In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Reliëf en klimaat
Slide 1 - Tekstslide
Wat moet je kennen?
Aan het eind van de les weet je:
- welke vormen reliëf Europa heeft
- hoe gebergten als klimaatscheiding
werken
- het verband tussen reliëf en
temperatuur
- het verband tussen reliëf en neerslag
Slide 2 - Tekstslide
Wat is reliëf?
Slide 3 - Open vraag
4 vormen reliëf van hoog naar laag:
1- hooggebergte > 1500m
2- middelgebergte 500-1500m
3- heuvelland 200-500m
4- laagland < 200m
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Welke reliëf-vormen kun je in Nederland aantreffen?
A
Hooggebergte
B
Middelgebergte
C
Heuvelland en laagland
D
Er is geen reliëf in Nederland, het is plat
Slide 6 - Quizvraag
Temperatuur en reliëf
Het reliëf heeft invloed op de temperatuur
De temperatuur gaat per 100 m. met 0,6 °C omlaag
Onthouden: hoe hoger hoe kouder!
Slide 7 - Tekstslide
Stel je voor: je maakt een wandeling in de bergen en begint op 500m hoogte en het is 22°C. Het eindpunt ligt op 2000m hoogte. Hoeveel °C is het daar?
A
28°C
B
16°C
C
13°C
D
22°C
Slide 8 - Quizvraag
Neerslag en reliëf
Een gebergte kan de scheiding vormen tussen een gebied waar het veel regent en een droog gebied.
Hoe werkt het?
Vochtige lucht van zee moet opstijgen tegen een gebergte. Lucht die opstijgt koelt af (hoe hoger hoe kouder) en het gaat regenen: stuwingsregen
De natte kant van een gebergte heet: loefzijde(windkant)
Aan de andere kant van het gebergte valt bijna geen neerslag omdat de lucht hier weer daalt. Dalende lucht warmt op, waterdruppels worden weer waterdamp: het is hier droog. We zeggen ook wel dat dit gebied in de regenschaduw ligt.
De droge kant van een gebergte heet: lijzijde
Kijk op de volgende dia om de tekening te zien die dit uitlegt.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Waarom valt de meeste neerslag altijd aan de loefzijde van de berg?
Slide 11 - Open vraag
Waarom valt er aan de lijzijde weinig neerslag?
Slide 12 - Open vraag
Check je leerdoel!
Heb jij de leerdoelen van deze les gehaald?
Beantwoord de volgende vragen om erachter te komen...
Slide 13 - Tekstslide
Welke vorm van reliëf is dit?
A
Hooggebergte
B
Middelgebergte
C
Heuvelland
D
Laagland
Slide 14 - Quizvraag
Hoe noem je deze reliëf vorm?
A
Hooggebergte
B
Middelgebergte
C
Heuvelland
D
Laagland
Slide 15 - Quizvraag
De havens in Zweden vriezen dicht in de winter en de havens in Noorwegen niet. Hoe kan dat?
A
De Zweedse havens liggen veel hoger
B
De Zweedse havens liggen achter een gebergte, daar is het kouder
C
De Noorse havens profiteren van de warme Golfstroom
D
De Noorse havens zijn kleiner
Slide 16 - Quizvraag
Stuwingsneerslag is neerslag die opstijgt tegen een gebergte
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quizvraag
De droge kant van een scheidingsgebergte noemen we: lijzijde
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Loefzijde is hetzelfde als regenschaduw
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quizvraag
Een gebergte kan neerslag en temperatuur tegenhouden