Verzorgingsstaat

Verzorgingsstaat 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Verzorgingsstaat 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 
  • Uitleg toets
  • Hoe te leren?
  • Theorie Verzorgingsstaat 
  • Filmpjes

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg toets
  • Periode 3 en periode 4 wordt getoetst in 1 toets.
  • Cijfer voor deel A (periode 3) en deel B (periode 4)
  • Meerkeuzetoets met minder vragen
  • 60 minuten  

Slide 3 - Tekstslide

Hoe te leren?
  • Lessonuplinks
  • Samenvattingen
  • Begrippenlijsten
  • Goed gescoord vorige toetsen? Je manier van leren niet aanpassen!
  • Meer les willen? Op aanvraag. 

Slide 4 - Tekstslide

Theorie
Programma
• Wat is een verzorgingsstaat?
• Ontstaan verzorgingsstaat
• Sociale partners en de overheid
• Verzorgingsstaat, de praktijk
• Werk en sociale mobiliteit
• Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt
• De verzorgingsstaat onder druk

Slide 5 - Tekstslide

Theorie
Wat is een verzorgingsstaat? 
De verzorgingsstaat: de overheid bemoeit zich actief met de welvaart en het welzijn van haar inwoners.

Kerngedachte van de verzorgingsstaat is de solidariteitsgedachte.
Solidariteit: de bereidheid in een groep of samenleving om risico’s met elkaar te delen. Werkenden betalen voor zieken, werklozen en arbeidsongeschikten.

Slide 6 - Tekstslide

Theorie
Functies van de verzorgingsstaat
• Verzorgen: verzorgingsstaat biedt zorg voor wie fysieke of psychische
aandoeningen heeft;
• Verzekeren: de verzorgingsstaat zorgt ervoor dat je verzekerd bent tegen
verlies van inkomen;
• Verheffen: de verzorgingsstaat geeft iedereen kansen om talenten te
ontplooien;
• Verbinden: de verzorgingsstaat zorgt voor binding tussen mensen en
versterkt daarmee de sociale cohesie.

Slide 7 - Tekstslide

Theorie
In hoeverre zijn burgers afhankelijk van de markt of van de overheid.

Typen verzorgingsstaten:
1. Sociaaldemocratische verzorgingsstaat (Scandinavische landen): de rol
van de overheid is groot en er bestaat een uitgebreid stelsel van sociale
voorzieningen.
2. Liberale verzorgingsstaat/Angelsaksische model (VK en VS): rol van de
overheid beperkt en van de markt is juist groot.
3. Corporatistische verzorgingsstaat (DU en Ned): mengeling van
bovenstaande modellen. De vrije markt wordt flink ingeperkt door een
sterke collectieve sector en aan de andere kant een sterke samenwerking
tussen overheid, werkgevers- en werknemersorganisaties.

Slide 8 - Tekstslide

Theorie
Ontstaansgeschiedenis Nederlandse verzorgingsstaat

Nachtwakersstaat: een staat waarin de overheid zich vooral beperkt
tot het handhaven van de rechtsorde. (tot 1850)

Overgangsperiode: ingrijpen van de staat in de vrije markt, de eerste
sociale wetten (armenwet, kinderwetje van Van Houten, leerplicht en
arbeidswet), verzekeringen (inkomensverlies bij arbeidsongeschiktheid). (1850-1950)

Verzorgingsstaat: ontstaan na WOII. Werknemers kregen meer
rechten en meer inkomenszekerheid, vanuit christendemocratisch
oogpunt meer samenwerking tussen werkgevers- en
werknemersorganisaties. (vanaf 1950) 

Slide 9 - Tekstslide

Theorie
Ideologische visies op de verzorgingsstaat

Liberalisme: eigen verantwoordelijkheid burgers stimuleren en
overheid speelt op economisch terrein een terughoudende rol.

Socialisme/sociaal-democratie: sturende rol van de overheid. Goed
stelsel van zorg en uitkeringen kan bijdragen om de sociale
ongelijkheid te verminderen.

Confessionalisme/christendemocratie: de overheid vervult een
aanvullende rol. Dat kan alleen door een sterk maatschappelijk
middenveld waar organisaties taken van de overheid ontnemen. Rol
van mantelzorg - hulp vanuit de directe omgeving door familie, buren
en vrienden. 

Slide 10 - Tekstslide

Theorie
Werknemersverzekeringen
Werkloosheidswet (WW):
Als u geen inkomsten uit werk heeft, dan krijgt u tijdens de eerste 2 maanden een bruto WW-uitkering van 75% van het WW-maandloon. Vanaf de derde maand ontvangt u 70%.

Volksverzekeringen
Algemene Ouderdomswet (AOW):
De AOW (Algemene Ouderdomswet) is een basispensioen van de
overheid. Iedereen die de AOW-leeftijd heeft bereikt en in Nederland
woont of heeft gewoond, heeft hier recht op.

Algemene Nabestaandenwet (ANW)
De Algemene nabestaandenwet (Anw) geeft nabestaanden onder voorwaarden een basisuitkering. Iedere inwoner van Nederland is
automatisch verzekerd voor de Anw.
Nabestaandenuitkering: 928,57 euro per maand

Slide 11 - Tekstslide

Theorie
Sociale voorzieningen

Bijstand:
Een bijstandsuitkering vraagt u aan, als u:
• geen of te weinig geld verdient
• geen recht meer hebt op een andere uitkering
• onvoldoende andere inkomsten of vermogen hebt om van te leven.


Slide 12 - Tekstslide

Theorie
Waarom werken?
Materiële versus immateriële basisbehoeften van werk
Piramide van Maslow
• Inkomen
• Zekerheid
• Sociale contacten
• Erkenning/waardering
• Zelfrealisatie/ontplooiing

De hoogte van je inkomen bepaalt deels je positie op de maatschappelijke
ladder. Je positie op de ladder wordt niet alleen bepaalt door de hoogte van
je inkomen, maar ook door andere factoren. Namelijk:
• Het benodigde kennisniveau;
• Speciale aanleg en ervaring;
• De hoeveelheid macht en verantwoordelijkheid die je in het werk hebt.


Slide 13 - Tekstslide

Theorie
Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt
Werkloosheid
1. Frictiewerkloosheid: korte tijd geen werk;
2. Seizoenswerkloosheid:
3. Conjuncturele werkloosheid: treedt op tijdens economische
laagconjunctuur
4. Structurele werkloosheid: werk verdwijnt structureel

Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt
1. Verdwijnen van bedrijfstakken en opkomst van nieuwe bedrijfstakken
2. Digitalisering
3. Flexibilisering van arbeid
4. Globalisering


Slide 14 - Tekstslide

Theorie

Slide 15 - Tekstslide