open vraag

Formuleren

Slide 39 - Tekstslide

Een groep jongens vernielden tijdens oud en nieuw enkele brievenbussen.
A
goed
B
fout

Slide 40 - Quizvraag

Het omroepstelsel in Nederland met elf omroepverenigingen voldoet aan de Europese normen.
A
goed
B
fout

Slide 41 - Quizvraag

Enkele leerlingen worden een herkansing aangeboden omdat de toets zo moeilijk was.
A
goed
B
fout

Slide 42 - Quizvraag

Het merendeel van de jongeren in de Europese Unie beoefenen een sport.
A
goed
B
fout

Slide 43 - Quizvraag

Mijn broer bleef kwaad en in zijn kamer zitten.
A
goed
B
fout

Slide 44 - Quizvraag