ADL sociale en recreatieve activiteiten les 2

Sociale en recreatieve activiteiten 
les 2
opdracht vorige week; lees hoofdstuk 1 t/m 15
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
ADLMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Sociale en recreatieve activiteiten 
les 2
opdracht vorige week; lees hoofdstuk 1 t/m 15

Slide 1 - Tekstslide

Wat hebben jullie gelezen wat is blijven hangen?

Slide 2 - Woordweb

Soorten activiteiten
individueel of in groepen
  • sportief
  • sociaal
  • educatief
  • recreatief
  • creatief
  • drama-activiteiten
  • woonactiviteiten
  • verzorgende activiteiten
  • activiteiten gericht op het welbevinden

Slide 3 - Tekstslide

Wat was reminiscentie ook al weer?
A
Activiteiten die aansluiten op de belevingswereld.
B
Snoezel-activiteiten.
C
Activiteiten die het geheugen van de ouderen traint.
D
Activiteiten die de zintuigen van de ouderen stimuleert.

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Video

Welke activiteiten kun je bedenken die goed zijn voor de zintuigen en het geheugen?

Slide 6 - Woordweb

Noem een voorbeeld van een activiteit om de grove motoriek te ontwikkelen.

Slide 7 - Woordweb

Noem een voorbeeld van een activiteit om de fijne motoriek te ontwikkelen.

Slide 8 - Woordweb

Noem een voorbeeld van een activiteit om de sociale ontwikkeling te stimuleren.

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Video

Activiteiten die zorgen voor gedragsverandering
Activiteiten die het gedrag tijdelijk veranderen.
Activiteiten gericht op het langdurig veranderen van gedrag.

Hebben jullie voorbeelden?

Slide 11 - Tekstslide

Doel
Wat is het doel van je activiteit?
Kijk ook naar interesse, mogelijkheden en uitdagingen. 
Zijn er beperkingen waar je rekening mee moet houden?

Is je doel de zorgvrager zelfstandiger te maken? bedenk dan activiteiten die de ontwikkeling stimuleert.

Slide 12 - Tekstslide

Doelen smart formuleren

Slide 13 - Tekstslide

Carola werkt op een buitenschoolse opvang. In de vakantie zijn er maar weinig kinderen. Er zijn in totaal zeven kinderen. Drie meisjes en vier jongens. De jongens hebben met elkaar afgesproken dat ze gaan voetballen. Omdat de meiden zich wat vervelen, bedenkt Carola ’s ochtends dat ze met hen een taart wil gaan bakken. Ze heeft dit vaker met ze gedaan en ze vinden dit erg leuk om te doen. De taart wil ze ’s middags bij het theedrinken om 15.00 uur samen met de kinderen opeten. Maak een smart doel.

Slide 14 - Open vraag

Activiteitenplan
Lees hoofdstuk 23, 24 en 25.
Ga in kleine groepjes een plan schrijven voor een activiteit die je uit zou kunnen voeren op jouw werkplek.
Presenteer je activiteitenplan in de groep.

Slide 15 - Tekstslide